De geboorte van een nieuwe wereld

Tweede zondag van Advent

In de tuin van een huis dat wij onlangs kochten, stond een afgekapte boomstronk. Ooit was het een magnoliaboom, zei de oude heer die er gewoond had. We begrepen niet waarom een deel van de stam overeind was blijven staan. De stronk leek immers dood en zonder leven.

Totdat er op een dag iets bijzonders te zien was aan de stronk. Een tere groene scheut baande zich dapper een weg naar buiten. Het twijgje groeide voort en doorstond de hete zomer. Vandaag staat er in onze tuin een frisse, groene magnoliaboom. Over zo’n twijgje spreekt de profeet in Jesaja 11:

“Er komt een twijgje voort uit de stronk van Isaï, en een scheut van zijn wortels komt tot bloei.” 

Bijltjesdag

Wat is een stronk? Zo op het eerste gezicht niet meer dan een boom die geveld is door de bijl of de kettingzaag. Op het moment dat Jesaja die woorden spreekt, ligt het huis van David er zo bij. Als een gevelde boom; een wortel zonder stam.

Zo kan het ook in ons leven zijn. Vijftig medewerkers van de VRT kregen de afgelopen week te horen dat ze ontslagen waren. Bijltjesdag, zegt men in Nederland weleens. We kennen ongetwijfeld allemaal van die momenten waarop het leven je een slag toebrengt. De vaste grond onder je voeten wordt tijdelijk weggeslagen.

Dat overkomt het volk Israël, het huis van David, in de tijd van (proto-)Jesaja. Rond het volk Israël valt de nacht, de Babylonische ballingschap lonkt. Alles lijkt verloren.

Levenskracht

Maar Jesaja herinnert de Israëlieten aan de levenskracht van hun wortels. Zoals de God van Israël Zijn volk ooit gered heeft, door die onbetekenende herdersjongen David, zo zal Hij opnieuw redding brengen.

De bijl kan fel toeslaan en verwonden. Maar dat is niet het einde; zelfs na Bijltjesdag komt er een nieuw begin. Alleen niet zoals je misschien zou verwachten. De hoop van Israël komt niet voort uit een invloedrijke familieboom, maar uit een kwijnende stam van Isaï. Het woord dat voor twijgje wordt gebruikt, ‘netser’, heeft dezelfde klank als het Hebreeuwse woord voor Nazarener.

Vandaag steken we de Tweede Adventskaars aan. Zoals deze kaars, zo zal ook de komende Vredevorst zijn. Zijn licht zal opgaan als een ster over de duisternis. Als Hij komt, zal de lange nacht ten einde zijn. Niet langer zullen onschuldige mensen worden verdrukt en uitgesloten, niet langer zullen er kinderen sterven van de honger terwijl de machtigen der aarde zich verrijken. Dat twijgje uit de stam van Isaï, zo teer en zo onbeduidend, zal uitgroeien tot een krachtige levensboom.

Visioen

Jesaja schildert een visioen. Hij tekent de contouren uit van een wereld waarin klein en kwetsbaar zijn niet langer een gevaar is. Het bokje, de zuigeling en het kind hebben niets meer te vrezen, want ze zijn volmaakt veilig. Het zal in geen hart meer opkomen om kwaad te doen. Jesaja schildert een wereld zonder machtswellust of ellebogenwerk, een wereld zonder oorlog of honger, waarin er een rechtvaardig plekje zal zijn voor iedereen.

Een droomwereld lijkt het, te mooi om in te geloven. Maar Advent daagt ons uit om meer te zijn dan zogenaamde ‘realisten’ die zich tevreden stellen met de status quo. Om groter te denken, hogere idealen te koesteren en toe te leven naar een werkelijkheid die alles overstijgt. Dat is waarom Jesaja zijn droom schetst. Opdat wij die in ons hart mogen sluiten, de vlam ervan levend mogen houden en het vuur door mogen geven aan volgende generaties. Zodat het licht van de hoop niet dooft.

Grote woorden

We leven vandaag in een samenleving van grote woorden. Woorden van kansen, succes, welvaart, groei, winst en vooruitgang. Soms worden dat woorden van veroordeling, als mensen niet aan die maatstaven kunnen voldoen. “Die hebben hun mislukking aan zichzelf te danken”, klinkt het dan. Maar wie zoiets beweert, vergeet iets belangrijks: we beginnen niet allemaal met een gelijke startpositie. We leven niet in een volmaakt rechtvaardige wereld.

In het ziekenhuis waar ik werk, vragen mensen weleens: “Als God rechtvaardig is, waarom gebeurt er dan zoveel onrecht?” Ik leg dan uit dat God liefde is, maar dat de liefde niet dwingt. God heeft ons een vrije wil gegeven, en de keus om elke dag opnieuw te kiezen tussen recht en onrecht, goed en kwaad. De staat van onze wereld is de afspiegeling van de kleine en grote dagelijkse keuzes die individuele mensen dagelijks maken. Als het onrecht groot is, dan is dat omdat teveel mensen volharden in zelfzuchtige keuzes die hun medemens doen lijden. We doen trouwens niet alleen het kwade, maar onthouden elkaar dikwijls ook het goede.

Hoe moeilijk blijkt het soms om “sorry” te zeggen, of simpelweg “ik houd van je.”

Mensen kunnen onrechtvaardig zijn; ze kunnen elkaar ‘de duvel aandoen’ en elkaars leven tot een hel maken. Maar zelfs al is de wereld nog zo onrechtvaardig, God blijft rechtvaardig, want zichzelf verloochenen kan Hij niet.

Nieuw begin

Als wij lijden, dan mogen we geloven dat God met ons mee lijdt. Dat Hij ten diepste onze pijn voelt en bij ons is in het donker waar wij doorheen gaan. Jesaja schildert een wereld waarin onrecht niet het laatste woord krijgt. De nacht kan nog zo donker zijn, maar aan de hemel fonkelt een nieuw begin.

Jesaja en Johannes de Doper spreken vlammende taal, en misschien worden wij daardoor verpletterd. Want wie zijn wij? Kunnen wij de asielcrisis oplossen? Kunnen wij honger en dakloosheid de wereld uit helpen? We zijn maar mensen en geen halfgoden of engelen. Allemaal hebben we onze dag weleens niet. Als je gestresst bent of gebukt gaat onder zorgen, is het moeilijk om vriendelijk te blijven. We maken allemaal fouten. Ieder van ons. En het leven vraagt soms veel van ons. 

Wij zijn maar mensen. En dat wéét God, want uit Hem komen we voort, en in Hem leven wij en bestaan wij.

Nederig en zachtmoedig

Jezus belooft in het Mattheüsevangelie (11:29):

“Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen.”

Hier laat onze Vredevorst zich zowaar in Zijn hart kijken. Hij kwam niet uit de hemel neergedaald als een vlammende bijl om ons te verpletteren, maar als een kwetsbaar kind in de kribbe. Nederig en zachtmoedig. Jezus weet hoe het is om op deze aarde te wandelen. Hij kent onze noden, angsten en pijn. Hij liet zich er niet alleen door raken, maar zelfs door doorboren. Jezus heeft ons zodanig lief, dat Hij zich geheel en volledig voor ons overgaf.

Het is vandaag de tweede dag van Advent. Daarmee vieren we de hoop die wij verwachten. Want Jezus is niet gestorven voor eens en altijd. Zijn belofte leeft voort! Ook vandaag mogen we leven in de verwachting van een groot licht dat zal opgaan over de duisternis. En over een recht dat zal zegevieren over al het onrecht over aarde.

Nieuwe lente

Te mooi om waar te zijn? Misschien is de lente dat ook wel. En toch, als de dagen koud en donker zijn, weten we dat er ooit twijgjes aan de bomen zullen komen. Zelfs al is daar nog niets van zichtbaar. Zo mogen we ook geloven dat het Koninkrijk van God komende is. Eens zal elke traan uit onze ogen worden weggewist. Vrees en verdriet zullen nog slechts een vage herinnering zijn.

De geurige magnolia in mijn tuin laat zich niet tegenhouden. Zelfs de krachtigste bijl kon haar niet verwoesten. Zo zal het ook zijn met het Koninkrijk van God. 

Advent, dat is een feest van verwachting. Ooit komt de lange winter ten einde en zal het lente zijn op aarde. In het donker van een wereld van oorlog, strijd en honger klinken onverminderd de woorden van onze Heer:

Zie, Ik maak alle nu dingen nieuw.” Openbaringen 21:5

De kiem van een nieuwe wereld is reeds in onze harten gelegd. Laten wij de vlam van hoop en verwachting brandend houden totdat Jezus komt. •

Deze preek werd gehouden op de Tweede Zondag van advent (A-jaar) in de Geuzentempel in Roeselare.

Knelpunt of keerpunt?

Facebook, het miljoenenbedrijf van Mark Zuckerberg, verloor in één dag 220 miljard dollar. “Een keerpunt voor sociale media?”, vroegen kranten wereldwijd zich af. Ook de medische wetenschap kreeg te maken met een keerpunt. Drie weken geleden werd bij een 57-jarige man in de VS een varkenshart ingeplant. Volgens recente berichten maakt de man het nog altijd goed. Keerpunten, ze doortrekken de menselijke geschiedenis en ook de Bijbel staat er vol van.

Vandaag staan we stil bij de verhalen van Jesaja, Paulus en Simon. Drie verschillende mensen die, ieder in hun eigen tijd en context, hun dagelijkse leven leiden. Maar dan vindt er in hun leven een keerpunt plaats. Of zou het een knelpunt zijn?

  • Jesaja krijgt in het sterfjaar van koning Uzzia een visioen. Plots krijgt hij een glimp van de hemel te zien en van Gods grootheid.
  • Paulus – dan nog Saulus – reist van Jeruzalem naar Damascus. Hij is een felle christenvervolger, overtuigd van zijn zaak. Totdat hij onderweg plots een krachtig licht ziet en wordt getroffen door de verschijning van Jezus Christus. “Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?”, klinkt het.
  • Simon Petrus staat samen met Johannes en Jakobus aan de wal van het meer van Génesareth de netten uit te spoelen. Nadat ze een nacht lang niets hebben gevangen, hebben ze hun vissersboten stilgelegd. Maar dan vraagt Jezus of Hij een stukje mee mag varen. Eerst begint Hij onderwijs te geven, daarna vraagt Hij de vissers hun netten uit te werpen. We kennen dat verhaal vandaag als de wonderbaarlijke visvangst: de netten bevatten meer vis dan twee boten kunnen bevatten.
Foto door Denniz Futalan op Pexels.com

Onreine lippen

Drie verhalen waarin de gangbare orde plots door een Godswonder wordt doorbroken. Een angstige ervaring, zo blijkt. Jesaja schreeuwt het uit: “Wee mij ik verga!” (Jes. 6, 5) Plotseling beseft hij dat zijn lippen onrein zijn. Staand tegenover de glorie van God wordt hij zich pijnlijk bewust van alle leugentjes om bestwil, alle lelijke woorden, alle vloeken en verwensingen die ooit over zijn lippen gerold zijn.

En Paulus? Die vergaat het al net zo, want hij schrijft: “Pas op het laatst is Hij aan mij verschenen, misbaksel dat ik was. Want ik ben de minste van alle apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik de gemeente heb vervolgd.” (1. Kor. 15, 8-9) Toen Paulus naar Damascus reisde om ook daar christenen te laten oppakken, bracht de verschijning van Christus hem blijkbaar tot inzicht en tot het besef waar hij mee bezig was.

Ook Simon Petrus reageert ontzet bij het zien van de wonderbaarlijke visvangst. Hij valt neer aaan Jezus’ voeten en roept: “Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!”

Ontworteld

De Nederlandse hoogleraar missiologie Stefan Paas ziet in zijn boek Vreemdelingen en priesters de ballingschap van het volk Israël als belangrijke metafoor. “Het is juist door ontworteld te geraken en door zijn instituties en – ook mooie – verleden kwijt te geraken, dat het volk Israël leert om God opnieuw te verstaan: dat Hij verrassender en groter is dan ze dachten“, stelt hij in Tertio.

De Nederlandse schrijver wijlen Hafid Bouazza het niet méér met hem eens kunnen zijn. “‘Leve de ontworteling! Leve de thuisloosheid! Leve de ongebondenheid! Leve de verbeelding!”, schreef hij eens. Zijn ervaring was dat een mens zichzelf, door zijn zekerheden te verliezen en het nomadische te omarmen, op een verrassende manier kan heruitvinden.

Ook Jesaja, Paulus en Simon raken in zekere zin ontworteld. De vaste grond onder hun voeten begint te schuiven, ze doen ervaringen op die hun wereldbeeld aan het wankelen brengen. En in het licht van die nieuwe ervaring ontkomen ze er niet aan. Ook zij blijken nomaden te zijn in de eeuwigheid. Ze zullen zichzelf drastisch moeten heruitvinden.

Foto door cottonbro op Pexels.com

De graankorrel

In het Johannesevangelie vergelijkt Jezus dat proces met een graankorrel.

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren.” 

Johannes 12, 24-26

Jezus opende de weg door zelf het voorbeeld te geven. Hij hechtte niet aan Zijn leven, maar gaf Zichzelf volledig over aan het kruis om anderen leven te geven. Maar ook in ons moet er soms iets sterven, opdat wij het leven kunnen doorgeven.

In christelijk vakjargon noemen we dat soms “sterven aan jezelf”. Eigenlijk betekent dat gewoon: loslaten waar je aan gehecht was. Je afkeren van alles wat je belemmert om uit te groeien tot de mooie mens die God je bedoeld heeft te zijn. Sterven aan jezelf is een oefening om nee te zeggen tegen alles wat je ervan weerhoudt een positieve impact te hebben op deze planeet en op de levens van vele anderen.

Foto door Nicola Barts op Pexels.com

Dubbelleven

Welke liefdes koesteren wij? Staat God wel op de troon van ons leven, of zijn er andere dingen waarnaar ons hart uitgaat? Jesaja, Paulus en Simon kwamen tot cruciale keerpunten in hun leven. Maar je kunt ook verstrikt raken in knelpunten.

  • Een vrouw die herhaaldelijk naar de fles greep, zag al haar relaties stukgaan. Haar kinderen werden uit huis geplaatst. “Elke keer neem ik mij voor te stoppen”, zei deze vrouw, “maar het is sterker dan mijzelf”. Niet God, maar de drank had de troon van haar leven opgeëist.
  • Een evangelisch voorganger was voor de ogen van de wereld een succesvol man. Totdat zijn vrouw en kinderen ontdekten dat hij al jaren een dubbelleven leidde. Pas nadat hij alles verloren had, besefte deze man dat zijn leven toe was aan een keerpunt. Niet zijn seksverslaving, maar God en zijn gezin moesten zijn grote liefde worden.
  • Een schooldirecteur klaagde over leerlingen die ze overdag tijdens de pandemie op geen enkele manier kon bereiken. Ondanks hun mooie talenten zag ze hun cijfers kelderen. Deze jongeren dachten niet langer aan hun toekomst, maar leefden van game tot game.

Knelpunten kunnen zoveel dingen zijn: verslavingen of verleidingen, maar ook pijn uit het verleden. Misschien wordt je leven wel bepaald door een diepe wrok jegens iemand die je maar niet kunt vergeven. Of je worstelt met een opvliegend karakter. “O, waarom zeg ik altijd weer dingen waar ik later spijt van heb?” Of je vraagt je af: “Waarom grijp ik altijd weer naar dingen die niet goed voor me zijn?”

Van knelpunt naar keerpunt

Ik kan het niet. Ik leer dit nooit! Knelpunten kunnen je wanhopig maken, zeker in een wereld waarin mensen alles doen om hun tekortkomingen te verbergen. We werken zo hard om het plaatje aan de buitenkant te laten kloppen. We poetsen sociale mediaprofielen op, we zorgen dat ons cv in orde is, we investeren veel geld en moeite in de droom van het perfecte huis, de mooie auto, het gelukkige gezinnetje, de volmaakte outfit, een goed figuur.

Misschien deden Jesaja, Paulus en Simon dat ook wel. Maar God is duidelijk niet onder de indruk. Pas als ze hun maskers laten zakken en bereid zijn hun eigen onvolkomenheid onder ogen te zien, kan Hij doorbreken in hun verhaal. Juist dan ontstaat er een keerpunt. De mens, die het allemaal dacht zo goed zelf te kunnen, buigt. Hij gaat door de knieën, strekt zijn handen uit naar de hemel. De graankorrel sterft.

Foto door Akil Mazumder op Pexels.com

Een zaadje in de hand van de Eeuwige

Jesaja wordt een groot profeet, Paulus een apostel die miljoenen mensen wereldwijd inspireert, Simon een visser van mensen. Een totale ommekeer. Tot op vandaag inspireren hun verhalen miljoenen mensen wereldwijd.

Ook wij zijn van harte uitgenodigd om in de voetsporen van Jesaja, Paulus en Simon te treden. Ook wij zijn geroepen. Niet om perfect te zijn, maar om volwaardig mens te zijn. Mét alle fouten die daarbij horen. We mogen naar hartenlust struikelen, vallen en weer opstaan. Je kunt zoveel groter zijn dan je denkt! Maar ware grootheid begint bij het besef dat niemand volmaakt is. Pas dan ontstaat ruimte om mild te zijn, naar onszelf en naar anderen.

Onvolmaaktheid is ons gedeelde lot. Een lot waarin de mensenfamilie wereldwijd verbonden is. We worden geconfronteerd met een enorme hoeveelheid problemen, en in het zoeken naar antwoorden voelen we ons soms zo ontzettend klein. Maar het goede nieuws is: er is een grote God die ons liefheeft en die ons in al Zijn genade aanvaardt. Hoe bevrijdend kan dat zijn!

Tot dat besef kwamen Jesaja, Paulus en Simon en het werd een keerpunt in hun leven. Misschien is de crisis waar onze wereld nu doorheen gaat, voor ons ook wel een keerpunt. Een kans om God opnieuw leren verstaan. En te ontdekken dat Hij zo oneindig veel verrassender en groter is dan we beseften. Die ontzagwekkende God kan ook ons, jou en mij, gebruiken om in deze wereld een verschil te maken.

Ware grootheid begint in het klein. Om precies te zijn: bij de uitdaging om onze maskers af te leggen. En simpelweg een zaadje te durven zijn in de hand van de Eeuwige.

Deze preek werd geschreven voor de Verenigde Protestantse Kerk in Leuven, zondag 6 januari 2022.