Omgaan met jaloezie: vier inzichten

Jaloezie en rivaliteit: we praten er misschien niet graag over. Toch valt er nauwelijks aan te ontkomen, want vrijwel overal waar mensen samenleven en samenwerken duikt het groene monster de kop op. Hoe voorkom je dat het relaties verziekt? Vier dingen die ik leerde over jaloezie.

Lange tijd was ik ervan overtuigd dat ik een probleem had, namelijk de jaloezie van anderen. Dat was niet helemaal uit de lucht gegrepen. Al jong was ik getuige van de gevolgen van afgunst tussen familieleden. Toen ik eenmaal volwassen was, werd ik zelf meermaals het slachtoffer van de jaloezie en rivaliteit van anderen. Schoolgenoten werden stalkers en pesters, een vriendin veranderde in een vijand, collega’s in concurrenten.

Sluipend gif

Mijn ervaringen maakten dat ik een antenne ontwikkelde voor de signalen van jaloezie bij anderen. Als ik ze maar op tijd kon herkennen, dacht ik, dan kan ik het groene monster misschien counteren. Maar jaloezie en afgunst laten zich moeilijk voorspellen, laat staan afwenden. Ze gedragen zich als een sluipend gif dat relaties of samenwerkingsverbanden verziekt. We merken het vaak op als het te laat is en als er al flinke schade is aangericht.

Lange tijd was ik vooral gericht op de jaloezie in anderen. Totdat ik op een avond gedesillusioneerd in de kapel naast mijn huis ging zitten en vroeg: “Heer, leer me toch omgaan met jaloezie, en voorkom dat het mijn vreugde wegneemt en dat alles stukloopt.”

Vanaf dat gebed begon er iets te veranderen. In plaats van me bewust te zijn van tekenen van jaloezie in mijn omgeving, begon ik me geleidelijk bewust te worden van mijn eigen innerlijke groene monster. Zonnige vakantiebestemmingen op sociale media, perfecte interieurs, mensen die schijnbaar rimpelloze levens leidden: ze brachten een steek teweeg. Het groene monster bleek niet alleen in anderen te zitten, maar ook in mij.

Vier lessen die ik leerde:

1. Luister naar je jaloezie

Gevoelens van jaloezie zijn niet per se destructief. Als we ze serieus nemen, kunnen ze ons veel over onszelf leren. Waarom voelen we een steek van jaloezie als iemand iets bijzonders heeft bereikt? Mogelijk houdt die ander ons een spiegel voor. Herkennen we daarin misschien iets waar we stiekem ook zelf van dromen? Een gemiste kans of onvervulde behoefte? Dan is dit de tijd om naar dat innerlijke stemmetje te luisteren. Misschien heb je bepaalde dingen voor jezelf niet voor mogelijk gehouden, maar kunnen kleine aanpassingen in je leven er toch voor zorgen dat dat doel stapsgewijs bereikbaar wordt. Jaloezie kan soms zelfs de aanzet zijn tot verandering.

2. Begrijp en steun de ander

Gevoelens van jaloezie zijn meestal gebaseerd op projectie. Hoewel jaloerse mensen vaak geneigd zijn de ander als de aanleiding te zien, worstelen ze met een innerlijk conflict. Het is belangrijk om dat te begrijpen. Op deze aardbol lopen miljarden mensen rond met de mooiste dromen en talenten, maar niet iedereen krijgt de kans of heeft de moed om die te volgen. Veel mensen raken verwikkeld in de waan van de dag. Als een ander wel zijn dromen volgt, kan dat confronterend zijn. Als je zelf je studie voortijdig hebt afgebroken, maar een vroegere studiegenoot tegenkomt die het ver geschopt heeft, werkt dat als een spiegel waarin je je eigen gemiste dromen en kansen ziet. Jaloerse medemensen zijn geen haters, maar mensen met pijn. Als we dat goed begrijpen, kunnen we reageren met erkenning, begrip, geduld en liefde. Misschien kun je zelfs meer dan een spiegel zijn, maar een gids.

3. Wees geen heilig boontje

Een derde les die ik leerde, is dat geestelijke groei niet zoiets is als een streven naar volmaaktheid, waarbij je immuun wordt voor allerlei lastige gevoelens. Zelfs de grootste meesters in de geschiedenis zoals Jezus en Mozes, maar ook Mahatma Gandhi, Martin Luther King of de Dalai Lama maakten deze gevoelens door. Het omgaan met emoties als jaloezie, afgunst en rivaliteit is inherent aan het leven op aarde; niemand gaat volledig vrijuit. De kunst is dan ook niet om die gevoelens te ontkennen maar om ze te herkennen en er vervolgens iets goeds mee te doen.

4. Focus op verbinding

Een vierde inzicht tot slot, is om altijd uit te gaan van het grotere plaatje: de verbinding met anderen. In een individualistische wereld van winnaars en verliezers leren mensen al jong dat ze met anderen moeten concurreren, omdat er maar één de beste kan zijn. “Onvolkomen is ons kennen en onvolmaakt is ons profeteren”, schreef de apostel Paulus echter aan de gemeenschap in Korinthe (1 Kor. 13:9) De grote uitdaging die vandaag voor ons ligt, is om een meer holistische denkwijze te omarmen. Niemand is geroepen om op zichzelf een eiland te zijn, want allemaal bezitten we maar een klein stukje van de waarheid en van de totale menselijke capaciteit van onze planeet. Maar als we bereid zijn de krachten te bundelen, kunnen we onszelf overstijgen en samen iets groots en moois tot stand brengen.

Foto door Darrel Und op Pexels.com

World Happiness Day

Vandaag is het een bijzondere dag. Jaarlijks wordt op 20 maart namelijk wereldwijd de Internationale Dag van het Geluk gevierd. De gedachte achter de World Happiness Day is dat ieder mens het recht heeft om gelukkig te zijn. “Happiness is your birthright”, zei rapper Pharrell Williams in 2015, toen die VN-dag voor de derde keer werd gevierd.

Ook op de speciale klimaatsynode van de Verenigde Protestantse Kerk in België ging het over de dingen die miljoenen mensen ervan weerhouden gelukkig te zijn. Ons ontluikende ecologische bewustzijn werd verder aangewakkerd. We waren gemotiveerd, we voerden goede gesprekken, wisselden ideeën uit en dronken samen fairtrade koffie. Maar toen ik met een hoofd vol frisse ideeën de kerk in Brussel verliet, passeerde ik een jonge moeder met een kind.

Stad met vele gezichten

Tegen elkaar aangedrukt zaten ze onder een deken tegen de gevel van de McDonalds. De mensen liepen intussen het fastfoodrestaurant in en uit. Ze hadden oog voor de hamburgers, McFlurry’s en de grote bekers cola of Fanta, maar niet voor de vrouw en haar zoon. Ik graaide in mijn zak, maar vond geen muntjes meer.

Brussel blijft een stad met vele gezichten. Soms zijn dat gelukkige gezichten, soms ook gezichten die je harder raken dan je lief is. Naast glinsterende etalages vol luxe ligt de ellende van kapotte levens uitgestald. Geluk is je geboorterecht. Maar niet iedereen krijgt evenveel kans om daar aanspraak op te maken.

Foto door Timur Weber op Pexels.com

Leugen

In Afrika en Amerika doen welvaartspredikers goede zaken. Pastors met sterrenstatus vliegen in privéjets de wereld rond. Ze oefenen druk uit op hun vaak arme volgelingen om grote bedragen te geven, want dan worden ze naar verluidt gezegend en krijgen ze nog meer. In de ontnuchterende tv-documentaire American Gospel: Christ Alone vertelt een gezin over hun laatste centen, die ze aan de pastor hebben overgemaakt. De beloofde zegen blijft uit. Als de ouders geen geld meer hebben om eten te kopen, vertelt de pastor dat de armoede van het gezin wordt veroorzaakt door een generatievloek. “Geloven jullie dat?”, vraagt de reporter. De vader knikt deemoedig.

Is onze Bijbel een stappenplan naar welvaart en geluk? Een positieve mindset en vertrouwen kunnen zeker helpen om gelukkiger te zijn. Die dingen geven ons mentale veerkracht om beter met de omstandigheden om te gaan. Maar het is een flagrante leugen dat we, zolang we maar genoeg geloof hebben, rijk en gelukkig en rijk zullen zijn. Er blijven nog zoveel dingen over waarover we geen controle hebben. Miljoenen mensen ter wereld lijden door de noodlottige beslissingen van anderen, niet zelden machthebbers.

Woestijnperiode

In de tijd van Mozes maakte het volk Israël een zware woestijnperiode door. Niet door hun eigen toedoen, maar door het beleid van de Egyptische Farao. Hij buitte de Israëlieten uit en liet ze als slaven voor hem werken. “Laat mijn volk gaan”, zei Mozes tegen Farao, “sta ons toe drie dagen de woestijn in te trekken om feest te vieren en de Heer offers te brengen”. Maar de Farao weigerde. Hij zei: “Wie is de Heer, dat ik Hem zou gehoorzamen? Waarom zou ik de Israëlieten laten gaan?” En: “Mozes en Aaron, hoe durven jullie het volk van zijn werk te houden? Vooruit, aan het werk!”

Wie is nu de gelukkige in dit verhaal? Vooralsnog lijkt dat Farao. Hij heeft de top bereikt; zijn leven lijkt één groot succes. Mensen kijken naar hem op, ze doen wat hij zegt. En waarschijnlijk meent Farao dat hij dat allemaal aan zichzelf te danken heeft. Maar God kijkt verder dan wat voor ogen is. Want wat als jouw succesverhaal ten koste gaat van anderen?

Aan de kant van de verdrukten

De Farao waant zich onaantastbaar. Niets lijkt zijn macht te kunnen breken; misschien waant hij zich gelijk aan God. Maar de Eeuwige hoort het zuchten van het volk dat door Farao wordt onderdrukt. En tot driemaal toe openbaart hij zich aan Mozes: “Ik ben de HEER!”

Kiest God partij? En of Hij dat doet! Een rode draad die de Bijbel doortrekt, is dat God zich steevast schaart aan de kant staat van de verdrukten, de machtelozen. En dat niet alleen: Hij vraagt de onderdrukker rekenschap voor het onrecht dat hij heeft aangericht. Want God is een God van rechtvaardigheid. “Ik heb het gejammer van de Israëlieten over de slavenarbeid die hun door de Egyptenaren is opgelegd gehoord, en dat heeft Mij aan die belofte herinnerd”, zegt de Eeuwige tegen Mozes. 

Foto door Pixabay op Pexels.com

Wat opvalt aan het Oude Testament, is dat het meer dan eens lijkt alsof God ergens spijt van heeft; dat Hij terugkomt van een besluit of vonnis.

  • God heeft spijt dat Hij de mens gemaakt heeft (Genesis 6:6-7).
  • God betreurt het dat Hij Saul tot koning heeft gemaakt (1 Samuël 15:11).
  • Abraham onderhandelt met God over het verwoesten van Sodom en Gomorra. Ze sluiten een deal: als er tien onschuldige inwoners te vinden zijn, dan zal God van Zijn voornemen afzien en de steden niet verwoesten (Genesis 19).
  • De profeet Jona moet dan weer een boodschap aan Ninevé brengen dat ze zwaar gestraft zullen worden voor hun zonden, maar als God ziet hoeveel mensen berouw hebben en hun gedrag veranderen, komt de profetie niet uit.

Ik ben de Heer

De Griekse filosoof Aristoteles stelde zich God voor als een onbewogen beweger in de kosmos. Maar veel teksten scheppen eerder het beeld van een bewogen medebeweger. Van een God die altijd met ons onderweg is, één en al dynamiek. Die, telkens als wij leven, bewegen en evolueren, met ons meeleeft, -beweegt en -evolueert. Geen alleenheerser van bovenaf zoals de Farao, maar een Aanwezigheid vanuit ons midden.

“Waar twee of drie verzameld zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden.”

Mattheüs 18:20

God zag de onderdrukking van het volk Israël. Hij was niet ver verwijderd van hun zuchten, sterker nog: Hij ervoer hun pijn, telde hun tranen. En toen Hij het niet langer kon aanzien, maakte Hij zichzelf bekend: hier ben Ik, “Ik ben de HEER”.

Hineni

Zes jaar geleden overleed de wereldberoemde joodse zanger Leonard Cohen. In die tijd was er nog niet zoveel aandacht voor de crisissen die zich vandaag uitkristalliseren. Toch zingt hij al in zijn lied You want it darker uit de jaren 1960 over hoe de mensheid in naam van God verminkt en vermoordt. In het refrein zingt Cohen: “Hineni, Hineni. I’m ready my Lord“.

Hineni is een woord dat 178 keer voorkomt in de Thora (het Oude Testament). Het betekent: “Hier ben ik, hier sta ik”. Maar de betekenis reikt nog verder. Zeg je “Hineni”, dan zeg je dat je je onvoorwaardelijk beschikbaar stelt met alles wat je in je hebt. Zonder terughoudendheid. Zelfs over de drempel van het gevaar en de dood.

Foto door Pixabay op Pexels.com

Innerlijke stem

Dat geldt ook als het gaat over overgave aan het leven zelf. Je kent het misschien wel: er is een innerlijke stem, een terugkerende gedachte, een gevoel dat je aanspoort om in beweging te komen. Diep van binnen weet je dat het tijd is om hulp te zoeken, ontslag te nemen, de verstoorde relatie met je partner onder ogen te zien of met een bepaald gedrag te breken. Maar je negeert die innerlijke stem, liever kijk je nog een poosje de andere kant op.

Wel, je bent in goed gezelschap. Ook grote profeten als Mozes en Jona deden er alles aan om onder hun opdracht uit te komen. “Heer, ik ben een man die niet zo welbespraakt is”, stamelde Mozes, “ik ben iemand die niet zo goed uit zijn woorden komt. Kunt u niet iemand anders roepen?” Maar Mozes overwon zijn vrees. Uit liefde voor God en voor zijn volk maakte hij de juiste keuze. Dwars door zijn twijfels en angsten heen besloot hij op te staan en te zeggen: “Hier ben ik, hier sta ik”.

Overgave

Dat deed Jezus aan de vooravond van zijn dood. Net als Mozes voorzag ook Jezus wat Hem te wachten zou staan, en Hij smeekte: “Als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan“. Maar Jezus overwon Zijn vrees en gaf zichzelf over als losprijs voor velen. Evenzo overwon Jesaja zijn vrees, en stond hij op als een machtige profeet. En David vergat zijn eigen kleinheid en trad een grote reus tegemoet. “Hier sta ik, ik kan niet anders.” Dat is ook wat de bekende kerkhervormer Martin Luther zei in 1521 op de Rijksdag in Worms. 

Breekpunt

Hier ben ik, hier sta ik. Telkens opnieuw is die beslissing een keerpunt in de geschiedenis. Een moment waarop ketenen worden verbroken, jonge mensen geschiedenis schrijven en machtelozen leider worden van een groot volk. Daar waar mensen “ja” zeggen tegen de roepstem in hun hart en op hun voeten gaan staan, verandert de wereld.

Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.

2 Timotheüs 1:7

Een gelukkige World Happiness Day!

Foto door Suliman Sallehi op Pexels.com

Deze preek werd gehouden op 20 maart 2022 in de Protestantse Kerk Hasselt.

Verander je scripts en verander je leven

“Het lelijke eendje” van Hans Christian Andersen is een parabel over een vogel die ervan overtuigd is een waardeloze eend te zijn. De boodschappen die we in onze eerste levensjaren kregen, vormen grotendeels de scripts waarop ons leven is gaan draaien. Herkenbaar? Wanhoop niet: zelfs het meest negatieve script kan worden doorbroken. In deze studie neem ik je mee naar een cruciale sleutel in de Bijbel.

Op naar de bergtop. Dat is hoe het negende hoofdstuk van het Marcusevangelie begint. Jezus neemt Petrus, Jakobus en Johannes mee naar een hoge berg om alle drukte te ontvluchten. Als ze de top hebben bereikt en uitkijken over de wijde wereld, gebeurt er iets wonderlijks. Voor de ogen van zijn drie discipelen verandert Jezus van gedaante; zijn kleren worden blinkend wit. En plots zien ze Elia en Mozes verschijnen.

Piekervaringen

Bergen zijn in de Bijbel vaak dé plek waar hemel en aarde elkaar raken. Denk maar aan de Sinaï waar Mozes God ontmoet. En aan Horeb, waar Elia God tegenkomt. Bergen verheffen je boven de dagelijkse realiteit; ze gunnen je een panorama over verre horizonten. Een piekervaring, zogezegd. We jagen piekervaringen na in de vorm van succes, kicks, verliefdheden, kortom: momenten die ons voor even optillen boven de rauwe werkelijkheid. Petrus zoekt dat ook. Hij voelt zich zo goed op de bergtop, dat hij zegt: “Rabbi, laten we drie tenten opslaan, een voor u, voor Mozes en Elia”. Liever dan terug te gaan, zou hij er voor altijd willen blijven.

Maar dan valt de schaduw van een wolk over hen, waaruit een stem klinkt: “Dit is Mijn geliefde zoon, luister naar Hem!” En als Petrus opkijkt, ziet hij dat Elia en Mozes spoorloos zijn verdwenen. Als de grauwe werkelijkheid doorbreekt, lijkt het moment van heerlijkheid lijkt niet meer dan een illusie. Er zit weinig anders op dan met zijn vieren de berg weer af te dalen.

Piekervaringen kunnen je visie, kracht en perspectief geven, maar iemand die doorlopend met zijn hoofd in de wolken leeft, verliest zijn of haar binding met de realiteit. De bergtop wordt dan een vlucht in plaats van een boost. Onherroepelijk komt er dus altijd weer een tijd dat je met beide benen op de grond moet landen.

Foto door mirsad mujanovic op Pexels.com

Het is sterker dan ikzelf

Dat geldt ook voor Jezus, Petrus, Jakobus en Johannes. Eenmaal beneden worden ze direct geconfronteerd met een diep dal. Een bezorgde vader wendt zich tot Jezus om hulp te vragen voor zijn zoon. Hij vertelt dat een boze geest telkens opnieuw kans ziet de jongen te overweldigen. Dan staat het schuim hem op de lippen, knarst hij met zijn tanden en verstijft zijn hele lichaam. De macht die deze jongen overvalt, laat zich niet door mensen beheersen.

Het is sterker dan ikzelf. Dat zei ook een manager met een opvliegend karakter. Zijn afdeling werd gekenmerkt door een klimaat van angst, intimidatie en ziekteverzuim. Het personeel liep op eieren om hem niet kwaad te maken, want er hoefde maar iets te gebeuren of de baas ontstak in woede. Dan zei hij dingen waar hij later spijt van kreeg, en richtte hij onherstelbare schade aan.

Het is sterker dan ikzelf. Het zijn eveneens de woorden van een vrouw die telkens naar de fles greep, ook al zag ze de droom van een gelukkig gezin uiteen spatten en veegden haar kinderen de scherven bij elkaar. “Het is sterker dan ikzelf. Als ik naar andere moeders kijk, zie ik daar de vrouw die ik voor mijn kinderen zou willen zijn. Maar wat ik ook probeer, het lukt me maar niet om haar te worden.”

Misschien herken je in je eigen leven ook wel zo’n “het is sterker dan ikzelf”. Dat kan van alles zijn. Gedachten, gewoonten of neigingen waartegen we soms een jarenlange strijd leveren, maar die altijd weer de kop op lijken te steken. Hoe machteloos kun je je dan voelen.

Foto door Kat Jayne op Pexels.com

Negatieve scripts

Iemand zei: “Mijn buurman is een echte rat. Hij doet niets liever dan anderen pesten, sarren en het bloed onder de nagels vandaan halen. Het is een familieafwijking, zijn vader en grootvader waren ook al zo”.

Bestaat zoiets? Zijn sommige mensen gedoemd om agressief, verslaafd, kritisch, cynisch, depressief of ronduit onaangenaam door het leven te gaan? Natuurlijk speelt er een genetische component mee, maar we mogen nooit de kracht onderschatten van het voorbeeld en de woorden die iemand heeft meegekregen.

Laten we het menselijke brein eens van dichterbij bekijken. Je zou het kunnen vergelijken met een fijnbesnaard computersysteem. De periode voor het zesde levensjaar is extreem belangrijk. Dan downloadt een kind al bijna alle basisinformatie die het in zijn leven zal gebruiken over relaties, familie, maatschappij maar ook de eigen identiteit. Wie ben ik? Wat geloof ik? Hoe zie ik de wereld?

Waren die boodschappen overwegend positief, dan hebben we geluk. In dat geval wordt ons brein voorgeprogrammeerd met positieve informatie over onszelf. We groeien op in de overtuiging dat we waardevol zijn, dat we iets kunnen toevoegen aan deze wereld, kortom: dat we er mogen zijn. Maar waren onze ouders streng, afwijzend en kritisch of zelfs geheel afwezig? Werden we op school gepest, buitengesloten of gekleineerd? Kregen we van huis uit de verkeerde voorbeelden mee? Dan gebeurt precies het tegenovergestelde.

Slechte eend

Misschien ken je het verhaal “het lelijke eendje” wel. Het dier is ervan overtuigd een waardeloze eend te zijn. Belangrijk om te weten is dat de vroege boodschappen die we over onszelf kregen, de scripts zijn gaan vormen waarop ons leven draait. De zwaan kreeg voortdurend te horen dat hij een eend was die niet deugde. Die informatie nestelde zich in zijn bewustzijn, en raakte ongemerkt verweven met zijn identiteit.

Dat patroon wordt pas doorbroken als hij in het water zijn eigen beeld weerspiegeld ziet, en tot de ontdekking komt dat hij geen eend is maar een prachtige zwaan.

Iets dergelijks zien we ook bij de bezeten jongeman. Als hij schuimbekkend op de grond valt, zegt zijn omgeving: “O, hij is al zo vanaf zijn kindertijd, dat doet-ie altijd al”. Maar eigenlijk is die omgeving, zonder het zelf te beseffen, onderdeel van het probleem. De mensen rondom hem benoemen wel wat er allemaal aan die jongen mankeert, maar door dat te doen blijf het negatieve script herhalen. Terwijl het moet worden doorbroken.

Afgoden

In zijn boodschap aan Cyrus II de Grote waarschuwt de profeet Jesaja tegen het dienen van afgoden. Er zijn vele afgoden denkbaar, maar ze hebben allemaal één ding gemeen: het zijn fatamorgana’s. Ze stellen ons gouden bergen in het vooruitzicht, maar hoe meer je er tijd en energie in steekt om die te bereiken of te beklimmen, hoe verder je verwijderd raakt van God, Zijn heerlijkheid en Zijn roeping met je leven.

Soms – zelfs zonder dat we er erg in hebben – kunnen de oude scripts die in ons leven draaien, een afgod worden.

  • Ben je steeds maar geneigd de pijn uit het verleden te herhalen?
  • Is je identiteit verweven geraakt met een gevoel van slachtofferschap?
  • Houd je stiekem vast aan je explosieve karakter, omdat mensen daardoor doen wat je zegt?
  • Reageer je steevast op stress door naar genotsmiddelen te grijpen, zoals excessief drinken, gamen, roken of eetbuien?
  • Hebben gevoelens van haat, wrok, rancune, afgunst of bitterheid zich vastgehecht in je hart?

Als we zulke impulsen niet herkennen en weerstaan, riskeren we dat ze op termijn onderdeel worden van onze identiteit. “Ik ben nu eenmaal zo”, zeggen we dan misschien. “Ik ben nu eenmaal een driftkop, het zit in de familie”, of: “Ik ben nu eenmaal verslavingsgevoelig, dat zit in de genen.” Misschien ook geven we anderen de schuld van wie we vandaag al dan niet geworden zijn.

Laat me je iets op het hart drukken. Jij bent niet je verleden. Jij bent niet je afkomst. Wij zijn niet onze fouten, onze tekortkomingen, onze misstappen. Onze identiteit ligt in de God die de hemel en aarde gemaakt heeft.

Foto door RODNAE Productions op Pexels.com

Geloof

Wie zal over ons oordelen? Wie kan ons lot bepalen? Wie zal ons kunnen scheiden van Gods liefde? Niemand! Tenminste, als we bereid zijn een cruciale sleutel te aanvaarden, die door de Bijbel heen in talloze teksten verweven zit.

  • Alles is mogelijk voor wie gelooft (Marcus 9, 24)
  • Vrees niet, geloof alleen (Marcus 5, 36).
  • Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien (Hebreeën 11, 1).
  • Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen (Marcus 11, 24).

Waarom drukt de Bijbel ons herhaaldelijk op het hart om te geloven? Dat lijkt een beetje contra-intuïtief, want tegenwoordig ligt de nadruk op weten. Het geloof is echter van een andere orde. Je zou het kunnen vergelijken met een poort. Geloof opent onze ogen voor een andere werkelijkheid, die verder reikt dan het louter materiële, rationele en waarneembare. Geloof plaatst ons leven in eeuwigheidsperspectief. En meer nog, het schenkt ons toegang tot een Koninkrijk van bijna onbegrensde mogelijkheden.

Als de vader van de bezeten jongen aan Jezus vraagt of Hij zijn zoon kan helpen, antwoordt die: “Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.” En dan roept de vader uit: “Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp!” Dat is genoeg. Precies op dat moment vaart de boze geest uit.

Identiteit in Christus

Daarmee is het verhaal nog niet ten einde. De jongen bij wie de boze geest is uitgevaren, moet weer gevuld worden. De beschikbare kamers van zijn ziel moeten worden heringericht met nieuwe dromen en met de Geest van God.

Als oude scripts en patronen doorbroken worden, begint het pas. Daarna wacht ons de taak om onze harde schijf te herprogrammeren met nieuwe boodschappen. Positieve affirmaties, niet gebaseerd op menselijke meningen of (voor)oordelen, maar op wat God over ons zegt.

De Bijbel belooft dat al wie in Jezus Christus gelooft, een nieuwe schepping is. Onze identiteit is niet langer geworteld in ons verleden of in onze afkomst, maar in Christus, die Zich voor ons overgaf. Houden we daaraan vast, dan kan de tegenstander geen rechten meer op ons doen gelden. De dorre ranken van het verleden verliezen hun grip en we groeien uit tot sterke bomen, geworteld in Gods Koninkrijk.

Foto door Johannes Plenio op Pexels.com

Bewaar uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens.

Spreuken 4, 23

Geloof is helaas geen wondermiddel dat alles in één keer oplost. Zelfs al draait er een goddelijk script in ons leven, er zullen nog vaak momenten komen dat we naar de bergtop verlangen. Naar piekmomenten die ons even uittillen boven het nieuws en de harde realiteit. Het leven op aarde is allesbehalve een paradijs en veel mensen gaan door diepe dalen.

Het goede nieuws is dat je altijd de bergtop kunt bestijgen, zelfs in de vlakke Lage Landen. Je hoeft zelfs geen goede klimmer te zijn, een momentje van stilte volstaat. Bid, mediteer, zing, maak een mooie wandeling en open je hart voor de glorie van de Ene, die heel die prachtige schepping in Zijn hand houdt. Die jou gemaakt heeft en die je onmetelijk liefheeft. Doe je dat driemaal per dag, zelfs al is het maar kort, dan beloof ik je: na een tijdje voel je je een ander mens.

Schieten woorden tekort? Denk dan nog eens die vader, die in al zijn radeloosheid uitriep: “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!” Deze man had verlossing gezocht in vele woorden, ideeën, theorieën, technieken en remedies, maar allemaal vergeefs. De sleutel lag in dat ene zinnetje: ik geloof. De wil om te geloven; om je ogen te openen voor een werkelijkheid die ons overstijgt en omvat, is soms al genoeg om een mensenleven voorgoed te veranderen.

Foto door Abhiram Prakash op Pexels.com

Deze tekst is gebaseerd op de preek van zondag 12 september 2021 in protestantse kerk Brabantse Olijfberg, Lange Winkelstraat 5 in Antwerpen.

Meer lezen?

  • Jesaja 45, 20-25
  • Marcus 9, 1-28