Timotheüs. Van antiheld tot overwinnaar

Tijdens zijn leven schreef de apostel Paulus meerdere brieven. Twee pastorale brieven zijn gericht aan Timotheüs. Wie was deze Timotheüs? Verdiepen we ons in zijn persoon, dan ontstaat een ambigu beeld. Timotheüs begon als het prototype van de antiheld, maar eindigde als bisschop van Efeze. Juist deze man, die vele malen zijn twijfels en angsten moest overwinnen, heeft ons vandaag veel te vertellen.

Van Timotheüs weten we dat hij geboren is als zoon van een joods-Israëlitische moeder en een Griekse vader in Klein Azië (nu Turkije). Door zijn gemengde afkomst is Timotheüs van alles een beetje, maar nergens hoort hij volledig bij. De Grieken zullen zeggen dat hij een halve Israëliet is; de Israëlieten noemen hem een halve Griek. Daarbij is Timotheüs jong, onervaren en van nature gereserveerd en verlegen. Niet iemand die graag de schijnwerpers opzoekt.

Teer plantje

Gaan we in de brieven op zoek naar aanwijzingen over Timotheüs, dan vinden we een aantal opmerkelijke dingen. Zoals dit advies van Paulus:

“Drink niet alleen water, maar ook een beetje wijn, vanwege je maag en je veelvuldige zwakheden.”

1 Timotheüs 5:23

Paulus vindt het bovendien nodig om de gemeente in Korinthe per brief te waarschuwen dat als Timotheüs hen komt bezoeken, ze ervoor moeten zorgen dat hij niets te vrezen heeft en dat niemand hem met minachting mag behandelen (1 Cor. 16:10-11). Ook aan Timotheüs zelf schrijft Paulus: “Laat niemand op je neerkijken omdat je jong bent” (1 Tim. 4:12).

Al die boodschappen lijken te zeggen: “Lieve mensen, doe een beetje voorzichtig met Timotheüs, want hij heeft nog niet zoveel weerstand.” Zo op het eerste gezicht lijkt hij in niets op de doorsnee man-met-macht. Hij heeft niets van het rijzige type dat je in bestuursraden terugvindt, de bebaarde patriarch of de CEO in maatkostuum. Timotheüs is veeleer een teer plantje; jong en groen, maar ook kwetsbaar. Iemand van wie niemand iets groots verwacht.

Foto door PhotoMIX Company op Pexels.com

Verbrijzeld vat

Maar Paulus weet wel beter. “Onderschat deze jongen niet”, waarschuwt hij telkens. Paulus spreekt uit ervaring. Ooit ging hij zelf op de knieën om God te bidden om hem van zijn zwakheden te verlossen. Toen kwam hij tot het inzicht dat Gods genade genoeg is, omdat Gods kracht zich eerst ten volle in zwakheid openbaart (2 Korinthe 12:9). Paulus beseft daarom als geen ander dat dikwijls niet de groten der aarde geroepen zijn om grote dingen te doen, maar dat Gods Zijn kracht laat wonen in kleine, broze en breekbare vaten.

Timotheüs voelt zich een verbrijzeld vat. Meer dan eens zelfs. Hij laat regelmatig een traan, gaat gebukt onder verdriet en ziekte. Tegelijk heeft Timotheüs een krachtig geloof. Die ambiguïteit doortrekt zijn leven. En hoewel hij door zijn gemengde afkomst van geen enkele groep volledig deel uitmaakt, is hij juist daardoor in staat om grenzen te overstijgen en volkeren te verenigen. En hij mag dan groen en onervaren zijn, juist daarom valt Timotheüs in de categorie ‘jong en veelbelovend.’

Niet in menselijke strekte huist kracht, maar in ontvankelijkheid en overgave.

Ambiguïteit kenmerkt de levensweg van Timotheüs. Vreugde en verdriet wisselen elkaar af, kracht en zwakte, verbinding en verlatenheid. Toch ervaart hij dwars door dat alles heen dat God hem draagt. Dat is ook de kern van zijn verhaal: niet in menselijke sterkte huist kracht, maar in ontvankelijkheid en overgave. Dit is de grondhouding die Timotheüs zijn leven lang blijft praktiseren, totdat hij in circa 97 als bisschop van Efeze (volgens een overlevering van Eusebius) de marteldood sterft.

Timotheüs heeft zoveel goeds gedaan; zo vaak zijn eigen innerlijke demonen overwonnen, en dan moet zijn leven zo tragisch eindigen. Waarom gebeuren er slechte dingen met goede mensen? Dat is de vraag waarmee zijn volgers achterblijven. Een vraag ook, die vandaag veel mensen bezighoudt. Je doet zoveel goeds, je hebt alles gegeven, en dan word je toch verkeerd begrepen. Of iemand die je liefhebt, wordt ongeneeslijk ziek.

Kruisdragers

We zeggen graag tegen elkaar: “Wie goed doet, goed ontmoet.” Als je goede daden verricht en positiviteit verspreidt, keert dat inderdaad heel vaak tot je terug. Maar niet altijd. Meer dan 360 miljoen christenen wereldwijd worden geconfronteerd met vervolging, onderdrukking en onrecht wegens hun diepste overtuigingen. Het lijden van Timotheüs is dat van Jezus Christus, en dat van vele mensen overal ter wereld die in Zijn voetsporen treden.

Evangelie komt van het Griekse euangelion, dat ‘goede boodschap’ betekent. Het evangelie brengt inderdaad blijdschap, verwachting en hoop. Tegelijk is er altijd weer die ambiguïteit. Want Christus achternagaan; in Zijn voetsporen treden, betekent óók dat je een stukje kunt meedragen van Zijn lijden en Zijn kruis.

Als een goede vader waarschuwt Paulus Timotheüs, zodat hij alvast voorbereid is op wat hem te wachten staat. “Timotheüs, je bent nog jong. Weet dat als je de weg van Christus gaat, het leven niet altijd rozengeur en maneschijn zal zijn. Mensen zullen je liefhebben en haten, bewieroken en bespotten, omhelzen en afwijzen.”

Foto door Download a pic Donate a buck! ^ op Pexels.com

Onrechtvaardig

Waarom gebeuren er slechte dingen met goede mensen? Het is die realiteit waarvoor vele Bijbelverhalen ons waarschuwen. We geloven graag in een eerlijke, logische en rechtvaardige wereld, maar de realiteit is vaak het tegenovergestelde. Jezus deed het goede. Toch eindigde Hij aan het kruis. David deed wat goed was, toch moest hij vluchten voor Saul om zijn leven te bewaren. Timotheüs deed het goede. Toch eindigde hij de marteldood.

  • Waarom kruisigde de menigte Jezus, zelfs al konden ze geen enkel verwijt tegen Hem vinden? Jezus gaf hen een ongemakkelijk gevoel. Hij zei dingen die het establishment liever niet wilde horen. Door Zijn onderwijs bevroeg Hij de gangbare orde en machtsstructuren en hield Hij mensen een spiegel voor. Mensen zagen Hem dus liever als een onruststoker dan als een heilige.
  • Waarom wilde Saul David vermoorden? Na zijn overwinning op de reus Goliath was David enorm populair geworden. Saul werd jaloers en achterdochtig. Hoe kon een eenvoudige herdersjongen zelfs een grote koning in de schaduw stellen? Hoe meer hij zag dat God met David was, hoe meer een kwaadaardige razernij bezitnam van zijn hart.
  • Waarom stierf Timotheüs naar verluidt de marteldood onder keizer Nerva? Opnieuw omdat hij een boodschap bracht en een hoop uitstraalde die haaks stond op de machtsstructuren van deze wereld, en op wat mensen graag geloven.

Het vervolgen van deze boodschappers leek voor veel mensen dé oplossing om een einde te maken aan de boodschap. Dé manier om hun wereldbeeld te redden, hun machtsposities, tradities en status quo. In het Johannesevangelie waarschuwt Jezus:

“Als de wereld jullie haat bedenk dan dat zij Mij eerder heeft gehaat dan jullie. Als je van de wereld zou zijn, zou de wereld liefhebben wat haar toebehoort. Maar omdat je niet van de wereld bent, maar Ik jullie uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld jullie.”

Johannes 15:18-21

Wees voorbereid. Dat is feitelijk wat Jezus hier zegt. Als je Mij volgt, wees dan niet verbaasd als er brandende pijlen op je afkomen. Zolang we er braaf het zwijgen toe doen zal niemand aanstoot aan ons nemen, maar gaan we de liefde van Christus uitstralen naar de wereld, dan wekt dat reactie. Want dan zijn we ambassadeurs van een Koninkrijk dat vaak haaks staat op de wetten en de machtsstructuren van deze wereld. Toch zijn we geroepen om die ambassadeurs te zijn.

Foto door Inzmam Khan op Pexels.com

Tranen

Timotheüs was geen held van nature. De brieven van Paulus tonen een kwetsbare jongeman. Maar zoals hij is, zo wordt hij door Paulus liefgehad en aanvaard. Paulus zegt niet: “Kom op Timotheüs, verman je. Wees eens wat flinker. Je moet daar toch boven staan!” Zulke woorden worden vaak gebruikt als dooddoener, maar wat ze eigenlijk zeggen is: het is verkeerd om je zo te voelen; jouw emoties mogen er niet zijn.

Nee, Paulus toont empathie en medeleven. Vaak is hij oprecht bezorgd en als een goede vader neemt hij Timotheüs in bescherming. Hij schrijft:

“Telkens als ik je in mijn gebeden noem, dag en nacht, dank ik God (..) Als ik aan je tranen denk, verlang ik ernaar je terug te zien, dat zal me met vreugde vervullen.”

2 Timotheüs 1:3-4

Het besef van Timotheüs’ verdriet doet Paulus er innig naar verlangen hem nabij te zijn. Om te troosten en te steunen. Maar afstand scheidt hen, en daarom bemoedigt Paulus Timotheüs om ondanks zijn verdriet door te gaan:

“Houd vol, laat je niet belemmeren het vuur vast te houden dat je door God geschonken is.”

2 Timotheüs 1:6

Kinderen van de belofte

Zouden we in een rechtvaardige wereld leven, dan zou het volstrekt onbegrijpelijk zijn dat goede mensen door het kwade worden getroffen. Maar deze gebroken werkelijkheid is ambigu. Elke dag opnieuw sterven er mensen op het strijdveld, in gevangenissen, in burgeroorlogen en guerrilla’s. Levens van onschuldigen die hebben gehuild, gelachen en liefgehad, maar waar plots een streep door werd getrokken door meedogenloze regimes.

Ook ons leven kan een strijdveld zijn. Net als Timotheüs vechten we allemaal onze eigen kleine of grote strijd. Als ons het slechte overkomt, mogen de woorden van Paulus ook jou en mij inspireren om de moed niet te verliezen. Als Timotheüs een geschiedenis kon schrijven die al 2.000 jaar rondgaat, dan mogen ook wij onszelf zien als kinderen van de belofte.

Timotheüs leek niet geboren voor het succes. Toch koos God juist dit smalle twijgje om uit te groeien tot een grote boom. Sterk genoeg om stormen te doorstaan. Wat denk jij als je ’s morgens vroeg in de spiegel kijkt? “Hmmm, ik word er ook niet jonger op”, of: “Oei, weer een bad hair day“? God ziet verder dan dat. Hij ziet zoveel meer dan onze fouten en tekortkomingen. God zag Timotheüs niet zoals hij was, maar zoals hij kon zijn. Als meer dan overwinnaar!

“God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.”

2 Timotheüs 1:7

Bent je weleens bevreesd? Voel je je soms klein of onbekwaam? Paulus spoort Timotheüs aan: houd het vuur brandend. Zie niet op wie je zelf bent, op je eigen beperkingen. Richt je ogen omhoog, naar de sterren. Want zelfs al word je door een leger omsingeld, de Eeuwige en Almachtige is aan je zijde!

Gebroken vaten

In het hart van Timotheüs vindt God een welkome plaats om te wonen. De God die deze ogenschijnlijke antiheld tot een groot bisschop vormde, is vandaag ook met jou en mij. Zijn kracht wordt ten volle openbaar in kwetsbaarheid. Hij kiest de gebroken vaten van deze wereld uit om een veelkleurig mozaïek te maken. Niet de trotsen of machtigen. Niet hen die zich op de borst kloppen, want zij zijn al vol van zichzelf – in hun hart is geen plaats voor God.

Maar als wij bereid zijn op te staan en te zeggen: “God hier ben ik, zend mij!”, dan zal Hij ons verhoren. Hoe groot onze zwakheden, fouten en tekortkomingen ook zijn, God is altijd groter.

Timotheüs begon als de ultieme antiheld, maar eindigde als held. De mensen die hem het zwijgen oplegden, konden zijn geest en getuigenis niet tot zwijgen brengen. Het verhaal van Timotheüs wordt tot op vandaag nog verteld. Als we dat doen, brengen we Timotheüs telkens opnieuw tot leven. Laten we een voorbeeld aan hem nemen. Laten we leven zoals hij; soms verdrietig, onzeker, aarzelend, tastend of zoekend, maar altijd met overtuiging.

Laten we een voorbeeld nemen aan deze held en erop uitgaan. Zodat we kunnen schijnen als sterren in een donkere wereld en een groot en machtig verschil maken.

Foto door Klaus Nielsen op Pexels.com

Preek protestantse kerk Denderleeuw, zondag 2 oktober 2022 door drs. Kelly Keasberry

Drie Bijbelse beelden van groei

Stilstand is achteruitgang, luidt het credo. Geen wonder dat trainingen die gericht zijn op persoonlijke groei, goede zaken doen. Ook in de Bijbel is groei een belangrijk thema. Het Boek van het christendom is immers diepgaand verweven met de levens van generaties door de eeuwen heen. Groei wordt in de Bijbel meer dan eens uitgedrukt in metaforen uit de natuur. Laten we eens stilstaan bij drie verbeeldingen van groei en hun diepere betekenis.

Foto door Maria Orlova op Pexels.com

Wijnrank

“IK BEN de wijnstruik en jullie zijn de takken. Als jullie in Mij blijven en Ik in jullie blijf, zal er veel vrucht aan jullie groeien. Want zonder Mij kunnen jullie niets doen.”

1 Johannes 5, 15

Veel mensen zijn gericht op zelfverbetering. Ze volgen allerlei cursussen en trainingen, ze verslinden massa’s boeken, poetsen hun sociale mediaprofielen op. Maar niet altijd met het gewenste resultaat. Perfectie blijft vaak een verre droom, want hoeveel moeite we ook doen, we vervallen keer op keer in dezelfde fout. Hoe kan het toch zo misgaan?

In het Johannesevangelie toont Jezus dat losse wijnranken niets zijn zonder een wortel die hen voedt. Wil je werkelijk dat je leven zoete vruchten voortbrengt, dan is het cruciaal om niet langer een losse tak te blijven. Groeien gaat beter als je aangesloten bent op een geestelijke Bron. Neem elke dag de tijd om je te voeden met Gods water en zuurstof, strek je takken uit naar de hemel. Als je begint te investeren in de dingen van eeuwigheidswaarde, zal vrucht dragen niet langer een doel, maar het gevolg zijn.

Foto door Daniel Watson op Pexels.com

Boom aan waterstromen

“Maar als iemand op Mij vertrouwt, zal Ik goed voor hem zijn. Met hem zal het goed gaan. Hij lijkt op een boom die langs het water is geplant. Zijn wortels groeien tot aan de beek. Hij merkt de hitte niet eens. Zijn bladeren blijven altijd fris en groen. Als er een jaar geen regen valt, maakt hij zich geen zorgen. Er groeien altijd vruchten aan hem.”

Jeremia 17, 7-8

Wie op God vertrouwt, is als een boom geplant aan waterstromen. God is in deze metafoor de levensstroom die onze wortels voedt en die ons tot frisheid en bloei brengt. Als we onze wortels uitstrekken naar de Bron en van het levende water drinken, dan raken we ervan doordrenkt en zullen onze takken vrucht voortbrengen. Dat lijkt op de metafoor van de wijnrank, met een klein verschil: deze tekst geeft ons nog vier mooie beloften mee.

  • Veiligheid. Als er hitte komt, merkt de boom het niet (Psalm 46, 2)
  • Vernieuwing. Zijn bladeren blijven altijd fris en groen (2 Korinthe 4, 16)
  • Voorzienigheid. Als er een jaar geen regen valt, maakt hij zich geen zorgen (1 Filippenzen 4, 19)
  • Vrucht. Wie aan de waterstroom blijft, draagt altijd vrucht ( Johannes 5, 18)
Foto door Pixabay op Pexels.com

Vijgeboom en olijf

“Zelfs als de vijgenbomen niet zullen bloeien, en er geen één druif in de wijngaarden te vinden zal zijn, en we geen enkele olijf van de olijfbomen zullen kunnen oogsten, en er niets meer op de akkers zal groeien, en alle schapen uit de stallen zullen worden geroofd, en alle koeien verdwenen zullen zijn, zelfs dan zal ik tóch nog juichen over de Heer, blij jubelen over de God die voor mij zorgt.”

Habakuk 3, 17-18

In een wereld van zelfactualisatie schudt deze tekst ons wakker uit de droom. Groei is nobel en nastrevenswaardig, maar niet het hoogste doel van ons bestaan.

“De hele schepping wordt ondersteund door G’ds wil en wijsheid.”

Rabbi Tzvi Freeman (Chabad)

Zelfs al zou de wijnstok haar vrucht niet geven en zelfs al zou de boom haar groene bladeren verliezen, dan nog mogen we erop vertrouwen dat God ons leven draagt. Te beseffen dat de Eeuwige ook jou omvat en omarmt, geeft blijdschap. En elke dag opnieuw te mogen leven vanuit Zijn liefde en genade, geeft een innerlijke vrede die zelfs het meest perfecte Instagram-plaatje overtreft.

Foto door Branimir Klaric op Pexels.com

World Happiness Day

Vandaag is het een bijzondere dag. Jaarlijks wordt op 20 maart namelijk wereldwijd de Internationale Dag van het Geluk gevierd. De gedachte achter de World Happiness Day is dat ieder mens het recht heeft om gelukkig te zijn. “Happiness is your birthright”, zei rapper Pharrell Williams in 2015, toen die VN-dag voor de derde keer werd gevierd.

Ook op de speciale klimaatsynode van de Verenigde Protestantse Kerk in België ging het over de dingen die miljoenen mensen ervan weerhouden gelukkig te zijn. Ons ontluikende ecologische bewustzijn werd verder aangewakkerd. We waren gemotiveerd, we voerden goede gesprekken, wisselden ideeën uit en dronken samen fairtrade koffie. Maar toen ik met een hoofd vol frisse ideeën de kerk in Brussel verliet, passeerde ik een jonge moeder met een kind.

Stad met vele gezichten

Tegen elkaar aangedrukt zaten ze onder een deken tegen de gevel van de McDonalds. De mensen liepen intussen het fastfoodrestaurant in en uit. Ze hadden oog voor de hamburgers, McFlurry’s en de grote bekers cola of Fanta, maar niet voor de vrouw en haar zoon. Ik graaide in mijn zak, maar vond geen muntjes meer.

Brussel blijft een stad met vele gezichten. Soms zijn dat gelukkige gezichten, soms ook gezichten die je harder raken dan je lief is. Naast glinsterende etalages vol luxe ligt de ellende van kapotte levens uitgestald. Geluk is je geboorterecht. Maar niet iedereen krijgt evenveel kans om daar aanspraak op te maken.

Foto door Timur Weber op Pexels.com

Leugen

In Afrika en Amerika doen welvaartspredikers goede zaken. Pastors met sterrenstatus vliegen in privéjets de wereld rond. Ze oefenen druk uit op hun vaak arme volgelingen om grote bedragen te geven, want dan worden ze naar verluidt gezegend en krijgen ze nog meer. In de ontnuchterende tv-documentaire American Gospel: Christ Alone vertelt een gezin over hun laatste centen, die ze aan de pastor hebben overgemaakt. De beloofde zegen blijft uit. Als de ouders geen geld meer hebben om eten te kopen, vertelt de pastor dat de armoede van het gezin wordt veroorzaakt door een generatievloek. “Geloven jullie dat?”, vraagt de reporter. De vader knikt deemoedig.

Is onze Bijbel een stappenplan naar welvaart en geluk? Een positieve mindset en vertrouwen kunnen zeker helpen om gelukkiger te zijn. Die dingen geven ons mentale veerkracht om beter met de omstandigheden om te gaan. Maar het is een flagrante leugen dat we, zolang we maar genoeg geloof hebben, rijk en gelukkig en rijk zullen zijn. Er blijven nog zoveel dingen over waarover we geen controle hebben. Miljoenen mensen ter wereld lijden door de noodlottige beslissingen van anderen, niet zelden machthebbers.

Woestijnperiode

In de tijd van Mozes maakte het volk Israël een zware woestijnperiode door. Niet door hun eigen toedoen, maar door het beleid van de Egyptische Farao. Hij buitte de Israëlieten uit en liet ze als slaven voor hem werken. “Laat mijn volk gaan”, zei Mozes tegen Farao, “sta ons toe drie dagen de woestijn in te trekken om feest te vieren en de Heer offers te brengen”. Maar de Farao weigerde. Hij zei: “Wie is de Heer, dat ik Hem zou gehoorzamen? Waarom zou ik de Israëlieten laten gaan?” En: “Mozes en Aaron, hoe durven jullie het volk van zijn werk te houden? Vooruit, aan het werk!”

Wie is nu de gelukkige in dit verhaal? Vooralsnog lijkt dat Farao. Hij heeft de top bereikt; zijn leven lijkt één groot succes. Mensen kijken naar hem op, ze doen wat hij zegt. En waarschijnlijk meent Farao dat hij dat allemaal aan zichzelf te danken heeft. Maar God kijkt verder dan wat voor ogen is. Want wat als jouw succesverhaal ten koste gaat van anderen?

Aan de kant van de verdrukten

De Farao waant zich onaantastbaar. Niets lijkt zijn macht te kunnen breken; misschien waant hij zich gelijk aan God. Maar de Eeuwige hoort het zuchten van het volk dat door Farao wordt onderdrukt. En tot driemaal toe openbaart hij zich aan Mozes: “Ik ben de HEER!”

Kiest God partij? En of Hij dat doet! Een rode draad die de Bijbel doortrekt, is dat God zich steevast schaart aan de kant staat van de verdrukten, de machtelozen. En dat niet alleen: Hij vraagt de onderdrukker rekenschap voor het onrecht dat hij heeft aangericht. Want God is een God van rechtvaardigheid. “Ik heb het gejammer van de Israëlieten over de slavenarbeid die hun door de Egyptenaren is opgelegd gehoord, en dat heeft Mij aan die belofte herinnerd”, zegt de Eeuwige tegen Mozes. 

Foto door Pixabay op Pexels.com

Wat opvalt aan het Oude Testament, is dat het meer dan eens lijkt alsof God ergens spijt van heeft; dat Hij terugkomt van een besluit of vonnis.

  • God heeft spijt dat Hij de mens gemaakt heeft (Genesis 6:6-7).
  • God betreurt het dat Hij Saul tot koning heeft gemaakt (1 Samuël 15:11).
  • Abraham onderhandelt met God over het verwoesten van Sodom en Gomorra. Ze sluiten een deal: als er tien onschuldige inwoners te vinden zijn, dan zal God van Zijn voornemen afzien en de steden niet verwoesten (Genesis 19).
  • De profeet Jona moet dan weer een boodschap aan Ninevé brengen dat ze zwaar gestraft zullen worden voor hun zonden, maar als God ziet hoeveel mensen berouw hebben en hun gedrag veranderen, komt de profetie niet uit.

Ik ben de Heer

De Griekse filosoof Aristoteles stelde zich God voor als een onbewogen beweger in de kosmos. Maar veel teksten scheppen eerder het beeld van een bewogen medebeweger. Van een God die altijd met ons onderweg is, één en al dynamiek. Die, telkens als wij leven, bewegen en evolueren, met ons meeleeft, -beweegt en -evolueert. Geen alleenheerser van bovenaf zoals de Farao, maar een Aanwezigheid vanuit ons midden.

“Waar twee of drie verzameld zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden.”

Mattheüs 18:20

God zag de onderdrukking van het volk Israël. Hij was niet ver verwijderd van hun zuchten, sterker nog: Hij ervoer hun pijn, telde hun tranen. En toen Hij het niet langer kon aanzien, maakte Hij zichzelf bekend: hier ben Ik, “Ik ben de HEER”.

Hineni

Zes jaar geleden overleed de wereldberoemde joodse zanger Leonard Cohen. In die tijd was er nog niet zoveel aandacht voor de crisissen die zich vandaag uitkristalliseren. Toch zingt hij al in zijn lied You want it darker uit de jaren 1960 over hoe de mensheid in naam van God verminkt en vermoordt. In het refrein zingt Cohen: “Hineni, Hineni. I’m ready my Lord“.

Hineni is een woord dat 178 keer voorkomt in de Thora (het Oude Testament). Het betekent: “Hier ben ik, hier sta ik”. Maar de betekenis reikt nog verder. Zeg je “Hineni”, dan zeg je dat je je onvoorwaardelijk beschikbaar stelt met alles wat je in je hebt. Zonder terughoudendheid. Zelfs over de drempel van het gevaar en de dood.

Foto door Pixabay op Pexels.com

Innerlijke stem

Dat geldt ook als het gaat over overgave aan het leven zelf. Je kent het misschien wel: er is een innerlijke stem, een terugkerende gedachte, een gevoel dat je aanspoort om in beweging te komen. Diep van binnen weet je dat het tijd is om hulp te zoeken, ontslag te nemen, de verstoorde relatie met je partner onder ogen te zien of met een bepaald gedrag te breken. Maar je negeert die innerlijke stem, liever kijk je nog een poosje de andere kant op.

Wel, je bent in goed gezelschap. Ook grote profeten als Mozes en Jona deden er alles aan om onder hun opdracht uit te komen. “Heer, ik ben een man die niet zo welbespraakt is”, stamelde Mozes, “ik ben iemand die niet zo goed uit zijn woorden komt. Kunt u niet iemand anders roepen?” Maar Mozes overwon zijn vrees. Uit liefde voor God en voor zijn volk maakte hij de juiste keuze. Dwars door zijn twijfels en angsten heen besloot hij op te staan en te zeggen: “Hier ben ik, hier sta ik”.

Overgave

Dat deed Jezus aan de vooravond van zijn dood. Net als Mozes voorzag ook Jezus wat Hem te wachten zou staan, en Hij smeekte: “Als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan“. Maar Jezus overwon Zijn vrees en gaf zichzelf over als losprijs voor velen. Evenzo overwon Jesaja zijn vrees, en stond hij op als een machtige profeet. En David vergat zijn eigen kleinheid en trad een grote reus tegemoet. “Hier sta ik, ik kan niet anders.” Dat is ook wat de bekende kerkhervormer Martin Luther zei in 1521 op de Rijksdag in Worms. 

Breekpunt

Hier ben ik, hier sta ik. Telkens opnieuw is die beslissing een keerpunt in de geschiedenis. Een moment waarop ketenen worden verbroken, jonge mensen geschiedenis schrijven en machtelozen leider worden van een groot volk. Daar waar mensen “ja” zeggen tegen de roepstem in hun hart en op hun voeten gaan staan, verandert de wereld.

Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.

2 Timotheüs 1:7

Een gelukkige World Happiness Day!

Foto door Suliman Sallehi op Pexels.com

Deze preek werd gehouden op 20 maart 2022 in de Protestantse Kerk Hasselt.

Je bent geroepen om groot te zijn!

In het Bijbelboek Jeremia lezen we hoe Jeremia plots wordt overvallen door een besef van roeping. Dat overweldigt hem zo, dat hij uitroept: “Nee, Heer, mijn God! Dat kan ik toch niet, ik ben veel te jong!” Denken we stiekem niet allemaal wel eens dat we ergens te klein voor zijn? Het verhaal van Jeremia daagt ons uit om groter te denken.

Dat Jeremia was voorbestemd een grote profeet te zijn, kwam voor hem letterlijk uit de lucht vallen. Niets wees erop dat hij de meest geschikte kandidaat zou zijn. Wat nu als de Eeuwige een vacature had laten opstellen?

Gezocht: profeet van het volk van Israël

Functieomschrijving: u krijgt “gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, te vernietigen en af te breken, of om ze op te bouwen en te planten”.

Naar: Jeremia 1, 10

Het resultaat? Waarschijnlijk zou het reacties hebben geregend van mensen die hongeren macht, invloed en een toppositie. Van elitaire heren met grijze ringbaardjes en een indrukwekkend cv tot ambitieuze CEO’s, toppolitici en snelle zakenjongens van het kaliber “jong en veelbelovend”. Maar – en dat weten we bijna zeker – geen enkele brief van Jeremia.

Want Jeremia was een jongen van zo’n 17 jaar, die zo op het eerste gezicht niets had om te kunnen matchen met het profiel van de klassieke profeet. Behalve dan misschien dat hij afkomstig was uit een priestergezin. Maar toch: als Jeremia in de spiegel keek, zag hij daar vooral die onzekere jongen. Een kind nog maar, dat nauwelijks de jeugdpuistjes was ontgroeid.

Foto door Mushtaq Hussain op Pexels.com

Machtsverlangen

De “Wille zur Macht” is volgens de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche een van de belangrijkste drijfveren van de mens. Het machtsverlangen. Veel mensen denken dat het leven op de top van de berg beter is dan aan de voet. Ze dromen van macht en invloed, omdat ze geloven dat die dingen hen gelukkiger zullen maken.

Wat vaak wordt vergeten, is dat macht en verantwoordelijkheid hand in hand moeten gaan, anders gaat het mis. De schandalen in het Nederlandse programma The Voice begin 2022 zijn een triest voorbeeld. De macht van een groepje heren was ontaard in een vrijstaat, waarin ze dachten ongezien te kunnen doen wat ze wilden. Inmiddels wordt pijnlijk duidelijk hoeveel levens ze hebben beschadigd.

Begonnen als een zaadje

Nu even terug naar het verhaal van Jeremia. Zijn vader Hilkia en zijn grootvader Sallum waren indrukwekkende bomen in Gods Koninkrijk, en waarschijnlijk keek de jonge Jeremia hoog naar hen op. Maar hij vergat dat een hoge boom niet in één dag ontstaat. Zelfs de meest reusachtige eik is ooit begonnen als een piepklein zaadje.

Nu willen veel mensen wel een machtige eik worden, maar slechts weinigen zijn bereid de bijbehorende weersomstandigheden te trotseren. Terwijl koude, hitte en droogte onontbeerlijk zijn om uit te groeien tot een grote en machtige boom. De bomen die vele generaties beschutting bieden en die kraamkamers zijn van leven, hebben al talloze stormen doorstaan.

God zag dat Jeremia daar wél toe bereid was. Hij mocht dan nog een groene scheut zijn, hij had het in zich om te kunnen uitgroeien tot een grote en machtige boom. Jeremia was bovendien niet trots en zinde niet op macht; hij had de juiste houding om zich van tijd tot tijd te laten snoeien door de hand van de Tuinman. Zijn roeping blijkt eigenlijk al uit zijn naam, die betekent: “De Heer verhoogt”.

Foto door Alexander Kovalev op Pexels.com

Profetische woorden

Dit brengt Jeremia op een keerpunt in zijn leven. Door zijn roeping wordt hij uitgedaagd om niet langer te zien op wat hij was, maar op wat hij kan zijn. “Ik ben nog maar een jongen”, zegt Jeremia over zichzelf. God weerlegt die woorden: stop met zo over jezelf te spreken! Nu is de tijd om nieuwe waarheden over jezelf aan te nemen, want als je profetische woorden wilt uitspreken over anderen, dan moet je eerst profetische woorden uitspreken over jezelf!

  • Ik ben maar een jongen
  • Ik ben een groot profeet van de Eeuwige, Bron van alle leven

Voel je het verschil? Het Bijbelboek Genesis verhaalt hoe God de materiële werkelijkheid creëert door middel van woorden. Ook onze woorden hebben creatieve kracht. “Dood en leven zijn in de macht der tong”, waarschuwt koning Salomo in Spreuken, “wie aan haar toegeeft zal haar vrucht eten”. Ook wij zijn in staat onszelf en anderen letterlijk naar beneden te praten, maar we kunnen er evenzeer voor kiezen om woorden van leven te spreken.

Vicieuze cirkel

Het probleem met negatieve woorden is dat het lijkt alsof ze even opluchten, maar uiteindelijk worden ze gemakkelijk een self fulfilling prophecy. Hoe meer we zulke boodschappen over onszelf uitspreken, hoe meer we ze gaan geloven. Totdat ons zelfbeeld verweven raakt met de waarheden die we over onszelf hebben aangenomen. Het gevolg is dat we ons somber en waardeloos gaan voelen. Als we dat vervolgens weer over onszelf gaan belijden, is het cirkeltje rond.

Gelukkig is er een uitweg uit die vicieuze cirkel. We kunnen ook kiezen voor woorden van geloof. God zegt als het ware tegen Jeremia: jij bent meer dan je verleden. Je bent niet je jeugdige voorkomen, je bent méér dan je beperkte levenservaring, je pijnlijke herinneringen, de fouten die je maakte, je afkomst, de woorden die anderen over je zeiden. Kijk nu eens naar jezelf door de ogen van mogelijkheden! Als je toch eens wist wat een groeikracht je in je draagt.

Foto door Nita op Pexels.com

Lichaam van Christus

Misschien denk je nu: maar ik ben al oud. Wat zou ik nog kunnen betekenen? Of: ik ben een vluchteling, ik spreek de taal van dit land nog niet eens.

Ook Jeremia was maar een jongen. Geen zaadje te klein om op een dag groot te kunnen zijn. In de machtige tuin van de Eeuwige staan eiken, maar ook dadelpalmen, acacia, koriander, tulpen, cactussen en sneeuwklokjes. Ook in het Nieuwe Testament lezen we dat in het Lichaam van Christus voor iedereen een plekje is. We zijn allen één, en toch zo verschillend. Als we die rijkdom aan verschillen vieren en elk op onze eigen manier tot bloei komen, worden we daar samen mooier, beter en sterker van.

Als we samen zo’n prachtige tuin vormen, waarom denken we dan soms zo min over onszelf? Een belangrijke oorzaak is dat we onszelf niet definiëren in termen van geloof, maar van beperkingen. Maar er is nog een tweede: de voortdurende neiging om onszelf met anderen te vergelijken. De tulp kijkt op naar de eik en denkt: ‘Was ik maar zo’n grote boom’.

Maar als je een tulp bent en je kijkt op naar de eik, dan voel je je al snel een waardeloze eik. Toch? Wat als de tulp nu haar doelen bijstelde, en zou zeggen: “Ik wil gewoon de mooiste tulp worden die ik kan zijn”. Wel, dát is roeping. Niets verhevens, maar gewoon de uitdaging om uit te groeien tot de mooiste versie van wie we bedoeld zijn te zijn!

Foto door Vural Yavas op Pexels.com

Zaadjes

God inspireerde Jeremia om zichzelf in een nieuw daglicht te zien. Niet door de lens van beperkingen, maar door die van mogelijkheden. En Jeremia groeide uit van een groene scheut tot een machtige boom in Gods Koninkrijk. Als 17-jarige jongen had hij onmogelijk kunnen vermoeden dat tot op de dag van vandaag zijn naam zou blijven klinken.

Het verhaal van Jeremia mag ook ons inspireren. Focus je niet op je onzekerheden en beperkingen, maar open je ogen voor de prachtige mogelijkheden die God in je heeft gelegd! Wij allen zijn zaadjes, geplant in deze wereld om haar samen een stukje mooier te maken. De God die in Jeremia geloofde en hem tot bloei bracht, gelooft ook in jou en mij.

Deze tekst is gebaseerd op de preek in de Taizédienst van 30 januari 2022 in protestantse kerk De Brabantse Olijfberg, Lange Winkelstraat in Antwerpen.

Foto door Artem Beliaikin op Pexels.com