Compassie als manier van leven

Barmhartigheid, dat was eeuwenlang de kern van het monastieke leven van de fraters in Vught. Maar dat woord zegt steeds minder mensen iets. Daarom werd het vervangen door “compassie”. Het is rond die term dat jonge professionals en de oude fraters elkaar weten te vinden in Kloosterhotel Zin. Compassie als visie: niet alleen goed voor innovatieve projecten, maar ook voor je leven.

Ruim een maand geleden bezocht ik het kloosterhotel. Het monastieke leven had er wonderlijke nieuwe wegen gevonden. Bedrijfstrainingen in een hypermodern auditorium worden doorbroken door het onveranderde ritme van de kloosterbel. Driemaal daags verzamelen de gasten zich in de kapel voor de meditaties, die nog altijd worden geleid door een oude frater. Managers en ondernemers sluiten hun ogen, en voor even lijkt de jachtige 24-uurseconomie ver weg.

Effecten van meditatie

Je hoeft geen frater of monnik te zijn om de positieve veranderingen van meditatie te ervaren. De Belgische topneuroloog Steven Laureys doet al jaren onderzoek naar de effecten ervan meditatie op de hersenen. Hij plaatste onder meer het brein van meditatie-expert Matthieu Riccard onder de scanner. Wat bleek: Riccard wist zijn gedachtestroom op commando nagenoeg volledig stil te leggen. Ook werd bij hem het hoogste geluksniveau ooit gemeten.

Zelf werd ik tijdens een retraite in het klooster van Orval door een economiestudent gewezen op de meditatie-app Headspace. “Die app heeft mijn leven gered”, getuigde hij. De student vertelde over het eenzame eerste jaar van zijn studie, toen hij op een kamer woonde in een vreemde stad. Elke dag als hij naar buiten keek, leek de wereld somberder en grauwer. Vele vragen kwelden hem. “Waarom doe ik eigenlijk wat ik doe? Ben ik deze studie gaan volgen omdat mijn ouders dat zo graag wilden? Maar wie ben ik dan zelf?” Ledige dagen regen zich aaneen, nachten zonder slaap. Elke dag verloor zijn leven een stukje zin en betekenis.

Op het dieptepunt van zijn bestaan, toen de duisternis alle visie leek te hebben verzwolgen, ontmoette deze student een oude vriend. Ze raakten in gesprek en de vriend vertelde hem over zijn dagelijkse meditaties. Hij getuigde wat een weldaad het was om elke dag te beginnen en te eindigen met een momentje voor jezelf. Momenten van rust, die hem hadden geleerd de destructieve gedachten buiten te sluiten en zijn hart te vullen met compassie.

Baas over je eigen gedachten

Aanvankelijk reageerde de economiestudent sceptisch. “Ik ben niet gelovig en het klonk me allemaal wat zweverig in de oren”, gaf hij toe. Maar omdat de gedachte hem niet losliet, besloot hij het toch te proberen. “De rest is history,” zei hij. “Mijn gedachten stonden op het punt met me aan de haal te gaan, en ik was ervan overtuigd dat ze de werkelijkheid waren. Maar toen ik begon te mediteren, werd ik me ervan bewust dat ik baas kon zijn over mijn eigen gedachten. Zorgvuldig leerde ik de slechte gedachten uit te sluiten, en de goede de ruimte te geven.” Het duurde niet lang of er ontstond opnieuw ruimte in zijn binnenste. Donkere wolken maakten plaats voor compassie, visie en hoop.

Geconfronteerd met compassie

Het verhaal van de economiestudent is een van de bijzondere getuigenissen die me zijn bijgebleven. Meditatie wordt al vele eeuwen in kloosters over de hele wereld gepraktiseerd, en kan een enorme hulp zijn bij het omarmen van een compassievolle levensstijl. Maar weinig goede dingen komen zonder uitdagingen.

Vaak denken we aan “compassie” als iets waar we zelf van vervuld willen worden; iets dat we aan anderen willen geven. Maar als je je toelegt op compassie, kan dat ook maken dat je geconfronteerd wordt met de compassie van anderen. Het klinkt misschien een beetje gek om van een confrontatie te spreken. Want hé, zul je misschien zeggen, compassie is toch iets prettigs? Zeker, maar het evengoed een uitdaging zijn.

Ontvangen

Compassie is namelijk niet alleen iets dat je mag geven, maar ook ontvangen. Veel mensenlevens zijn getekend door innerlijke kwetsuren. We zijn afgewezen, hebben harde woorden te verduren gekregen, of misschien was jij op school het mikpunt van spot en pesterijen. Voor een gewond mens kan de confrontatie met goedheid moeilijker zijn dan die met strengheid, hardheid of kritiek. Tegen die laatste dingen heb je je immers leren wapenen. Maar geconfronteerd met pure goedheid, kan het plots gebeuren dat je met lege handen staat.

  • Je krijgt een onverwachts compliment.
  • Je hebt een fout gemaakt en je leidinggevende reageert geduldig en empathisch.
  • De wiskundeleraar komt naast je zitten en helpt je bij het maken van de sommen.
  • Er wordt zonder oordeel geluisterd naar jouw verhaal.
  • Je bent ziek en iemand komt langs om voor je te zorgen.
  • Je hebt honger en iemand deelt zijn eten met je.
  • Je hebt het koud en iemand biedt je zijn warme jas aan.

Op zulke momenten worden we geconfronteerd met de goedheid van anderen. En dan ontdekken we wat compassie werkelijk is: het ontvangen van een onverdiende gunst. Goedheid werkt ontwapenend. Maar dat vereist wel dat we onze wapens laten zakken. Compassie toelaten helpt om ook zelf een milder mens te worden.

Door en door geliefd

Compassie opent onze ogen voor de betekenis van Jezus’ kruisoffer. Hij opende de deur naar een Liefde die ons onvoorwaardelijk omarmt, zelfs als we fouten maken. Zelfs al zeggen we steevast de verkeerde dingen, maken we er een potje van en struikelen we duizend keer.

Gods universele goedheid vraagt niet dat we volmaakte mensen zijn. Wel daagt die goedheid ons uit compassie als levensvisie te omarmen. En ervan uit te delen en te ontvangen, in het vertrouwen dat we door en door geliefde mensen zijn.

Een huisdier zegt meer dan je denkt

Gezinnen worden kleiner, maar het aantal huisdieren stijgt. En die nemen steeds vaker de rol in van een volwaardig gezinslid. Tijdens de eerste coronagolf werden de dierenasiels enerzijds overstelpt met aanvragen, anderzijds werden huisdieren ook vaker het slachtoffer van huiselijk geweld. Want hun hoge aaibaarheidsfactor ten spijt, huisdieren zijn niet alleen maar schattig. Maar als we ons ervoor openstellen kunnen ze ons veel leren.

In de Verenigde Staten is het aantal huisdieren sinds de jaren 1970 verdrievoudigd. In Vlaanderen heeft ruim de helft van de gezinnen minstens één huisdier en bedraagt het aantal huisdieren – knaagdieren inbegrepen – ongeveer 5 miljoen. Dat we van huisdieren houden, is niet verwonderlijk.

Sociaal smeermiddel

Een kat of hond is niet alleen prettig gezelschap, maar ook je gezondheid vaart er wel bij. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de aanwezigheid huisdieren stressverlagend werkt. Een kat die ’s avonds snorrend op je schoot kruipt, draagt namelijk bij aan de vermindering van het stresshormoon cortisol en een toename van de feel good-hormonen endorfine en oxytocine.

Daarnaast kan een huisdier een steun zijn, de eenzaamheid verdrijven en werken als een “sociaal smeermiddel”. Een hond die ’s ochtends staat te springen om een wandeling, stimuleert je om buiten te komen, in beweging te blijven en nieuwe mensen te ontmoeten. Zo op het eerste gezicht zijn dat allemaal gunstige effecten. Wat verklaart dan dat de dieren die ons zoveel goeds schenken, ten prooi kunnen vallen aan geweld?

Kinderrol

“Huisdieren zijn meer dan ooit een volwaardig lid van het gezin”, zegt dierenarts Joshua Dutré, bekend van het VTM-programma Beestig. Een opvallende trend is dat naarmate de gezinnen kleiner worden, het huisdier steeds meer een kinderrol vervult. “Sommige mensen beschouwen hun kat of hond zelfs als hun baby”, constateert Dutré. Modezaken als JBC, H&M en Hunkemöller spelen handig in op die trend door kledingcollecties voor huisdieren te lanceren. Want wat levert op Instagram immers meer likes op dan een Cocker Spaniel in een zacht truitje? Bij zo’n beeld gaan de gelukshormonen stromen.

Maar de verbondenheid tussen dier en mens leidt ook tot misverstanden. Een gezin uit Essen kwam hun nieuwe kat al binnen enkele dagen terugbrengen naar het asiel. De reden? Ze begrepen niet waarom het dier rond hun voeten draaide. Hadden ze zich verdiept in de aard van het beestje, dan zouden ze hebben geweten dat rond je voeten draaien voor de kat geen irritant gedrag is, maar een manier om contact te zoeken.

Zelfs de meest oprechte dierenliefde kan ontaarden in antropomorfisme. We beschouwen het dier dan niet alleen als een volwaardig gezinslid, maar verwachten ook dat het zich zo zal gedragen. We schrijven de hond of kat menselijke eigenschappen toe, projecteren onze gevoelens op hem en verwachten dat het dier ons zonder woorden kan aanvoelen en begrijpen. Maar hoe innig de band tussen mens en dier ook is; de natuur van een hond of kat verschilt van de onze.

Niet alleen maar lief

Huisdieren zijn niet alleen maar lief. De huiskat blijft niet louter bij ons om te geven, maar zal van tijd tot tijd ook een beroep op ons doen. Mijn eigen zwarte kater Zorro, ooit een goddelijke zwarte panter, is veranderd in een knorrige oude man. Hij bedelt om eten, vervuilt de kelder als hij de kans krijgt en niest de meubels onder. “Hij is niet schattig meer”, merkte mijn jongste zoon gedesillusioneerd op. Maar zegt zo’n constatering iets over het dier, of toch vooral over ons? Verraadt het niet bovenal een menselijk ideaalbeeld waaraan het dier niet langer voldoet?

Zeker in crisistijden wanneer in veel huizen de spanningen oplopen, stijgt het aantal dierenmishandelingen. Dat pluizige bolletje wol verandert in een hulpeloze boksbal. Als het dier niet langer fungeert om stress te reduceren, maar om stress op af te reageren, dan is er iets grondig mis. Maar niet het dier is de schuldige. Het probleem is het menselijke onvermogen om de unieke natuur te respecteren van de andere wezens die ons zijn toevertrouwd.

Tel tot tien

Zo is het ook in de grotemensenwereld. Niet iedereen is alleen maar leuk en lief. Sommige mensen verschillen zodanig in natuur, dat ze niet in staat zijn elkaar te begrijpen. Weer andere vragen zonder er iets voor terug te geven, of vertonen gedrag dat ons geduld op de proef stelt. Maar juist die mensen zijn misschien niet toevallig in ons leven gekomen.

“Verdraagt elkanders moeilijkheden, zo zult gij de wet van Christus vervullen.”

Galaten 6:2

Uitgerekend moeilijke mensen kunnen een les zijn in verdraagzaamheid. “Tel eerst tot tien voor je reageert”, maant een oud gezegde. Soms zijn zelfs twintig tellen niet genoeg. Een kennis noemde zijn Draft-box “een geschenk uit de hemel”. Voordat hij op hoge poten op een mail reageerde, had hij er een gewoonte van gemaakt zijn tekst een nachtje in de Draft-box te parkeren. Een simpele beslissing die tal van relaties heeft gered. Onbezonnen woorden of daden vernietigen in één minuut soms meer dan je in een leven goed kunt maken.

Peperdure sneakers

Is geduld niet je sterkste kant? Neem een huisdier en je krijgt elke dag een nieuwe kans om te oefenen.

  • Bedelt je kat voor de honderdste keer om eten? Als je door de knieën gaat en hem aanhaalt, leert hij misschien dat liefde niet alleen door de maag gaat.
  • Heeft je nieuwe pup je pup je peperdure sneakers kapotgebeten? Bekijk de wereld eens door de ogen van je pup. Misschien kan hij je helpen de waarde van bezittingen te relativeren.
  • Hangt je goudvis er lusteloos bij? Het creëren van een gebalanceerd ecosysteem kan een weldaad zijn, en zeker niet alleen voor je vis.

Huisdieren zijn meer dan schattig. Als we ons openstellen voor hun werkelijke natuur en behoeften, hebben ze ons wonderlijk veel te vertellen.

Earth Day en de vrouwen van Vanuatu

In de Westerse wereld leek lange tijd de mens aan zet. Aardbevingen overkomen ons nauwelijks nog en we weten zelfs het water te bedwingen. De klimaatcrisis dwingt ons echter opnieuw op de knieën. De Dag van de Aarde, op 22 april, is een uitnodiging om stil te staan bij onze planeet en bij de klimaatverandering. Een reden ook om ons te laten inspireren door de vrouwen van Vanuatu. Als geen ander weten ze hoe kwetsbaar de mens is voor klimaatverandering en natuurrampen.

Rotsvast, dat was het thema van de Wereldgebedsdag van 5 maart. Voorafgaand aan die dag kwamen vrouwen van de Vanuatu Christian Council samen om tijdens een workshop een overdenking te schrijven. Het resultaat, naar aanleiding van Mattheüs 7:24-27, werd voorgelezen in kerken wereldwijd.

Gefundeerd op een rots

De Bergrede vormt voor de vrouwen van Vanuatu een bron van inspiratie. Daarin vertelt Jezus de volgende gelijkenis:

Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man die zijn huis bouwde op een rots. Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en het huis van alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want het was gefundeerd op een rots. En wie deze woorden van mij hoort en er niet naar handelt, kan vergeleken worden met een onnadenkend man die zijn huis bouwde op zand. Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en er van alle kanten op het huis werd ingebeukt, stortte het in en er bleef alleen een ruïne over.

Mattheüs 7, 24-27

Als je in Nederland of België woont, is angst voor instorting niet meteen iets dat je uit de slaap houdt. De meeste huizen en appartementen zijn gebouwd op heipalen of op stevige fundamenten van gewapend beton. Dat maakt dat we al snel achteloos aan deze tekst voorbijgaan.

Juist dat maakt het zo waardevol als de bewoners van andere windstreken bereid zijn hun ervaringen te delen. Gezien door hun ogen krijgt een vertrouwde bijbeltekst plots een andere dimensie. Wanen we ons even op Vanuatu, dan wordt deze gelijkenis van Jezus zelfs tastbaar.

Land als moeder

Vanuatu is een Y-vormige tropische archipel in de Stille Zuidzee met meer dan 80 eilanden, waarvan 65 bewoond. De bewoners behoren tot diverse etnische groepen en spreken verschillende talen. De oceaan wordt omzoomd door zwarte en witte zandstranden en prachtige koraalriffen. Dit is een plaats waar flora en fauna ongerept groeien en bloeien. Voor de inwoners van Vanuatu is het land als een moeder. De relatie met de aardbodem ligt aan de basis van de identiteit en spirituele kracht van Ni-Vanuatu.

Toch is Vanuatu niet alleen een lonkend paradijs. De eilanden zijn ook kwetsbaar voor natuurrampen, waaronder aardbevingen, cyclonen en vulkaanuitbarstingen. Verspreid over de eilanden telt de archipel zeven actieve vulkanen.

In de tropische archipel kun je dus niet zomaar overal je huis bouwen. Voordat je gaat bouwen is het zaak goed stil te staan bij de juiste grondsoort en de inwerking van klimaatinvloeden.

Onwankelbare God

Ook de plaats waar wij wonen, is kwetsbaarder dan ons lief is. Lange tijd leken de bergen ten hemel te rijzen. Geïnspireerd door een optimistisch markt- en maakbaarheidsdenken grondvestten we onze economie op groei. Bossen maakten plaats voor snelwegen, bio-industrieën verrezen, plastic en afval verdwenen in de oceaan en reclames moesten mensen aanzetten tot consumeren. Het doel heiligde de middelen.

De klimaatcrisis schudt ons ruw uit de slaap. Net als zandgrond blijkt ook economische groei een wankele basis. De muren van onze torens van Babel beginnen te scheuren, en plots worden we ons ervan bewust dat we in ons ongebreidelde streven naar winst ook verlies hebben gemaakt. We zijn de verbinding met elkaar en met de aarde grotendeels verloren. De coronacrisis zet dat op scherp.

Drijfzand

De vele problemen waarmee we worden geconfronteerd, dwingen ons om na te denken over een belangrijke vraag. Wat is uw, jouw en mijn fundament? Op welke bodem grondvesten we ons leven, wat is de basis onder onze dromen, doelen en idealen? Zelfs een fundament dat onverwoestbaar leek, kan drijfzand blijken. En dan kom je als mens keihard jezelf tegen. Dan blijk je plots zoveel kwetsbaarder dan je lief is.

Zelfs al bouwen we wolkenkrabbers tot in de hemel en vuren we raketten af naar Mars, ten overstaan van de Eeuwige blijft de mens klein en onbeduidend. Het is daarom dat David in Psalm 8: 4-5 zegt: ‘Zie de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet?’

Bron van leven en groei

De inwoners van Vanuatu kunnen ons leren dat kwetsbaarheid geen schande is; het is een essentieel onderdeel van het menselijke bestaan. Sterker nog: als we bereid zijn onze kwetsbaarheid te omarmen, kan ze zelfs een kracht worden. Ook wij kunnen vandaag besluiten de Aarde opnieuw te omarmen als bron van alle leven en groei. En ook wij kunnen terugkeren tot de Rots, als veilige basis om onze huizen, gezinnen, bedrijven, samenlevingen en naties op te bouwen.

De vrouwen van Vanuatu beschouwen het land als een moeder. En ondanks hun worsteling met de elementen prijzen ze God voor vruchtbaar land, de melodie van de vogels en hoopvolle kinderstemmen. Als een veilig leven niet vanzelfsprekend is, worden zelfs de kleinste dingen een groot geschenk.

Kelly Keasberry
Theoloog en redacteur bij Tertio

www.earthweek.com

Dit bericht werd geschreven op verzoek van het Nederlands en Vlaams Bijbelgenootschap. Het werd gepubliceerd op donderdag 22 april 2021.

De kerk van het Grote Gelijk

Geen mooier beroep dan de religiejournalistiek. Maar actie wekt reactie. Tijdens een wandeling ontmoette ik een grijze heer die zich begon te beklagen over de vele brieven die hij naar Tertio had gestuurd. Vergeefse moeite. Twee collega’s weigerden namelijk in te zien “dat de drie-eenheid een gedateerde theologie is, en dat je niemand meer in de kerk krijgt als je die niet overboord werpt”.

Moraalridder

Steeds vaker betrap ik mijzelf op een diepe zucht. Want het is maar de vraag of dat is wat we nodig hebben: nog meer getheologiseer. Geloven lijkt onderhand een practicum voor intellectuelen. Hoe vaak hebben we het Lichaam niet al ontleed? De losse onderdelen onderzocht, benoemd, doordacht? Theologie blijft een interessante oefening. Maar iedere chirurg zal je kunnen vertellen dat als je te diep in een lichaam snijdt, het leven eruit verdwijnt.

Drie klonen van Jezus

Niet lang geleden begon theoloog Rob Allaert een draadje over de drie-eenheid. Hij postte een kunstwerk met drie klonen van Jezus, met daarbij het bijschrift: “Twee vraagjes aan mijn trinitaire vrienden. Wanneer jullie straks in de hemel vertoeven, zullen jullie dan drie goddelijke personen kunnen groeten? En, hoe zal de Vader zich tonen? Als een menselijke en gekroonde man?”

Die vraag was chargerend bedoeld, begreep ik. Drie klonen van Jezus: is dat waar je op uitkomt als je probeert het wonder van de incarnatie te verankeren in dogma’s en schema’s? Er moest wel sprake zijn van een tragisch misverstand. In vele wereldreligies heeft God zich immers in verschillende gedaanten geopenbaard, zodat de mens in staat is iets van zijn grootheid te begrijpen.

Hindoeïsme

Het Westerse denken in tegenstellingen bepaalt niet alleen hoe wij naar dogma’s kijken, maar ook naar religies. Tussen monotheïstische religies en polytheïstische religies worden vaak scherpe scheidslijnen getrokken. Maar is dat onderscheid tussen één- en meergodendom wel zo absoluut? Ook veel hindoes geloven in een oppergod die zich op meerdere manieren openbaart (de hindoeïstische triniteit):

  • Brahma als God de Schepper;
  • Vishnoe als God de Onderhouder;
  • Shiva als God de Transformerende Entiteit.

Dualisme en holisme

Binnen het christendom zou je zulke openbaringen als volgt kunnen voorstellen:

  • God de Vader als het verheven Al Dat Is;
  • God de Zoon in een zowel menselijke als goddelijke gestalte;
  • God de heilige Geest als Zijn werkzame kracht op aarde.

Theologen die de kerk willen bevrijden van de drie-eenheid, getuigen bovenal van een Westers dualistisch denken. Dat is geënt op tegenstellingen: twee tegengestelde beweringen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. Het getal één kan niet gelijk zijn aan drie. In meer holistische, Oosterse manieren van denken daarentegen, kunnen waarheden perfect in harmonie naast elkaar bestaan. Uitgangspunt is niet of-of, maar en-en.

Om sommige mysteriën te doorgronden, kan het helpen te begrijpen dat de Bijbel in een meer Oosterse context is ontstaan. Het getal drie is bijvoorbeeld niet toevallig. Dat getal symboliseert de volheid: alle naturen zijn verschillend van aard, en toch Eén.

Deur open voor het mysterie

Meditatiegoeroe Andy Puddicombe van Headspace vertoefde jarenlang in een boeddhistisch klooster in Tibet. Daar leerde hij een simpele, maar krachtige meditatietechniek: neem in gedachten wat je het meest waardeert in je leven. Voor mij is dat de dankbaarheid onderdeel te zijn van een groter geheel; een ultieme Liefde die ons overweldigt, overstijgt en toch omvat. Als je je leven binnen zo’n kader kunt plaatsen, verdampen toevalligheden. Liefde wordt een doel om voor te leven.

“De christen van de toekomst zal een mysticus zijn of hij zal niet zijn”, zei de Duitse filosoof Karl Rahner. Het tasten naar kennis, wetenschap en wijsheid is een oefening die het leven zin en jeu geeft. Maar onvolkomen is ons kennen en weten. De toekomst is niet aan de Kerk van het Grote Gelijk, laat ons de deur openzetten voor het mysterie. En toch vooral weer kleine mensen durven zijn.

De innerlijke vrede bewaren

Hoopvol stapt Marc het kantoor binnen om aan een nieuwe week te beginnen. Na dagenlang noodgedwongen te hebben thuisgewerkt, kijkt hij ernaar uit eindelijk weer eens iemand te zien. De eerste die zijn pad kruist, is de directeur. “Zo”, merkt deze cynisch op, “wat een wonder om te zien dat jij ook nog leeft”.

Onredelijkheid, onterechte kritiek, valse beschuldigingen. Hoe verleidelijk kan het zijn daar heftig op te reageren. Als iemand iets over je zegt dat niet klopt, wordt je immers onrecht aangedaan. Het is niet eerlijk. En hoewel kinderen die gepest worden soms te horen krijgen “woorden doen geen pijn”, is dat natuurlijk een dooddoener. Want woorden mogen dan niet fysiek pijn doen, kwetsen kunnen ze wel degelijk. Zo hard zelfs, dat je de impact ervan soms jaren later nog kunt voelen.

Het zwijgen van Jezus

Jezus ondergaat ook onrecht als hij voor de hogepriester wordt geleid. De leiders van het volk beweren dat hij gezegd heeft: “Ik zal deze tempel die door mensen is gemaakt, afbreken. En binnen drie dagen zal Ik een andere bouwen, die niet door mensen is gemaakt.” Eigenlijk zeggen ze daarmee: “Vervolg deze man maar, want het is een leugenaar en een praatjesmaker. Opscheppen kan hij als de beste, maar van zijn woorden komt niets terecht.”

Maar hun verhalen spreken elkaar tegen. De hogepriester, die er geen touw meer aan vast kan knopen, staat op en vraagt aan Jezus: “Waarom antwoord je niet op deze beschuldigingen?” Jezus blijft zwijgen. De menigte raakt intussen buiten zinnen. De ene beschuldiging klinkt nog buitenissiger dan de andere. Jezus zwijgt. Waarom komt hij niet voor zichzelf op? Waarom vertelt hij die onruststokers niet eens goed de waarheid? Niets houdt hem tegen. Voor iemand die over het water kan lopen en water in wijn kan veranderen, is het toch een kleine moeite zijn tegenstanders het zwijgen op te leggen?

Maar nee, Jezus zwijgt. Is de Mensenzoon die de sterren van de hemel predikte, nu plots met stomheid geslagen? Heeft hij geen woorden meer om zichzelf te verdedigen? Dat is wat het volk denkt, maar Jezus weet wel beter. Hij zou wel duizend woorden kunnen spreken, maar elk woord zou verspilde moeite zijn. In sommige situaties is alleen zwijgen het juiste antwoord.

Kracht in de stilte

We leven in een wereld van miljoenen woorden. We delen onze ervaringen op sociale media, surfen nieuwssites af, twitteren erop los, kijken naar praatprogramma’s waar deskundigen de degens kruisen over actuele onderwerpen. En we hebben meningen, zoveel meningen, waarmee we de stilte proberen te vullen en te ontwijken. Hoe gemakkelijk is het niet het zwijgen verleerd te raken.

Maar er is kracht in de stilte. “Hoe minder we reageren op onbeschofte, kritische en argumentatieve mensen, hoe vreedzamer ons leven zal worden”, stelt de Amerikaanse schrijfster Mandy Hale. Een diepe waarheid. Als we ons laten meeslepen in negatieve discussies, werpen we olie op het vuur. We staan toe dat het oplaait en onze innerlijke vrede verteert. Misschien reageren we onze spanningen zelfs weer af op anderen, waardoor onvrede de kans krijgt zich als een lopend vuurtje door de samenleving te verspreiden.

Krachtige daad

Jezus zwijgt. In plaats van zich te laten meeslepen in een negatief discours, kiest hij ervoor zijn innerlijke vrede te bewaren. Misschien bidt hij zelfs in stilte voor zijn aanklagers. Het lopende vuurtje dat zijn vijanden hadden willen ontketenen, loopt vast in de stilte.

Waarom worden zijn tegenstanders zo uitzinnig? Ze verlangen ernaar Jezus’ argumenten te kunnen ontkrachten, ze willen hem woorden ontlokken die ze tegen hem kunnen gebruiken. Maar Jezus gunt hen die overwinning niet.

Het gevolg is dat de woorden die zijn tegenstanders uiten, als een boemerang tot hen terugkeren. Met elke beschuldiging wordt hun innerlijke hartgesteldheid een stukje meer zichtbaar. “In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet”, waarschuwt koning Salomo, “maar wie zijn lippen bedwingt is verstandig”.

Zwijgen zegt soms meer dan duizend woorden.

Meer lezen?

  • Marcus 14, 58-61
  • Spreuken 10, 19

Een koffer vol emoties

Drie kinderen en een jongvolwassene uit de Woonterp, een Antwerps huisvestingsproject voor vluchtelingengezinnen, knutselden woensdag een gevoelskoffer in elkaar. Ze kregen hulp van stadspredikant Petra Schipper en van twee stagiairs. Een gevoelskoffer is een veilig plekje waarin je je gevoelens kunt bewaren.

Kinderen in gezinnen die hun land zijn ontvlucht, hebben veel meegemaakt. De coronacrisis voegt daar nog een lading aan toe. De gevoelskoffer kan zulke kinderen helpen zich bewust te worden van hun emoties en die een plekje te geven, legt stagiair Elisa Lavens uit.

Spelen en benoemen

Lavens studeert toegepaste psychologie en maakte al eerder gevoelskoffers met kinderen tussen 5 en 11 jaar. “De kinderen kregen allemaal een doos die ze mochten versieren zoals ze zelf wilden”, legt Lavens uit. “We hadden genoeg materiaal om iets in elkaar te kunnen knutselen. Terwijl de kinderen dat deden, hebben we spelletjes gespeeld. Bij het eerste spel kregen ze allemaal een kaart met een emotie erop (blij, bang, boos, verdrietig) en moesten ze zeggen wat de emotie was. Vervolgens moesten ze drie dingen opnoemen die hun boos, verdrietig, bang of blij maakten. De kinderen mogen zelf hun doos houden. Ze kunnen daar bijvoorbeeld hun geheimen of hun tekeningen in doen. Het is iets dat ze helemaal zelf kiezen.”

Verdriet en verbinden

Petra Schipper wordt ondersteund door de Commissie Stadspredikant. Stel dat de commissieleden ook zo’n gevoelskoffer hadden, wat zouden ze daar dan in leggen? Voor Marc Stevens zijn dat zowel de fijne als de minder fijne kanten van het leven. “Corona is behalve veel leed, pijn, verdriet ook: overdenken, stilstaan, verbinden, aandacht schenken, bijstaan, hulp bieden, weerbaar zijn, blijven hopen, blijven geloven. Kortom: christen zijn”, verwoordt hij.

Betrokken blijven

Sonja van Santen ervaart dat ze het lastig vindt om er in tijden van corona daadwerkelijk te zijn. “Hoe blijf je betrokken op elkaar, als je niet bij elkaar mag komen?”, vraagt ze zich af. “Hoe blijf je verbonden als alles op afstand moet? Vragen waar we niet omheen kunnen. Natuurlijk zijn er Zoom en Google Meet. Maar het blijft behelpen.” Ze vindt het fijn om te zien dat het werk van de stadspredikant doorgaat, ondanks alle belemmeringen die corona opwerpt. “En wij als commissieleden gaan door met ondersteunen”, besluit ze.

Kaartje voor de hoop

Als je een gevoelskoffer zou maken, wat zou daar dan in te vinden zijn? Mensen die die vraag voorgelegd krijgen, beginnen spontaan over hun verdriet en gemis; over de dingen die wegvallen. Ze delen het leed dat rond hen plaatsvindt en waarvan ze zich soms pijnlijk bewust worden.

Maar in de koffers die mensen met zich meedragen, zitten ook kleurrijke kaartjes. Vreugde om de geboorte van een baby, blijdschap om de ontluikende lente, hoop na het gesprek met een voorbijganger. “Als volwassene zijn we vaak te geremd om voor onze gevoelens en kwetsbaarheden uit te komen”, constateert Stevens.

Wat jammer is, want zeker in coronatijden lopen de emoties soms hoog op. Een gevoelskoffer kan helpen om je gevoelens te benoemen en te herkennen, en om ze ze door middel van kaartjes, foto’s en voorwerpen te ordenen. Dat schept balans, rust en ruimte in je hoofd. En wie durft, kan het slotje openen. We torsen zo allemaal onze eigen koffer door het leven mee, en delen kan soms de eerste stap naar verbinding zijn.

Een versie van dit artikel verschijnt namens de Commissie Stadspredikant in de protestantse kerkbladen De Band (Antwerpen) en De Kapelbode (Brasschaat).

Moeilijke mensen, waarom zou je ze de andere wang toekeren?

Ze kunnen je het bloed onder de nagels vandaan halen: moeilijke mensen. “Heb je naaste lief als jezelf”, luidt het Tweede Gebod. Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Moeilijke mensen kunnen het je knap lastig maken. Hoe houd je zelfs tegenover bullebakken, muurbloempjes en weifelaars het hoofd koel?

De moeilijke mens: het kan je buurman zijn, een collega, een familielid of een lastige klant. Moeilijke mensen bezitten het twijfelachtige talent om je op de meest onmogelijke momenten te overvallen. Ze patenteren je tijd door monologen af te steken, overschreeuwen vergaderingen, laten je mailbox vollopen of spelen de rol van de verongelukte ziel. En dan hebben we het nog niet gehad over de opdringerige types die geen “nee” accepteren, en die de hele wereld ervan willen overtuigen dat hun visie de enige juiste is.

Luizen in de pels

Wat maakt moeilijke mensen moeilijk? Wat maakt dat onze hartslag stijgt wanneer ze in de buurt komen? Moeilijke mensen zijn luizen in de pels van het voorspelbare leven. Ze trekken je uit je comfortzone met gedrag dat je geduld op de proef stelt. Manipulatie, intimidatie, roddel, betekenisvol zwijgen tijdens vergaderingen, achterkamertjespolitiek: het is slechts een greep uit het brede palet waarvan ze zich bedienen. Tactieken die je innerlijke balans kunnen verstoren. Dat maakt negatieve emoties los, variërend van ergernis tot woede, onzekerheid of ontmoediging.

Heb je vijanden lief

Het lijkt dus een slimme zet om de wereld op te delen in moeilijke en makkelijke mensen, en vooral je tijd en energie te steken in de laatsten. Dat houdt het leven overzichtelijk en scheelt een hoop ergernis.

Maar dan komt Jezus in de Bergrede met een opmerkelijke boodschap:

“Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je bovenkleed vraagt, ook je onderkleed niet.”

Lucas 6, 27-30

Uitnodigen tot geweld

“Iemand die je slaat de andere wang toekeren”, vraag je je nu misschien af, “is dat niet een beetje vreemd?” De ander uitnodigen tot geweld is immers in strijd met de menselijke natuur. Wat doen we als we worden aangevallen? We vechten, vluchten of verstijven. In geen geval nodigen we onze vijand uit er nog eens een lap op te geven. Toch zitten er twee belangrijke geheimenissen in de oproep van Jezus.

Olie op het vuur

Jezus daagt ons allereerst uit om niet met gelijke munt terug te betalen, of anders gezegd: om niet te gaan spiegelen. Geen eenvoudige opgave, want het kan verleidelijk zijn een vuistslag te beantwoorden met een vuistslag, en boosheid met nog meer boosheid. Maar daarmee werpen we olie op het vuur en krijgt de negativiteit de kans zich uit te breiden. Gevolg: nog meer negativiteit in de wereld. En dat is uiteraard niet wat we willen bereiken.

Ten tweede kan het toekeren van de andere wang tot inzicht leiden. Om te begrijpen hoe dat werkt, moeten we plaatsnemen in de schoenen van de aanvaller. Stel je voor dat je iemand slaat, en dat die persoon je de andere wang toekeert en zegt: “Toe, geef me er daar ook maar eentje”. Wat zou je reactie zijn? Waarschijnlijk zou je even van je a propos zijn; zo’n aanbod is immers wel het laatste wat je verwacht. De kans is groot dat je niet slaat, maar dat je plots de onredelijkheid van je eigen gedrag inziet.

Gids tot wereldvrede

Dit is de wijsheid van het toekeren van de andere wang: door de agressor even stil te zetten, wordt de spiraal van geweld doorbroken. En door vervolgens vrede tegenover het geweld te plaatsen, krijgt niet het geweld, maar de vrede de kans zich te verspreiden. Dat is waarom Mahatma Ghandi de Bergrede een “gids tot wereldvrede” noemde.

Niet geboren maar gemaakt

Belangrijk om in gedachten te houden, is dat moeilijke mensen dikwijls niet worden geboren maar gemaakt. Achter dat moeilijke gedrag schuilt niet zelden een gebutste ziel die gekwetst, eenzaam of onbegrepen door het leven gaat. Misschien hebben juist moeilijke mensen onze vriendelijkheid wel het hardst nodig. Bovendien kunnen we verrassend veel van ze leren. Moeilijke mensen dagen ons uit grenzen te stellen, geduldig te zijn, en soms houden ze ons een spiegel voor. Gedrag dat we als moeilijk ervaren, zegt namelijk veel over onszelf.

  • Waarom voelen we ons machteloos als iemand onze energie opslorpt? Is dat misschien omdat we ons laten overrompelen, in plaats van helder grenzen te stellen?
  • Waarom roept die joviale persoon irritatie op? Is dat misschien omdat we zelf zeer bedachtzaam zijn, en iets zouden kunnen leren van (het teveel aan) spontaniteit van de ander?
  • En die weifelaar, is die misschien op ons pad gekomen om ons te leren dat beslissingen tijd nodig hebben om te rijpen? Misschien schenkt juist hij ons een lesje in geduld.

Elkaar liefhebben

Moeilijke mensen, ze wandelen onder ons en maken deel uit van onze familie, onze werkvloer en onze gemeenschappelijke ruimten. We zullen ze een leven lang blijven tegenkomen. Sterker nog: grote kans dat ook wij er af en toe één zijn.

Dat is waarom Jezus ons uitdaagt de ander lief te hebben, ondanks al zijn of haar fouten, eigenaardigheden en typische trekjes. Dat is hoe ook hoe wijzelf ons ten diepste geliefd mogen weten.

Meer lezen?

  • Lucas 6
  • Leviticus 19, 18
  • Mattheüs 22, 37-39

Een les van Jezus over grenzen stellen

Grenzen stellen gaat over het bewaken van de balans tussen jezelf en de ander. Grenzen zijn een kwestie van ruimte geven en ruimte nemen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Het stellen van grenzen gaat meestal niet vanzelf; het vergt bewustwording en oefening.

Een predikant getuigt: “In mijn beginjaren las ik over ‘het agogisch moment in het pastorale optreden’. Dat gaf mij het gevoel gesprekken te moeten sturen, maar dat past niet bij mij. Ik ben een vriendelijke man die goed kan luisteren. Gelukkig heb ik ontdekt dat er na een aantal gesprekken een relatie ontstaat waarbinnen mensen zich veilig voelen. Het is oké om vrijelijk mee te gaan in het verhaal van de ander”.

Een journaliste bekent: “Mensen zeggen altijd dat ik goed kan luisteren. Maar dat kan ook een valkuil zijn. Soms ga ik te ver mee in het verhaal van de ander, en dan merk ik achteraf dat het een slecht interview is geworden doordat ik me onvoldoende kritisch heb opgesteld”.

Extravert, introvert of ambivert

Hoe we omgaan met ruimte geven en ruimte nemen, zegt veel over onszelf. Scoor je hoog op het persoonlijkheidskenmerk extraversie, dan zul je verbaal gemakkelijker ruimte innemen dan iemand die introvert is aangelegd. Introverten zijn veeleer geneigd tot luisteren en overdenken. Ze hebben een rijke binnenwereld en krijgen energie van het alleen zijn, terwijl een extravert vooral energie put uit de interactie met anderen.

Zelf reken ik mij tot de ambiverten. Voor een ambivert draait alles om de wisselwerking van stiltemomenten en het vruchtbare samenspel met anderen. Tot welke drie van de typen je je ook rekent, het sleutelwoord is balans.

Grenzen en Jezus

Worstel je weleens met grenzen? Dan ben je in goed gezelschap. Ook Jezus stond tijdens zijn Aardse bestaan geregeld voor de uitdaging de balans te bewaken tussen zichzelf en de ander. Een voorbeeld vinden we in het Lucasevangelie. Nadat Jezus de nacht heeft doorgebracht bij de apostel Simon, zoekt hij vroeg in de ochtend een eenzame plaats op. Hij is omringd geweest door mensen en verlangt naar een moment van bezinning. Maar dat is buiten de menigte gerekend. Grote groepen mensen volgen hem, en ze proberen hem over te halen om terug te keren. Jezus zegt:

“Ik moet ook in andere steden het goede nieuws over het Koninkrijk van God vertellen. Want daarvoor ben Ik gestuurd.”

Lucas 4, 42-44

In plaats van zich door de doelen van anderen te laten bepalen, herinnert Jezus de mensen aan zijn doelen. Hij laat zich niet overweldigen, maar doet wat hij moet doen: zijn missie voortzetten langs de synagogen van Galilea.

Gesprekken sturen

Even terug naar de predikant die zich onprettig voelde bij de gedachte een gesprek te moeten sturen. Waarom zei alles in hem “nee”? Dat was omdat sturen niet strookte met het zijn eigen pastorale doel: anderen een plek geven door te luisteren. Voor de journaliste gold iets anders. Scherpe interviews hebben een andere insteek dan een pastoraal of therapeutisch gesprek. Een journalistiek doel vereist soms wel degelijk sturen.

Grenzen stellen vereist oefening. Het vinden van de balans tussen jezelf en de ander, is een evenwichtsoefening die je eigenlijk alleen met vallen en opstaan kunt leren. Wat helpt, is om voorafgaand aan een gesprek of ontmoeting je doelen op een rijtje te zetten. Stel jezelf eens de volgende vragen:

  • Wat wil ik aan het einde van deze dag hebben bereikt?
  • Hoe wil ik vandaag mijn tijd indelen?
  • Wat is mijn mening over dit onderwerp?
  • Wat wil ik absoluut te weten komen, welke informatie is belangrijk?
  • Wat kan ik bijdragen?
  • Past dit wel bij mijn persoonlijke waarden, doelen of overtuigingen?
  • Hoe geef ik vriendelijk en toch duidelijk mijn grenzen aan?

Door jezelf richtinggevende vragen te stellen, zet je voor jezelf alvast een kader uit. Zo’n kader kan helpen om je niet te laten overweldigen, maar om elke nieuwe ervaring vol vertrouwen tegemoet te treden. Je hebt immers houvast, je weet wat je doelen zijn.

Altijd voorbereid

De kracht van Jezus was dat hij altijd was voorbereid. In plaats van zich te laten leiden door de omstandigheden of door de agenda’s van mensen, was hij zich bewust van zijn missie. De innerlijke zekerheid die dat geeft, maakt ook dat hij ontspannen kon reageren op mensen die probeerden zijn grenzen te overschrijden. Jezus kende zijn doelen, en daarom volstond het anderen daaraan te herinneren.

Geloven in een wereld in verandering

Alles verandert. “Alles stroomt”, zei de Griekse filosoof Heraclitus. Je stapt nooit twee keer in dezelfde rivier, want als je voor de tweede maal je voet in het water steekt, zal de rivier niet langer hetzelfde zijn. Alles is voortdurend in beweging en ontwikkeling. Soms baart ons dat zorgen. Want er zijn dingen die we koesteren, herinneringen die we het liefst voor altijd zouden bewaren.

Voor wie zijn (of haar) geboortedorp of -stad al een tijdje heeft verlaten, zal het een herkenbaar scenario zijn. Elke keer dat je er terugkeert, doet alles minder vertrouwd aan. Karakteristieke huizen en oude eiken zijn verdwenen, appartementencomplexen en winkels zijn verrezen. Een van de weinige herkenningspunten is de oude kerk, die vastberaden haar spits opricht boven een wereld in verandering.

Verloren strijd

Het omgaan met verandering is niet altijd eenvoudig. Veranderingen kunnen ons uit balans brengen. Ze kunnen maken dat we krampachtig aan de dingen vast proberen te houden, dat we alles onder controle willen houden. Maar dat levert stress op en is meestal een verloren strijd. “Alles stroomt”, zei de Griekse filosoof Heraclitus. Panta rhei.

Sterven en geboren worden

De zalm is een bijzonder dier. Zalmen leven in grote scholen en zwerven uit door vele wateren. Tijdens hun leven kunnen ze een lengte bereiken van wel 150 cm. Opvallend is dat zalmen uiteindelijk terugkeren naar de plaats waar hun leven begon. Daar zullen ze paren, eitjes leggen en vervolgens binnen een week sterven. Na hun dood vormt hun lichaam een vruchtbare broedkamer voor de jonge vissen, en is het een grote bron van voedsel binnen het ecosysteem. De zalm sterft letterlijk om leven te geven.

Die natuurlijke cyclus van sterven en geboren worden, vinden we ook terug in het Johannesevangelie.

“Indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort.”

Johannes 12, 24

Ook de profeet Jesaja zet in op een hoopvol “verandermanagement”:

“Denk niet aan de dingen van vroeger, let niet op de dingen van het verleden. Zie, Ik maak iets nieuws. Nu zal het ontkiemen. Zult u dat niet weten? Ja, Ik zal een weg aanleggen in de woestijn, rivieren in de wildernis.”

Jesaja 43, 18-19

Dat klinkt allemaal prachtig natuurlijk, maar het is geen sinecure om je dromen, plannen, vertrouwde routines of plekken te zien sterven. Afscheid doet pijn. En dit is het voornaamste probleem met verandering: je ziet wel wat er verdwijnt, maar niet wat er ontstaat. Het nieuwe is nog niet geboren. En voor zover het al wel zichtbaar is, heeft het zijn dienst nog niet bewezen. Logisch dus dat je je afvraagt: “Kan het nieuwe wel zo goed zijn als het oude? Is verandering altijd een verbetering?”

Fraters in Vught

Voor het glossymagazine Klooster bezocht ik een communiteit in het Noord-Brabantse Vught, waar de fraters eeuwenlang lief en leed hadden gedeeld. Maar met het veranderen van de tijden sloten zich geen nieuwe fraters meer bij de orde aan, en de aanwezige broeders werden ouder. Veel mensen zien met lede ogen toe hoe oude tradities verdwijnen. “Hoe moet dat nu met de kerk?”, vroeg een oudere dame zich bezorgd af, “wie zal er na corona nog een kerkgebouw binnenstappen? Zal er dan nog wel geloof over zijn in de samenleving?”

Het oude klooster in Vught bruist vandaag weer van het leven. Het rusthuis voor oudere fraters werd in 2001 omgedoopt tot Kloosterhotel ZIN. Het biedt gastvrijheid aan rustzoekers die willen bijkomen van het jachtige bestaan. Het kloosterritme is nog altijd leidend. Als ’s morgens de bel gaat, verzamelen de gasten zich voor de ochtendmeditatie die wordt geleid door een oude frater. Een andere frater verzorgt intussen het biologische ontbijt – iets wat hij al 20 jaar doet. Tussen de moestuinen en kippenrennen staat een atelier, waar de inwonende kunstenares aan haar creaties werkt. Een monastieke plek die ooit ten dode opgeschreven leek, is op een wonderlijke manier tot leven gekomen.

Terug naar huis

Het is niet altijd gemakkelijk om vaarwel te zeggen tegen het oude. Sterven blijft een pijnlijk proces, afscheid nemen evenzeer. Maar pas wanneer we onze gehechtheid loslaten aan dat wat is en aan dat wat was, kunnen we oog hebben voor dat wat komen zal. Het water stroomt, en dat geldt ook voor het Levende Water, zoals Jezus in Johannes 7, 37-39 de heilige Geest omschrijft.

Zalmen balanceren op de cadans van het leven. Ze laten zich meedrijven met het water, in het vertrouwen dat de stroom hen altijd terug naar huis zal brengen. En dat, als het oude sterft, er altijd weer iets nieuws ontstaat.

De kunst van het kritiek ontvangen

Kritiek kan je onzeker maken en ertoe leiden dat je aan jezelf gaat twijfelen. Een scherpe opmerking kan aanvoelen als een persoonlijke aanval. Wat maakt kritiek ontvangen toch zo lastig? Het zijn vooral de stresshormonen die vrijkomen in ons lichaam die maken dat we soms te heftig reageren.

Zelf werd ik mij hier op een zondag van bewust. Na afloop van een kerkdienst stond ik als predikant bij de deur om de gasten te begroeten. Er kwam een vrouw naar me toe. “De preek was goed”, zei ze, “maar de organist was veel te prominent aanwezig. Dat deed af aan jouw preek. Nu was het evenwicht in de liturgie volledig zoek.”

Flinke klap

Op slag voelde ik mijn lichaam verstijven. Koortsachtig zocht mijn brein naar een manier om de binnenkomende informatie te ordenen. Wat was er niet goed geweest? Was het de lengte van de psalmen, waren het de instrumentale stukken, of was het de toegift van de organist aan het eind? Ongetwijfeld dat laatste.

“Wat vervelend dat u de dienst niet als positief hebt ervaren”, zei ik. En ik vertelde haar dat de organist die het al maandenlang zonder publiek had moeten stellen, graag een toegift had willen geven. “Dat had jij niet moeten toestaan”, vond de vrouw. Toen ze verdween, voelde ik me even alsof ik een klap in mijn gezicht had gekregen. En een flinke ook.

De tweede persoon die een babbeltje kwam maken, was een oudere dame. Ze straalde. “Ik was zó bemoedigd door die prachtige orgelmuziek!”, riep ze uit. “Al zoveel maanden heb ik geen concert meer kunnen bezoeken. En dit kreeg ik zomaar cadeau!” Ze was nog niet uitgesproken of twee andere mensen voegden zich bij het gezelschap, vol lof over de preek én over de getalenteerde organist.

Drie mogelijke stressreacties

Hoe meer we ons hart en ziel in een taak hebben gelegd, hoe groter de kans dat kritiek stress oproept. Er komen dan stresshormonen vrij in ons lichaam. Psychologen onderscheiden drie verschillende soorten stressreacties:

  • Vechten. Je hartslag stijgt, je bloed trekt naar je slapen en je maakt je klaar voor een tegenaanval. “Dat pik ik niet, ik zal hem wel eens vertellen wat ik ervan denk!”, is een typische vechtreactie.
  • Vluchten. “Hoe kom ik hier zo snel mogelijk weg?” Dat is de eerste impuls bij een vluchtreactie. Het verlaten van een vergadering, het verduisteren van bewijs, het bedenken van uitvluchten of anderen de schuld geven: het zijn stuk voor stuk vluchtreacties.
  • Verstijven. Mensen die verstijven, klappen dicht. Deze stressreactie wordt ook wel “bevriezen” genoemd. Je bent zodanig uit het lood geslagen dat je aan de grond genageld staat.

Verpakkingsmateriaal

Hoe verklaarbaar zulke reacties ook zijn, in de heat of the moment zien we gemakkelijk iets belangrijks over het hoofd. Namelijk om na te gaan of de kritiek wel waar is. Wat maakt dat we kritiek soms zo gemakkelijk voor lief nemen? Enerzijds heeft dat te maken met onze eigen onzekerheid, anderzijds met de vorm waarin de kritiek is gegoten. Sommige critici beheersen de kunst om hun boodschap te verpakken in uitermate overtuigend verpakkingsmateriaal.

  • Lichaamstaal. De criticus bedient zich van een zelfverzekerde houding, gerechte rug, stapt met kordate passen op je af.
  • Mimiek. Zijn of haar uitstraling is krachtig, zonder een zweem van twijfel of onzekerheid.
  • Woordkeus. Een herkenbare mening klinkt als volgt: “Ik vind dat geen goed plan; ik denk dat je dat anders moet zien; die outfit is niet mijn smaak“. Maar – en dit is tricky – veel meningen gaan vermomd als feit: “Dat plan is waardeloos”, “dat moet je anders zien”, “die outfit trekt op niets”.
  • Positie, leeftijd en ervaring. De egalitaire maatschappij ten spijt; de mening van de baas wordt nog altijd hoger aangeslagen dan die van de stagiair.

Kritiek verifëren

Overtuigingskracht kan ertoe bijdragen dat we de criticus al te gemakkelijk gelijk geven. Maar dat is niet altijd terecht. Kritische mensen zijn er uiteraard van overtuigd dat hun zienswijze de enige juiste is, maar ze vergeten weleens dat iedereen die werkelijkheid anders ervaart. Het is dus belangrijk dat critici alleen gelijk krijgen als ze dat daadwerkelijk hebben.

Krijg je ongezouten kritiek te verwerken? Stap één is je criticus vriendelijk te bedanken voor de feedback. Maar dan komt stap nummer twee: de informatie verifiëren. Klopt de kritiek wel met de feiten? Wordt het geuite bezwaar ook door anderen zo ervaren? En wat zegt de kritiek over de gever ervan? Drie belangrijke vragen om bij stil te staan.

“Onderzoekt alle dingen, behoud het goede”

1 Thessalonicenzen 5, 21

Hoe lastig het ook kan zijn om kritiek te krijgen, als je gefundeerde kritiek ter harte neemt kan het uiteindelijk een cadeautje zijn. Het is een uitgelezen kans om te leren, te groeien en jezelf te verbeteren. De kritische vrouw gaf mij die zondag een waardevolle les mee , maar die ging niet over de samenstelling van de liturgie.

Net als preken en orgel spelen, is ook kritiek ontvangen een kunst die je kunt leren.