Timotheüs. Van antiheld tot overwinnaar

Tijdens zijn leven schreef de apostel Paulus meerdere brieven. Twee pastorale brieven zijn gericht aan Timotheüs. Wie was deze Timotheüs? Verdiepen we ons in zijn persoon, dan ontstaat een ambigu beeld. Timotheüs begon als het prototype van de antiheld, maar eindigde als bisschop van Efeze. Juist deze man, die vele malen zijn twijfels en angsten moest overwinnen, heeft ons vandaag veel te vertellen.

Van Timotheüs weten we dat hij geboren is als zoon van een joods-Israëlitische moeder en een Griekse vader in Klein Azië (nu Turkije). Door zijn gemengde afkomst is Timotheüs van alles een beetje, maar nergens hoort hij volledig bij. De Grieken zullen zeggen dat hij een halve Israëliet is; de Israëlieten noemen hem een halve Griek. Daarbij is Timotheüs jong, onervaren en van nature gereserveerd en verlegen. Niet iemand die graag de schijnwerpers opzoekt.

Teer plantje

Gaan we in de brieven op zoek naar aanwijzingen over Timotheüs, dan vinden we een aantal opmerkelijke dingen. Zoals dit advies van Paulus:

“Drink niet alleen water, maar ook een beetje wijn, vanwege je maag en je veelvuldige zwakheden.”

1 Timotheüs 5:23

Paulus vindt het bovendien nodig om de gemeente in Korinthe per brief te waarschuwen dat als Timotheüs hen komt bezoeken, ze ervoor moeten zorgen dat hij niets te vrezen heeft en dat niemand hem met minachting mag behandelen (1 Cor. 16:10-11). Ook aan Timotheüs zelf schrijft Paulus: “Laat niemand op je neerkijken omdat je jong bent” (1 Tim. 4:12).

Al die boodschappen lijken te zeggen: “Lieve mensen, doe een beetje voorzichtig met Timotheüs, want hij heeft nog niet zoveel weerstand.” Zo op het eerste gezicht lijkt hij in niets op de doorsnee man-met-macht. Hij heeft niets van het rijzige type dat je in bestuursraden terugvindt, de bebaarde patriarch of de CEO in maatkostuum. Timotheüs is veeleer een teer plantje; jong en groen, maar ook kwetsbaar. Iemand van wie niemand iets groots verwacht.

Foto door PhotoMIX Company op Pexels.com

Verbrijzeld vat

Maar Paulus weet wel beter. “Onderschat deze jongen niet”, waarschuwt hij telkens. Paulus spreekt uit ervaring. Ooit ging hij zelf op de knieën om God te bidden om hem van zijn zwakheden te verlossen. Toen kwam hij tot het inzicht dat Gods genade genoeg is, omdat Gods kracht zich eerst ten volle in zwakheid openbaart (2 Korinthe 12:9). Paulus beseft daarom als geen ander dat dikwijls niet de groten der aarde geroepen zijn om grote dingen te doen, maar dat Gods Zijn kracht laat wonen in kleine, broze en breekbare vaten.

Timotheüs voelt zich een verbrijzeld vat. Meer dan eens zelfs. Hij laat regelmatig een traan, gaat gebukt onder verdriet en ziekte. Tegelijk heeft Timotheüs een krachtig geloof. Die ambiguïteit doortrekt zijn leven. En hoewel hij door zijn gemengde afkomst van geen enkele groep volledig deel uitmaakt, is hij juist daardoor in staat om grenzen te overstijgen en volkeren te verenigen. En hij mag dan groen en onervaren zijn, juist daarom valt Timotheüs in de categorie ‘jong en veelbelovend.’

Niet in menselijke strekte huist kracht, maar in ontvankelijkheid en overgave.

Ambiguïteit kenmerkt de levensweg van Timotheüs. Vreugde en verdriet wisselen elkaar af, kracht en zwakte, verbinding en verlatenheid. Toch ervaart hij dwars door dat alles heen dat God hem draagt. Dat is ook de kern van zijn verhaal: niet in menselijke sterkte huist kracht, maar in ontvankelijkheid en overgave. Dit is de grondhouding die Timotheüs zijn leven lang blijft praktiseren, totdat hij in circa 97 als bisschop van Efeze (volgens een overlevering van Eusebius) de marteldood sterft.

Timotheüs heeft zoveel goeds gedaan; zo vaak zijn eigen innerlijke demonen overwonnen, en dan moet zijn leven zo tragisch eindigen. Waarom gebeuren er slechte dingen met goede mensen? Dat is de vraag waarmee zijn volgers achterblijven. Een vraag ook, die vandaag veel mensen bezighoudt. Je doet zoveel goeds, je hebt alles gegeven, en dan word je toch verkeerd begrepen. Of iemand die je liefhebt, wordt ongeneeslijk ziek.

Kruisdragers

We zeggen graag tegen elkaar: “Wie goed doet, goed ontmoet.” Als je goede daden verricht en positiviteit verspreidt, keert dat inderdaad heel vaak tot je terug. Maar niet altijd. Meer dan 360 miljoen christenen wereldwijd worden geconfronteerd met vervolging, onderdrukking en onrecht wegens hun diepste overtuigingen. Het lijden van Timotheüs is dat van Jezus Christus, en dat van vele mensen overal ter wereld die in Zijn voetsporen treden.

Evangelie komt van het Griekse euangelion, dat ‘goede boodschap’ betekent. Het evangelie brengt inderdaad blijdschap, verwachting en hoop. Tegelijk is er altijd weer die ambiguïteit. Want Christus achternagaan; in Zijn voetsporen treden, betekent óók dat je een stukje kunt meedragen van Zijn lijden en Zijn kruis.

Als een goede vader waarschuwt Paulus Timotheüs, zodat hij alvast voorbereid is op wat hem te wachten staat. “Timotheüs, je bent nog jong. Weet dat als je de weg van Christus gaat, het leven niet altijd rozengeur en maneschijn zal zijn. Mensen zullen je liefhebben en haten, bewieroken en bespotten, omhelzen en afwijzen.”

Foto door Download a pic Donate a buck! ^ op Pexels.com

Onrechtvaardig

Waarom gebeuren er slechte dingen met goede mensen? Het is die realiteit waarvoor vele Bijbelverhalen ons waarschuwen. We geloven graag in een eerlijke, logische en rechtvaardige wereld, maar de realiteit is vaak het tegenovergestelde. Jezus deed het goede. Toch eindigde Hij aan het kruis. David deed wat goed was, toch moest hij vluchten voor Saul om zijn leven te bewaren. Timotheüs deed het goede. Toch eindigde hij de marteldood.

  • Waarom kruisigde de menigte Jezus, zelfs al konden ze geen enkel verwijt tegen Hem vinden? Jezus gaf hen een ongemakkelijk gevoel. Hij zei dingen die het establishment liever niet wilde horen. Door Zijn onderwijs bevroeg Hij de gangbare orde en machtsstructuren en hield Hij mensen een spiegel voor. Mensen zagen Hem dus liever als een onruststoker dan als een heilige.
  • Waarom wilde Saul David vermoorden? Na zijn overwinning op de reus Goliath was David enorm populair geworden. Saul werd jaloers en achterdochtig. Hoe kon een eenvoudige herdersjongen zelfs een grote koning in de schaduw stellen? Hoe meer hij zag dat God met David was, hoe meer een kwaadaardige razernij bezitnam van zijn hart.
  • Waarom stierf Timotheüs naar verluidt de marteldood onder keizer Nerva? Opnieuw omdat hij een boodschap bracht en een hoop uitstraalde die haaks stond op de machtsstructuren van deze wereld, en op wat mensen graag geloven.

Het vervolgen van deze boodschappers leek voor veel mensen dé oplossing om een einde te maken aan de boodschap. Dé manier om hun wereldbeeld te redden, hun machtsposities, tradities en status quo. In het Johannesevangelie waarschuwt Jezus:

“Als de wereld jullie haat bedenk dan dat zij Mij eerder heeft gehaat dan jullie. Als je van de wereld zou zijn, zou de wereld liefhebben wat haar toebehoort. Maar omdat je niet van de wereld bent, maar Ik jullie uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld jullie.”

Johannes 15:18-21

Wees voorbereid. Dat is feitelijk wat Jezus hier zegt. Als je Mij volgt, wees dan niet verbaasd als er brandende pijlen op je afkomen. Zolang we er braaf het zwijgen toe doen zal niemand aanstoot aan ons nemen, maar gaan we de liefde van Christus uitstralen naar de wereld, dan wekt dat reactie. Want dan zijn we ambassadeurs van een Koninkrijk dat vaak haaks staat op de wetten en de machtsstructuren van deze wereld. Toch zijn we geroepen om die ambassadeurs te zijn.

Foto door Inzmam Khan op Pexels.com

Tranen

Timotheüs was geen held van nature. De brieven van Paulus tonen een kwetsbare jongeman. Maar zoals hij is, zo wordt hij door Paulus liefgehad en aanvaard. Paulus zegt niet: “Kom op Timotheüs, verman je. Wees eens wat flinker. Je moet daar toch boven staan!” Zulke woorden worden vaak gebruikt als dooddoener, maar wat ze eigenlijk zeggen is: het is verkeerd om je zo te voelen; jouw emoties mogen er niet zijn.

Nee, Paulus toont empathie en medeleven. Vaak is hij oprecht bezorgd en als een goede vader neemt hij Timotheüs in bescherming. Hij schrijft:

“Telkens als ik je in mijn gebeden noem, dag en nacht, dank ik God (..) Als ik aan je tranen denk, verlang ik ernaar je terug te zien, dat zal me met vreugde vervullen.”

2 Timotheüs 1:3-4

Het besef van Timotheüs’ verdriet doet Paulus er innig naar verlangen hem nabij te zijn. Om te troosten en te steunen. Maar afstand scheidt hen, en daarom bemoedigt Paulus Timotheüs om ondanks zijn verdriet door te gaan:

“Houd vol, laat je niet belemmeren het vuur vast te houden dat je door God geschonken is.”

2 Timotheüs 1:6

Kinderen van de belofte

Zouden we in een rechtvaardige wereld leven, dan zou het volstrekt onbegrijpelijk zijn dat goede mensen door het kwade worden getroffen. Maar deze gebroken werkelijkheid is ambigu. Elke dag opnieuw sterven er mensen op het strijdveld, in gevangenissen, in burgeroorlogen en guerrilla’s. Levens van onschuldigen die hebben gehuild, gelachen en liefgehad, maar waar plots een streep door werd getrokken door meedogenloze regimes.

Ook ons leven kan een strijdveld zijn. Net als Timotheüs vechten we allemaal onze eigen kleine of grote strijd. Als ons het slechte overkomt, mogen de woorden van Paulus ook jou en mij inspireren om de moed niet te verliezen. Als Timotheüs een geschiedenis kon schrijven die al 2.000 jaar rondgaat, dan mogen ook wij onszelf zien als kinderen van de belofte.

Timotheüs leek niet geboren voor het succes. Toch koos God juist dit smalle twijgje om uit te groeien tot een grote boom. Sterk genoeg om stormen te doorstaan. Wat denk jij als je ’s morgens vroeg in de spiegel kijkt? “Hmmm, ik word er ook niet jonger op”, of: “Oei, weer een bad hair day“? God ziet verder dan dat. Hij ziet zoveel meer dan onze fouten en tekortkomingen. God zag Timotheüs niet zoals hij was, maar zoals hij kon zijn. Als meer dan overwinnaar!

“God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.”

2 Timotheüs 1:7

Bent je weleens bevreesd? Voel je je soms klein of onbekwaam? Paulus spoort Timotheüs aan: houd het vuur brandend. Zie niet op wie je zelf bent, op je eigen beperkingen. Richt je ogen omhoog, naar de sterren. Want zelfs al word je door een leger omsingeld, de Eeuwige en Almachtige is aan je zijde!

Gebroken vaten

In het hart van Timotheüs vindt God een welkome plaats om te wonen. De God die deze ogenschijnlijke antiheld tot een groot bisschop vormde, is vandaag ook met jou en mij. Zijn kracht wordt ten volle openbaar in kwetsbaarheid. Hij kiest de gebroken vaten van deze wereld uit om een veelkleurig mozaïek te maken. Niet de trotsen of machtigen. Niet hen die zich op de borst kloppen, want zij zijn al vol van zichzelf – in hun hart is geen plaats voor God.

Maar als wij bereid zijn op te staan en te zeggen: “God hier ben ik, zend mij!”, dan zal Hij ons verhoren. Hoe groot onze zwakheden, fouten en tekortkomingen ook zijn, God is altijd groter.

Timotheüs begon als de ultieme antiheld, maar eindigde als held. De mensen die hem het zwijgen oplegden, konden zijn geest en getuigenis niet tot zwijgen brengen. Het verhaal van Timotheüs wordt tot op vandaag nog verteld. Als we dat doen, brengen we Timotheüs telkens opnieuw tot leven. Laten we een voorbeeld aan hem nemen. Laten we leven zoals hij; soms verdrietig, onzeker, aarzelend, tastend of zoekend, maar altijd met overtuiging.

Laten we een voorbeeld nemen aan deze held en erop uitgaan. Zodat we kunnen schijnen als sterren in een donkere wereld en een groot en machtig verschil maken.

Foto door Klaus Nielsen op Pexels.com

Preek protestantse kerk Denderleeuw, zondag 2 oktober 2022 door drs. Kelly Keasberry

Vrede vergt de moed om tegendraads te zijn

Afgelopen woensdag was het de Internationale Dag van de Vrede. En elke vrijdag wensen joodse mensen elkaar shabbat shalom. Vrede, de wereld heeft er de mond van vol. Maar juist nu lijkt de vrede verder weg dan ooit. “Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden”, stelt Jezus in de Bergrede. Maar wat doe je als vrede ver te zoeken is? Alleen maar bidden, zegenen wie je vervolgen? Soms vergt vrede de moed om écht tegendraads te zijn.

Nog niet zo lang geleden hield Usula von der Leyen haar State of the Union-toespraak. Ze verscheen van top tot teen in geel-blauw, geflankeerd door dito Europese vlag. “Vandaag heeft moed een naam, en die naam is Oekraïne”, stelde Von der Leyen. Krachtige retoriek, maar vergat de EU-voorzitter niet iets? Moed kan ook een Russische naam dragen. Want niet alleen Oekraïners, maar ook Russen zijn slachtoffers van een uitzichtloze strijd.

Ursula von der Leyen (c) Al Arabiya

Schijnsolidariteit

De afgelopen week maakte Vladimir Poetin bekend een leger van 300.000 mensen te willen mobiliseren. “Als je opgeroepen wordt, is het vluchten of sterven”, zei een Russische jongen in de krant. Tot de ongelukkigen die zo’n oproep kregen, behoorden een 26-jarige jongeman die met een promotieonderzoek bezig was en een 63-jarige man met diabetes. Mensen die gewoon hun dagelijkse levens leidden, totdat ze werden gedwongen om hun leven te wagen in een nodeloze strijd. Wat is de naam van moed? Het zijn de namen van miljoenen mensen wereldwijd, die zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor de vrijheid van meningsuiting. Meisjes, jongens, mannen en vrouwen die durven op te staan tegen een ontmenselijkend regime.

Von der Leyen riep ogenschijnlijk op tot solidariteit. Maar solidariteit neemt soms de vorm aan van kiezen of delen. Wie niet voor ons is, is tegen ons; wij tegen zij. Zulke schijnsolidariteit kan ontaarden in vijandsbeelden. Laten we nooit vergeten dat een oorlog alleen verliezers kent. Meedogenloze dictators hebben de neiging om alles en iedereen mee te sleuren in hun val.

Hippie met lange haren

Oorlogsdreigingen kunnen je als christen in een lastig parket brengen. De werkelijkheid staat zo vaak haaks op wat wij geloven. “Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden”, stelt Jezus in de Bergrede (Mattheüs 5:9). Maar wat doe je als vrede ver te zoeken is? Je vijand de andere wang toekeren? Op je knieën gaan, zegenen wie je vervolgen? Dat klinkt vroom, maar probeer het maar eens uit als een vijandig leger je op de hielen zit.

Soms wordt Jezus voorgesteld als een hippie met lange haren die niet helemaal van deze wereld was. Een idealist op sandalen, een beetje soft. Peace man. Hij preekte absoluut een boodschap van liefde en vergeving. Maar in het Lucasevangelie laat Hij zich ook van een andere kant zien.

“Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.”

Jezus in Mattheüs 10:34-39; Lucas 12:52-53

Dan kun je je afvragen: wat is hier aan de hand? Roept Jezus plots op tot geweld, tot een soort christelijke jihad? Tot polarisatie? Dat is de reden dat veel mensen die tekst liever links laten liggen, en zich focussen op Bijbelverhalen die wat prettiger zijn voor onze gemoedsrust.

20th Century Fox

Geen feel good religion

Toch zijn Jezus’ woorden juist zo interessant omdat ze zo realistisch zijn. Ze maken komaf met het al te romantische beeld van Jezus als een softe hippie. Hier lezen we een hartgrondige waarschuwing: “Wéét wat je te wachten staat, dit is de realiteit!” De aard van de godsdienst die Jezus brengt, is zuiver, vredelievend en liefdevol; maar dat maakt ook dat die boodschap een tegendraads randje heeft. Het wandelen in de voetsporen van Jezus is geen feel good-religion. Het evangelie is ook confronterend. Het snijdt en het schuurt. De zuiverheid die Jezus voorstaat is zo vaak strijdig met de trots, de machtswellust en expansiedrift van mensen.

Meent niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen maar het zwaard. Als alles lange tijd goed gegaan is, worden we misschien een beetje gezapig. We beginnen te denken dat de status quo voor altijd zal duren. Dat wij mensen alles onder controle hebben. Dat we met onze ratio de werkelijkheid kunnen verklaren, dat vooruitgang het codewoord is dat de wereld zal gaan verbeteren, ja, misschien zelfs dat we God niet langer nodig hebben.

Christenvervolging

Meent niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen maar het zwaard. Wat moet je vandaag nog met zo’n boodschap? Wie leeft er graag in onmin met zijn familie? Wie wordt er graag verworpen of vervolgd? Maar waar naar de kerk gaan vroeger de norm was, behoor je als gelovige in Noordwest-Europa nu tot een minderheid. De tijd is gekomen dat ook wij, als we zeggen in God te geloven, iets uit te leggen hebben. “Andersheid” roept soms heftige reacties op.

Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.”

Die ongemakkelijke woorden van Jezus zijn voor miljoenen christenen wereldwijd de dagelijkse realiteit. Soms letterlijk. In Afghanistan bijvoorbeeld, waar duizenden christenen executie vrezen onder het regime van de Taliban. Dit jaar voert dat land voor het eerst de Ranglijst Christenvervolging 2022 aan. Nummer twee is het Noord-Korea van Kim Jong-un, die geen “andere goden” naast zich duldt, laat staan boven zich. Daarna volgen Somalië, Libië en Jemen. In al die landen betalen christenen een hoge prijs voor hun geloof.

Open Doors

Zingevingscrisis

Die ongemakkelijke realiteit roept een vraag op. Wat hebben wij vandaag, in het comfortabele westen, over voor ons geloof? Welke prijs zijn we bereid te betalen? Of bewaren we ons geloof liever voor achter de voordeur, om buiten toch maar zo normaal mogelijk te lijken? Maar als we een geheim maken van ons geloof, dan zullen we de wereld nooit de kracht en de sprankeling kunnen tonen van wat ons beweegt. Psychiaters als Dirk De Wachter en Jim Van Os luiden de noodklok over de zingevingscrisis waaronder veel mensen vandaag gebukt gaan. Dat terwijl wij een boodschap van hoop te bieden hebben!

Jezus is in het Lucasevangelie dan ook niet mild voor de menigte.

“Huichelaars, het uiterlijke aanzien van de aarde en de lucht weten jullie te onderzoeken, maar hoe komt het dat jullie deze speciale tijd niet weten te onderzoeken?”

Lucas 12:5-59

De materiële wereld duiden is voor deze mensen geen enkel probleem. Maar de geestelijke tekenen, daar gaan ze aan voorbij. Vandaag zouden we misschien zeggen dat sommige mensen nu eenmaal geen religie-gen hebben, of te slim zijn om in spirituele zaken te geloven. Maar nee, Jezus is onverbiddelijk. Huichelaars! Ook de profeet Jeremia is niet bepaald mild voor de valse profeten. Blijkbaar gaan die mensen moedwillig hun eigen weg, terwijl ze beter hadden kunnen weten.

Ontkenning

“Wie zou zich voor Mij kunnen verbergen? Vervul Ik niet hemel en aarde?” klinken de woorden in Jeremia. Voor wie graag verstoppertje met God speelt, zijn die woorden onheilspellend. Een tegendraads verhaal dat maar al te vaak strijdig is met de dromen waar we graag zelf zo in geloven. En wie van ons speelt er niet graag eens verstoppertje met God? Een student zei laatst tegen me: “Ik kan me toch vlak voor mijn dood nog bekeren? Dan kan ik eerst het leven leiden dat ik graag wil.”

Maar stel nu dat juist het leven met God het goede leven is? Waarom zou je dan het mooiste uitstellen tot morgen als je het nu al kunt krijgen? Dan blijkt misschien pas als je aan het einde van je levensverhaal bent, dat je de meest kostbare episodes hebt gemist.

Innerlijke vrede

In de brief van Paulus aan de Filippenzen lezen we:

“Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw gedachten en uw harten behoeden in Christus Jezus.”

Filippenzen 4:6-7

Midden in een wereld die in oorlogsgedruis verkeert, waarin alles schudt en schommelt, oude zekerheden op de helling gaan, belooft God ons vrede. Nu vraag je je misschien af: hoe verhoudt die belofte zich tot de uitspraak van Jezus over het zwaard? Dat lijkt een tegenstelling, maar die is slechts schijn.

Jezus waarschuwt dat er, zolang we in deze wereld leven, geen vrede zal zijn. Dat is de realiteit waar we elke dag opnieuw mee geconfronteerd worden. Maar Paulus belooft ons een ander soort vrede. Een diepe innerlijke vrede die alle verstand te boven gaat; die niet kapot te krijgen is, zelfs niet in oorlogstijd.

Tegendraads

Zalig de vredestichters. We zijn geroepen om die innerlijke vrede ook naar de wereld uit te stralen. Maar hoe doe je dat? Daarover had ik onlangs een briefwisseling met een huisarts uit Roeselare naar aanleiding van mijn editoriaal in Tertio. We kwamen tot de conclusie dat christelijke vrede niet alleen ligt in lieve woorden spreken, vergeven en bidden. Dat is te passief. En christenen hoeven geen brave seuten te zijn, want dat was Jezus ook bepaald niet.

Juist in een wereld vol oorlogsretoriek en vijandbeelden zijn we geroepen om tegendraads te zijn. De liefde van Christus, die Zichzelf aan het kruis volkomen voor ons overgaf, inspireert ons om alle oorlogsslachtoffers wereldwijd de hand te reiken. Om in zowel de Russische als de Oekraïense jongeren die van hun toekomst worden beroofd, onze zonen en dochters te zien. Om alle ouders die hun kinderen verliezen in een nodeloze strijd, als onze medemens te omarmen.

Onrechtvaardige dictators gedijen op vijandsbeelden en polarisering. Wie daaraan toegeeft, werpt olie op het vuur. Maar radicale naastenliefde en medemenselijkheid zijn een krachtig wapen dat hun draagvlak verzwakt. Daar waar de medemenselijkheid bloeit, verliezen de zaden van haat grond om te ontkiemen.

“Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.”

Mattheüs 5:9

Durven wij het aan om vredestichters te zijn? Als vredestichter ben je weliswaar in de minderheid, maar je staat nooit alleen. De Eeuwige God, die het volledige universum omvat en bezielt, zal met ons zijn. Hij ziet ons echt, zoals wij ten diepste zijn. Voorbij de schilden die we proberen op te houden. Die God wil onze vrede zijn. Een vuur dat hoop brengt, zelfs al is de wereld om ons heen nog zo duister en grimmig.

God wil het koren op de akker van ons leven zijn, dat alles vruchtbaar maakt, dat zich vermeerdert en verspreidt met de wind. Hij wil de hamer zijn in onze handen die de rots vermorzelt; onze kracht die ons in staat stelt om zelfs de hardste en schijnbaar onmogelijke situaties te overwinnen. Wie de Eeuwige God aan zijn zijde heeft, hoeft niet bezorgd te zijn. Omgord door gerechtigheid staan we sterk in de strijd.

Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.

Dit is de tekst van de preek van 25 september 2022 in de Verenigde protestantse kerk Leuven.

Foto door M Venter op Pexels.com

Zonder grenzen wordt het niets

De Oekraïense Nadiyka Gerbish geloofde in vooruitgang. Nu schrijft ze op een blog voor het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap: “Het postmodernisme was fascinerend: zogenaamde evolutionaire vooruitgang en een geloof in toenemende humaniteit. Maar het bleek ongelijk te hebben. De boodschap van de Bijbel is nog steeds actueel. Zwart en wit zijn er nog steeds, goed en kwaad, God en duivel, agressor en slachtoffers”.

Vooruitgang. De voorbije decennia was dat zo’n beetje een codewoord, de “vooruitgang” zou alles oplossen. We stelden onze hoop op economische, evolutionaire en  technologische vooruitgang. We geloofden werkelijk dat die dingen ons tot betere mensen zouden gaan maken. We keken uit naar de dag dat de wetenschap de laatste vraag beantwoord zou hebben, dat de mens geëvolueerd zou zijn naar een Mens 2.0.

Ontheemd

Maar wat doe je als je plots wakker wordt in een wereld die je niet langer herkent? We zijn nog niet goed en wel bekomen van de coronacrisis, of er barst een huiveringwekkende strijd los langs de grenzen van Europa. Moeders en kinderen worden ontheemd, jonge mannen van hun toekomst beroofd en opgeofferd in de strijd. De jongeren die vandaag zelf bommen fabriceren, hadden onze kinderen en kleinkinderen kunnen zijn.

Het vooruitgangsgeloof was een mooie droom, maar de situatie in Oekraïne schudt ons wakker. Terwijl de één druk bezig is zijn eigen hemel op aarde te creëren, worden elders talloze mensen wakker in de hel.

Foto door namo deet op Pexels.com

Wet versus genade?

De Tien Geboden van Mozes uit Exodus 20 en Deuteronium 5 beginnen met “Ik ben de HEER, uw God”. Dan volgen de regels. Toen ik die eens eerder op de liturgie had staan, vroeg de ouderling van dienst: “Klopt die lezing wel? Die gaat over de joodse wet, en daar hebben we het meestal niet over”. Dat tekent hoe we vandaag tegen regels aankijken. Moderne mensen houden niet meer zo van regeltjes en wetten. We willen vrij zijn. Als we al geloven, dan wel graag in een feel good-religie.

Nieuw? Eigenlijk niet. Al aan het eind van de 1ste eeuw was dat een issue. In oude gnostische teksten gevonden bij Nag Hammadi, spelen de Demiurg en de Christus een hoofdrol. En opvallend: die twee zijn tegenpolen. De gnostische stroming in het vroege christendom verzette zich vaak tegen de God van het Oude Testament. In hun ogen was die een wrede en jaloerse Demiurg, geheel anders dan de genadige en liefdevolle God van het Nieuwe Testament.

Ook vandaag geloven veel christenen dat het Oude Testament staat voor de wet, en het Nieuwe Testament voor de genade.

De verzoeking in de woestijn

Maar is het wel zo zwart-wit? In het Lucas-evangelie lezen we hoe Jezus door de duivel op de proef wordt gesteld. Veertig dagen en nachten zwerft Hij door de woestijn. En als Hij dan aan het einde van zijn Latijn is, worden drie speerpunten van verleiding op Hem afgevuurd: brood, macht en geloof.

En wat doet Jezus? Als de duivel zegt: ik zal je alle macht geven als  je voor mij knielt, dan antwoordt Hij: “Er staat geschreven: ‘Aanbid de Heer uw God, vereer alleen Hem’”. Een rechtstreekse verwijzing naar de eerste drie geboden van Mozes. Telkens als Hij wordt verzocht, antwoordt hij met een citaat uit de Thora. Tot vijfmaal toe.  

Net als wij mensen werd ook Jezus beproefd. Net als de vluchtelingen die hun land moeten verlaten, leed ook hij honger en dorst. En ook Jezus kende het verlangen naar eten, naar drinken, de twijfel. Maar Hij was een rabbi, en zijn uitgebreide kennis van de Thora redde hem. Want juist door Gods wil te kennen, zwichtte Hij niet.

Foto door cottonbro op Pexels.com

Mensenrechten en Mozes

Laatst ging ik op de koffie bij de joodse schrijver en psychiater Herman van Praag (92). Voor een interview in Tertio vroeg ik hem naar die aloude tegenstelling van wet en genade. Van Praag was zichtbaar geraakt door mijn vraag. Hij antwoordde: “Dat vind ik zo triest. En het is helemaal niet waar! De Thora heeft twee kanten, de wetgeving en de moraalcode. En die moraalcode verschilt nauwelijks van die in het Nieuwe Testament”.

In zijn boek Mozes’ Nalatenschap stelt Van Praag dat de westerse waarden van vrijheid, gelijkheid en broederschap niet ons eigen bedenksel zijn. Ze zijn zelfs geen uitvinding van de Verlichting, de Franse Revolutie, de mensenrechten of de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. Nee, de diepste wortels van onze moraal gaan terug tot Mozes. Want Mozes kwam in een tijd van despoten en autocraten met een revolutionaire wet. Met tien geboden die de machtswellust van machtshebbers beteugelden, die de rechten en bezittingen van de zwakkere verdedigden. Werkelijk ongezien.

Bergrede

Ook Jezus komt in de Bergrede (Mattheüs 5) met een reeks regels. Een nuance verschil: Hij formuleert ze positief. Niet in de zin van ge- en verboden, maar van zaligsprekingen. Toch eindigt ook Hij met: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten af te schaffen; ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Totdat de hemel en aarde voorbijgaan, zal er geen jota of tittel van de wet voorbijgaan”.

De regels worden dus anders geformuleerd, maar ze blijven wel geldig. En eigenlijk maakt Jezus door Zijn kruisdood alleen nog maar een groter statement: de mens is een wezen dat verlossing nodig heeft. Van al die kwade dingen in zijn hart, van oorlogszucht, van haat, van afgunst, ja, misschien nog wel het meest van zichzelf.

Vrede en vooruitgang

Een tijdlang leefden we in vrede. En het vreemde aan vrede is, dat je langzaam maar zeker kunt gaan denken dat we het allemaal goed voor elkaar hebben met elkaar. Dat de wereld er altijd zo zal blijven uitzien. Dat we ons telkens naar een hoger niveau ontwikkelen. We vinden nieuwe technologieën uit, we reizen naar de maan of naar Mars, we ontwikkelen medicijnen tegen ernstige ziekten. Vrede en vooruitgangsgeloof gaan hand in hand.

Maar wat we gemakkelijk vergeten, is dat vooruitgang geen neutraal gegeven is. Het is een keten die bestaat uit talloze keuzes. Gebruiken we de technologie om massavernietigingswapens te maken, of om ziekten te genezen? Dienen macht en leiderschap om gebieden te veroveren, of te zorgen dat er genoeg is voor iedereen? Gebruiken we sociale media om liefde en positiviteit te verspreiden, of om elkaar af te branden?

De wet van Mozes en de Bergrede drukken ons met de neus op de feiten: we geloven graag dat het wel meevalt met ons, maar oorlogen schudden ons wakker uit de droom. Ook dit is hoe wij mensen zijn.

Foto door Somchai Kongkamsri op Pexels.com

Systemen zonder genade

Onlangs werd ik geraakt door het verhaal van een jonge Russische soldaat, die tegen de Oekraïners had gevochten, maar zich uiteindelijk overgaf. Toen hij zijn moeder belde, kwamen de tranen. “Mama’’, zei hij, “we vechten tegen onze broeders. Terwijl we dachten dat we oefeningen zouden gaan doen”. Honderden jonge soldaten trekken vandaag door de woestijn. Heeft iemand hen gevraagd of zij oorlog wilden? Hadden zij de vrijheid om nee te zeggen?

Veel systemen in deze wereld zijn strikt als de wet van Mozes, maar met een groot verschil: hun architect is niet de God van liefde. Het zijn systemen die in het teken staan van het menselijke machtsverlangen. Van politieke agenda’s. Sommige systemen kennen geen genade. We zagen al tijdens WOII hoe ver dat kan gaan. En als we niet bereid zijn te leren van de geschiedenis, kan het nog altijd zo ver gaan. Want de mens is niet veranderd.

Vastentijd

Dit is de tweede zondag van de vastentijd. Een tijd die tot matiging inspireert, juist nu de wereld ons er aan alle kanten aan herinnert dat wij mensen begrenzing nodig hebben. Aan hoe destructief het is om altijd maar je gang te kunnen gaan. Dit is de tijd om onszelf en anderen, net als Jezus deed in de woestijn, te herinneren aan de aloude grenzen. En ons te bezinnen op vragen als:

  • Waarom zijn die aloude grenzen goed voor ons?
  • Waarom is ons brood niet vanzelfsprekend?
  • Wat hebben wij vandaag om dankbaar voor te zijn?
  • Wat hebben jij en ik om aan deze wereld te geven?

Heldendom

Zonder grenzen wordt het niets. Jezus wist dat. Zijn verzoeking in de woestijn herinnert ons aan de aloude grenzen. En aan de moraal van Mozes, een ethiek die soms letterlijk levensreddend kan zijn. Want ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het verzet, waren er mensen die rechtvaardige wetten in hun hart droegen. En die juist daardoor de moed vonden om te protesteren tegen de collectieve vernietiging en ontmenselijking van 6 miljoen medemensen. Vandaag noemen wij hen helden.

Heldendom begint bij matiging. Bij de beslissing uit te stijgen boven een louter materieel leven, boven je aardse genoegens; boven je dikke ik. Zodat er ruimte ontstaat om een zinvol spiritueel leven te leiden, in diepste verbinding met God. Matiging, dat is wat vrijwel alle religies ons leren.

Foto door Artem Podrez op Pexels.com

Vrijheid in verantwoordelijkheid

Is het christendom dan niet uniek? Zeker wel. Want Jezus droeg ons niet op de wet te volgen; Hij werd zelf de verpersoonlijking van de wet en gaf Zich voor ons over. Door Zijn kruisdood, Zijn genade, pleit Hij ons vrij. Maar niet om opnieuw naar onze driften te leven. Niet om te doen wat we maar willen. De vrijheid in Christus is geen laissez-faire. Het is een vrijheid in verantwoordelijkheid. Een vrijheid die vraagt om een respons. En bovenal om relatie.

Is het u ook opgevallen dat de Eeuwige zich doorheen de Bijbel steeds openbaart in familietermen? Hij noemt ons Zijn kinderen, Hij ziet zichzelf als onze Vader. Maar wat voor Vader is dat? Een strenge Vader die ons regels en wetten oplegt? Of een zachtaardige en begrijpende ouder?

De neiging tot liefhebben en tot altruïsme is diepmenselijk, maar hetzelfde geldt voor de expansiedrift en het machtsverlangen. God weet dat. Hij kent ons. Waar we ook gaan, we dragen altijd zowel de kiem van het goede als van het kwade in ons. Jezus gaf de juiste kiemen water, omdat Hij een eeuwig anker had. Namelijk Gods morele wetten, die in Zijn hart geschreven waren. Welke kiemen voeden wij?

Strikt en barmhartig

Juist omdat God ten diepste betrokken is, kan Hij niet onverschillig zijn over het leed van Zijn kinderen. Iedereen die zelf kinderen heeft, weet dit: een goede ouder is zowel strikt als barmhartig. Want een goede ouder wil dat het goed met zijn kinderen gaat, nietwaar? En God kent ons zoveel beter dan wij onszelf. Zelfs in een wereld die zoveel aan kwaad weerspiegelt, blijft Hij barmhartig. Ondanks alles gelooft Hij in ons.

En Hij nodigt ons uit om ook in Hem te geloven. “Neem Mijn hand”, zegt Hij vandaag tegen u en mij. “Neem Mijn hand en laat je verlossen. Van de pijn en zorgen in je hart, van je donkere gedachten, en misschien nog wel het meest van jezelf. Laat je veranderen door Mijn gerechtigheid, laat Mij je maken tot een veranderd mens. Tot een verbeterde versie van jezelf, mooier dan je menselijkerwijs had kunnen zijn”.

Dát is vooruitgang. Dát is genade.

Deze preek werd op 13 maart 2022 gehouden in de Christusgemeente aan de Bexstraat in Antwerpen. De livestream van de volledige kerkdienst is te bekijken via YouTube.

Foto door Juan Pablo Serrano Arenas op Pexels.com

Teksten

Ik bid niet langer voor vrede

“Op het randje van oorlog,

met één voet er al in,

bid ik niet langer voor vrede:

ik bid voor wonderen.

Ik bid dat stenen harten zullen plaatsmaken voor tederheid,

dat kwaadaardige intenties zullen veranderen in genade;

dat alle soldaten die al aan de frontlinie staan

worden verdreven van de wegen van het gevaar,

en dat heel de wereld verbaasd

op haar knieën zal vallen.

Ik bid dat alle gepraat over God

een ruggengraat zal aannemen;

dat het zal opstaan, zijn kleed van ontrouw afwerpen

en opnieuw wandelen in zijn krachtige waarheid.

Ik bid dat heel de wereld zich zal vergaderen

om brood en wijn te delen.

Sommigen zeggen dat er geen hoop is,

Maar dan heb ik altijd geapplaudisseerd voor de heilige dwazen

die nooit lijken te verzaken aan het schandaal van ons geloof:

dat we door God geliefd zijn,

en dat we elkaar werkelijk kunnen liefhebben.

Ik bid niet langer voor vrede,

Ik bid voor wonderen.”

Ann Weems (1934-2016) vertaling: Kelly Keasberry

Ann Weems was een Amerikaans schrijver, spreker en aanbiddingsleider. Na haar overlijden in 2016 liet ze de wereld diverse boeken en gedichtenbundels na, waaronder Kneeling in Jerusalem, Kneeling in Bethlehem en de bestseller Psalms of Lament.

Ambassadeurs van een Stad van Vrede

Een veilige stad waar ouderen in de zon zitten en jongens en meisjes spelen op de pleinen. Dat is het tafereel dat de profeet Zacharia schetst. Dat lijkt wat naïef, want de Judeeërs zijn op dat moment net teruggekeerd uit ballingschap. En hoewel ze op een beter perspectief hadden gerekend, valt de werkelijkheid nogal tegen.

Stel dat een politicus vandaag een politieke partij zou oprichten met de naam “Stad van Vrede”. En dat hij of zij de mensen een Antwerpen, Gent of Brussel zou voorspiegelen zonder criminaliteit, zonder verkeersongelukken en drugsoverlast. Wie zou dat als een realistisch perspectief beschouwen?

Jeruzalem

Toch is dat wat Zacharia profeteert. “Ik zal Mijn volk bevrijden uit het land waar de zon opgaat en het land waar de zon ondergaat en hen naar Jeruzalem brengen”, klinkt het. “Daar zullen ze wonen. Ze zullen Mijn volk zijn en Ik hun God, in onwankelbare trouw.”

We kunnen de profetieën over Israël op drie manieren opvatten. Allereerst kunnen we ze betrekken op het verleden. Dan waren ze vooral veel een boodschap van hoop voor het getergde Israël in de tijd van de profeten.

We kunnen ze ook betrekken op het heden. Dan zien we de joden die sinds de stichting van de staat Israël in 1948 vanuit alle uithoeken der aarde naar dat land trekken. Een gebeurtenis die na de verschrikkingen van de holocaust perspectief bood, maar de vrede blijft ver te zoeken. Palestijnse en Israëlische ouderen die samen op de pleinen zitten, het blijft een verre droom. En er is nog een ander probleem: het aardse Jeruzalem zou niet groot genoeg zijn om alle joden wereldwijd te huisvesten, laat staan de andere mensen die ook nog tot Gods volk behoren.

Maar er is nog een derde manier: om naar die teksten te kijken. We kunnen ze betrekken op de toekomst, op dat wat komen gaat. Hoewel er over de betekenis van de naam Jeroesjalajim geen eenduidigheid bestaat, wordt die uitgelegd als “stad van de vrede”. Het gaat hier dus vooral om een belofte. Nu zijn er nog oorlogen, maar op een dag krijgt vrede het laatste woord en zullen er geen oorlogen, strijd of doodslag meer zijn. Of, zoals de profeet Jesaja (2,1-5) belooft: zwaarden zullen worden omgesmeed tot ploegijzers.

Foto door Haley Black op Pexels.com

Leven in het verleden

Vandaag leggen veel mensen de Bijbel achteloos terzijde, en zeggen ze: “Ach, dat was allemaal toen, voor de Israëlieten in het land van Juda”. Een kennis is atheïst in hart en nieren. Ze doet weinig liever dan van leer trekken tegen de kerk. Toen ze een vacature voor een predikant in Roeselare onder ogen kreeg, zag ze opnieuw haar kans schoon. “De Bijbel is niet meer dan een sprookjesboek”, zei ze. “En die dominees in de kerk, wat hebben die nog te zeggen? Conservatieve moralisten zijn het, die alleen maar over het verleden praten. Maar we leven niet in het oude Egypte, we leven nu.”

Ik vroeg haar of ze ooit weleens een kerk binnenstapte. Dat bleek niet het geval te zijn. Deze kennis verzette zich dus niet zozeer tegen de kerk zelf, maar vooral tegen het beeld dat ze ervan had. Toch kan ik haar niet helemaal ongelijk geven. Leven in het verleden is inderdaad niet erg nuttig. Wat heeft het voor zin om je te verliezen in oude verhalen, als je de vertaalslag vergeet te maken naar het heden? De Griekse filosoof Heraclitus zei het al: “Alles stroomt”, niets blijft ooit hetzelfde. De opdracht die voor ons ligt begint vandaag, in het hier en nu.

Visionair

Zacharia is dan ook geen oubollig of stoffig type, maar een visionair die vooruitkijkt. “Kijk om je heen beste mensen”, lijkt hij te zeggen. “Wat zie je? Ballingschap. Een stad die er verwoest bij ligt, ontheemde mensen die verstrooid en gevlucht zijn naar alle uithoeken van de aarde.” In dat opzicht lijkt de wereld van toen verrassend veel op die van nu.

Wat zien wij als we om ons heen kijken, in de krant of het nieuws? De taliban die het roer overneemt en de mensen in Afghanistan onderdrukt. Radeloze vluchtelingen aan de grenzen van Europa. Mensen in China, Wit-Rusland, Noord-Korea, die niet vrij zijn om te geloven, te denken of te leven zoals hun hart hen ingeeft.

We kunnen een vliegticket boeken naar het aardse Jeruzalem, maar het hemelse Jeruzalem lijkt nog altijd mijlenver van ons bed. Als je elke dag je geest voedt met de krant en met het nieuws, raak je al snel ontmoedigd. Dat is waarom Zacharia verder kijkt dan het heden. Hij houdt zijn ogen en zijn hart gericht op de toekomst. En die toekomst, dat is geen droog en moralistisch verhaal. Integendeel, het is een wonderlijk hoopgevend perspectief. Door het zo beeldend te schetsen, nodigt Zacharia ons uit om het te visualiseren en het voor ons te zien. Zodat we er onderdeel van kunnen worden en de Stad van Vrede in ons hart sluiten.

Foto door Nicolas Postiglioni op Pexels.com

Genezing van een blinde

In Marcus 8 lezen we hoe Jezus een blinde de ogen opent. Vele jaren leefde deze man met gesloten ogen. In plaats van de weg van zijn hart te kunnen volgen, moest hij door anderen worden geleid. Maar Jezus raakte zijn ogen aan, zodat hij kon zien. Aanvankelijk zag deze man de werkelijkheid nog in nevelen, mensen leken op bomen. Toen Jezus een tweede maal Zijn handen op de mans ogen legde, was hij in staat de volledige werkelijkheid te zien. Licht drong door tot zijn donkere kerker, en voor zijn ogen ontvouwde zich een nieuw perspectief.

Zo is het ook met de Stad van Vrede. Als je de krant erop naslaat, wijst niets erop dat die er ooit zal komen. “De wereld staat in brand”, zegt Greta Thunberg. Maar wij hoeven niet lijdzaam toe te zien hoe onze wereld in vlammen opgaat, wij kunnen nu al water op het vuur gooien. Dat is wat de profeet Zacharia duidelijk maakt. Het hemelse Jeruzalem is al in wording, een nieuwe werkelijkheid ontvouwt zich vandaag aan onze voeten.

Denkt u soms met bitterheid terug aan iemand die u kwaad heeft gedaan? Mijmert u graag over vroeger, toen het allemaal beter was? Heb je last van spijt of schuldgevoel over dingen die je liever anders had gedaan? “Open je ogen”, zegt Jezus tegen jou en mij vandaag. Zoals Hij de blinde bevrijdde van zijn blindheid, zo bevrijdt Hij ook ons van de donkere hoekjes van ons verleden.

Foto door Eren Li op Pexels.com

Bouwstenen

Nu al kunnen we de grondvesten leggen van de Stad van Vrede. We hoeven niet te kijken naar wat anderen doen. Naar onze regeringen. Zelfs niet naar de dag van gisteren. Elke dag opnieuw kunnen we ervoor kiezen om dankbaar Gods liefde en genade te omarmen, om betere mensen te zijn dan de dag ervoor. Doen we dat, dan zijn we niet ver verwijderd van het hemelse Jeruzalem.

“Zie, Ik ga Mijn volk verlossen”, profeteert Zacharia. Dwars door de tijden heen klinkt een boodschap, actueler dan de krant van morgen. Zelfs al staat de wereld in brand, Gods hand is niet te kort om te verlossen. In het Mattheüsevangelie lezen we hoe Jezus tot Zijn discipelen zegt:

Hebt u nooit gelezen in de Schriften: de steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden?

Jezus, Mattheüs 21, 42-44

Als Christus de hoeksteen is, dan zijn er ook bouwstenen, en die stenen zijn wij.

Denk niet te snel dat je machteloos bent op het wereldtoneel, dat jouw inzet maar een druppel is op een gloeiende plaat. Elke dag opnieuw kunnen we ervoor kiezen mee te bouwen. Soms begint dat al heel klein. Als we ervoor kiezen geen wraak te nemen, maar te vergeven. Want door te vergeven ontslaan we niet alleen onszelf, maar ook de ander van het verleden. Dan zeggen we als het ware: “Laten we samen opnieuw beginnen, in het hier en het nu.”

Meebouwen gebeurt telkens als we besluiten even adem te halen in plaats van een ander de les te lezen. Als we positieve woorden spreken. Een boodschap doen voor onze zieke buurvrouw. Of als we een voorbijganger onze gulle glimlach schenken. Vaak beseffen we niet waar de ander op dat moment doorheen gaat, en wat we ontketenen door goed te zijn. Het fundament van Gods stad is liefde, en door die dagelijks gestalte te geven, worden we Zijn bouwstenen.

Een zuur en ouderwets christendom heeft inderdaad zijn beste tijd gehad, maar ambassadeurs van een Stad van Vrede – dat is waar de wereld op wacht.

Laten wij niet stoppen met bouwen.

Foto door Lukas Rodriguez op Pexels.com

Dit is de tekst van de preek van 29 augustus 2021 in de protestantse kerk van Horebeke (B).    

Meer lezen?

  • Zacharia 8, 4-8; 20-23
  • Marcus 8, 22-26

                                                                                                           

Wees de verandering

De regen trotserend haastte ik me door Antwerpen. Gedachteloos wandelde ik door een metrostation, toen mijn aandacht werd getrokken door een poster aan de muur. “Be the change you want in this world.” Witte letters tegen een zwarte achtergrond. Ik herkende ze onmiddellijk als een uitspraak van Mahatma Ghandi. De Indiase politicus roept op om zelf de verandering te zijn die je in de wereld wilt zien.

De quote bleef me bij, ook tijdens het doorworstelen van mijn lijvige stapel boeken over misdaden tegen de mensheid. Elke dag ontmoet ik realisten. Mensen die zeggen: “Slaap maar lekker verder, vrede is een onrealistische droom”. Ongelijk geven kan ik ze niet. We leven in een wereld die wordt verscheurd door vijandigheden. Na twee bloedige wereldoorlogen is de vrede opnieuw ver te zoeken. Een greep uit het nieuws:

  • Tererroristische groeperingen in Afrika;
  • Massaslachtingen in Tigray;
  • Vervolgde Oeigoeren en Kazachen in China;
  • Vluchtelingen die zich verzamelen aan de grenzen van Europa;
  • Spanningen tussen Israëli’s en Palestijnen;
  • Opstanden en rellen overal in Europa.

Dit is exact de wereld die Jezus voorspelde toen Hij zei: “Want het ene volk zal opstaan tegen het andere, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbeving in verschillende plaatsen (Mattheüs 24, 7).”

Vrede als opdracht

De wereld lijkt in een kookpot te zitten die op het punt staat te overstromen en zijn inhoud prijs te geven aan de vlammen. Regeringen sturen afgezanten in een poging oorlogen te voorkomen, maar ze bereiken hooguit een adempauze die partijen de ruimte geeft zich op te maken voor de volgende strijd. De wortels van vijandschap gaan diep; eeuwenoude etnische conflicten laaien telkens weer op. In een wereld van verdeeldheden en conflict heeft vrede alle schijn tegen. Vrede is in tegenspraak met de geschiedenis, heeft de slechtste papieren, kortom: lijkt weinig zinnig om in te geloven.

Maar dat vrede geen realiteit is, neemt niet weg dat het wel degelijk een opdracht is. Mahatma Ghandi was geen christen, maar de Bergrede was een van zijn favoriete Bijbelboeken. Hij was ervan overtuigd dat Jezus daarin een revolutionaire boodschap bracht. Volkomen haaks op de realiteit, maar niettemin een praktische gids tot wereldvrede.

“Zalig de vredesrichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.”

Jezus, Mattheüs 5, 9

Als vrede werkelijk de weg is om tot Gods hart te naderen, zou het dan geen gemiste kans zijn die oproep te negeren?

Wat ons tegenhoudt, is dat we vaak geneigd zijn vrede te zien als iets groots. Als iets dat op wereldniveau moet worden beslist, of minstens door Amerika of door de Europese Unie. In dat geval wordt vrede inderdaad behoorlijk onrealistisch. De machthebbers van deze wereld hebbers hebben immers andere belangen. De dag dat ze hun wapens zullen omsmeden tot ploegijzers, zoals Jesaja profeteert, lijkt een verre droom. Maar dat neemt niet weg dat we wel degelijk gehoor kunnen geven aan de oproep een vredestichter te zijn.

Foto door Pixabay op Pexels.com

Klein steentje

Vrede stichten begint niet bij machthebbers of bij wat anderen doen. Vrede stichten begint bij onszelf. Bij het besef dat de realiteit is opgebouwd uit vele grote en kleine beslissingen die mensen dagelijks nemen. En dat we binnen die grote realiteit allemaal een stukje verantwoordelijkheid hebben gekregen. Zelfs al is dat maar een steentje.

Ook wij kunnen in die complexe wereld ons steentje bijdragen. Dat begint soms al heel klein. Bij de weigering mee te gaan in wij-zijdenken, bij de beslissing open te staan voor de ander, om geweld niet te beantwoorden met geweld, maar radicaal te kiezen voor verbinding en vrede. Elke dag opnieuw. In al die kleine stapjes die we zetten.

Positieve vibes

Hoe meer mensen op hun eigen niveau vrede stichten, hoe meer het draagvlak voor polarisatie en geweld in de samenleving zal afnemen. In plaats van negatieve sentimenten te voeden, sturen we positieve en verbindende vibes de wereld in.

Jij bent het zout der aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.

Jij bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn.

Laat je licht zo schijnen voor de mensen, dat zij jouw goede werken zien en je Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

Mattheüs 5, 13-16

De werkelijkheid is opgebouwd uit vele steentjes. Het effect van elk steentje lijkt verwaarloosbaar, maar één steentje kan een lawine in werking zetten of een stil water doen rimpelen.

Welk steentje voegen jij en ik vandaag toe? Kiezen we ervoor een realist te zijn, of de realiteit te transformeren? Strijden we tegen elkaar of voor elkaar? Sluiten we onze ogen voor de werkelijkheid, of openen we ze voor een nieuwe werkelijkheid die het waard is om in te geloven?

Durf de verandering te zijn die je wenst in deze wereld.

Meer lezen?

Moeilijke mensen, waarom zou je ze de andere wang toekeren?

Ze kunnen je het bloed onder de nagels vandaan halen: moeilijke mensen. “Heb je naaste lief als jezelf”, luidt het Tweede Gebod. Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Moeilijke mensen kunnen het je knap lastig maken. Hoe houd je zelfs tegenover bullebakken, muurbloempjes en weifelaars het hoofd koel?

De moeilijke mens: het kan je buurman zijn, een collega, een familielid of een lastige klant. Moeilijke mensen bezitten het twijfelachtige talent om je op de meest onmogelijke momenten te overvallen. Ze patenteren je tijd door monologen af te steken, overschreeuwen vergaderingen, laten je mailbox vollopen of spelen de rol van de verongelukte ziel. En dan hebben we het nog niet gehad over de opdringerige types die geen “nee” accepteren, en die de hele wereld ervan willen overtuigen dat hun visie de enige juiste is.

Luizen in de pels

Wat maakt moeilijke mensen moeilijk? Wat maakt dat onze hartslag stijgt wanneer ze in de buurt komen? Moeilijke mensen zijn luizen in de pels van het voorspelbare leven. Ze trekken je uit je comfortzone met gedrag dat je geduld op de proef stelt. Manipulatie, intimidatie, roddel, betekenisvol zwijgen tijdens vergaderingen, achterkamertjespolitiek: het is slechts een greep uit het brede palet waarvan ze zich bedienen. Tactieken die je innerlijke balans kunnen verstoren. Dat maakt negatieve emoties los, variërend van ergernis tot woede, onzekerheid of ontmoediging.

Heb je vijanden lief

Het lijkt dus een slimme zet om de wereld op te delen in moeilijke en makkelijke mensen, en vooral je tijd en energie te steken in de laatsten. Dat houdt het leven overzichtelijk en scheelt een hoop ergernis.

Maar dan komt Jezus in de Bergrede met een opmerkelijke boodschap:

“Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je bovenkleed vraagt, ook je onderkleed niet.”

Lucas 6, 27-30

Uitnodigen tot geweld

“Iemand die je slaat de andere wang toekeren”, vraag je je nu misschien af, “is dat niet een beetje vreemd?” De ander uitnodigen tot geweld is immers in strijd met de menselijke natuur. Wat doen we als we worden aangevallen? We vechten, vluchten of verstijven. In geen geval nodigen we onze vijand uit er nog eens een lap op te geven. Toch zitten er twee belangrijke geheimenissen in de oproep van Jezus.

Olie op het vuur

Jezus daagt ons allereerst uit om niet met gelijke munt terug te betalen, of anders gezegd: om niet te gaan spiegelen. Geen eenvoudige opgave, want het kan verleidelijk zijn een vuistslag te beantwoorden met een vuistslag, en boosheid met nog meer boosheid. Maar daarmee werpen we olie op het vuur en krijgt de negativiteit de kans zich uit te breiden. Gevolg: nog meer negativiteit in de wereld. En dat is uiteraard niet wat we willen bereiken.

Ten tweede kan het toekeren van de andere wang tot inzicht leiden. Om te begrijpen hoe dat werkt, moeten we plaatsnemen in de schoenen van de aanvaller. Stel je voor dat je iemand slaat, en dat die persoon je de andere wang toekeert en zegt: “Toe, geef me er daar ook maar eentje”. Wat zou je reactie zijn? Waarschijnlijk zou je even van je a propos zijn; zo’n aanbod is immers wel het laatste wat je verwacht. De kans is groot dat je niet slaat, maar dat je plots de onredelijkheid van je eigen gedrag inziet.

Gids tot wereldvrede

Dit is de wijsheid van het toekeren van de andere wang: door de agressor even stil te zetten, wordt de spiraal van geweld doorbroken. En door vervolgens vrede tegenover het geweld te plaatsen, krijgt niet het geweld, maar de vrede de kans zich te verspreiden. Dat is waarom Mahatma Ghandi de Bergrede een “gids tot wereldvrede” noemde.

Niet geboren maar gemaakt

Belangrijk om in gedachten te houden, is dat moeilijke mensen dikwijls niet worden geboren maar gemaakt. Achter dat moeilijke gedrag schuilt niet zelden een gebutste ziel die gekwetst, eenzaam of onbegrepen door het leven gaat. Misschien hebben juist moeilijke mensen onze vriendelijkheid wel het hardst nodig. Bovendien kunnen we verrassend veel van ze leren. Moeilijke mensen dagen ons uit grenzen te stellen, geduldig te zijn, en soms houden ze ons een spiegel voor. Gedrag dat we als moeilijk ervaren, zegt namelijk veel over onszelf.

  • Waarom voelen we ons machteloos als iemand onze energie opslorpt? Is dat misschien omdat we ons laten overrompelen, in plaats van helder grenzen te stellen?
  • Waarom roept die joviale persoon irritatie op? Is dat misschien omdat we zelf zeer bedachtzaam zijn, en iets zouden kunnen leren van (het teveel aan) spontaniteit van de ander?
  • En die weifelaar, is die misschien op ons pad gekomen om ons te leren dat beslissingen tijd nodig hebben om te rijpen? Misschien schenkt juist hij ons een lesje in geduld.

Elkaar liefhebben

Moeilijke mensen, ze wandelen onder ons en maken deel uit van onze familie, onze werkvloer en onze gemeenschappelijke ruimten. We zullen ze een leven lang blijven tegenkomen. Sterker nog: grote kans dat ook wij er af en toe één zijn.

Dat is waarom Jezus ons uitdaagt de ander lief te hebben, ondanks al zijn of haar fouten, eigenaardigheden en typische trekjes. Dat is hoe ook hoe wijzelf ons ten diepste geliefd mogen weten.

Meer lezen?

  • Lucas 6
  • Leviticus 19, 18
  • Mattheüs 22, 37-39