Zoeken we in de Bijbel naar een toonbeeld van succes, dan is Mozes een van de eerste namen die komt bovendrijven. Mozes schopte het tot een van de belangrijkste profeten in het jodendom en christendom. Verwarrend, vindt Piet. Hij legde me een vraag voor: “Mozes was een moordenaar, en toch zag hij God. Hoe kan dat nu?”
Het verhaal van Mozes voert terug naar het oude Egypte. De Israëlieten zwichten onder slavernij, onder dwang laat de Farao ze de steden Pitom en Raämses bouwen. Maar het joodse volk blijkt veerkrachtiger dan gedacht, en de Farao schrikt van de snelheid waarmee hun aantal toeneemt.
Blakende baby
Dat brengt hem op een idee. Hij gebiedt twee Hebreeuwse vroedvrouwen op om alle jongetjes te doden die er onder de Israëlieten worden geboren. Maar de vroedvrouwen verzinnen een list om onder dat gebod uit te komen. Dat brengt de Farao opnieuw op een idee. Hij draagt het volk op om alle pasgeboren jongetjes in de Nijl te gooien.
Dan wordt Mozes geboren, een blakende baby die aanvankelijk door zijn moeder in huis wordt verstopt. Maar ze realiseert zich dat ze het kind niet altijd voor de buitenwereld zal kunnen verbergen. Dan krijgt ze een idee. Ze legt de baby in een mandje van papyrus en verbergt dat tussen het riet langs de Nijl, waar de dochter van de farao passeert. “Toevallig” treft die de baby langs de waterkant aan. Daar staat ook een meisje – Mirjam, het zusje van Mozes – en de prinses vraagt: “Wat zal ik met hem doen?” Mirjam raadt haar aan de baby bij een voedster onder te brengen – niemand minder dan Mozes’ moeder. Zo kan hij bij haar blijven tot zijn toekomst aan het Egyptische hof.
Niet volmaakt
Dat het wonderlijke samenspel van “toevalligheden” in Mozes’ leven duidt op een hoger plan, betekent niet dat Mozes volmaakt is. Integendeel, hij lijkt nogal een kort lontje te hebben. Als hij op volwassen leeftijd een bezoek aan zijn volk brengt, is hij onaangenaam verrast over hoe de Israëlieten door de Egyptenaren worden onderdrukt. Bij het zien van een Egyptenaar die een Joodse man slaat, ontsteekt Mozes in woede. Hij haalt uit en doodt de Egyptenaar. Nu is het Farao’s beurt om kwaad te zijn. Hij is vastbesloten Mozes met zijn leven te laten betalen voor de dood van de Egyptenaar.
Voor Mozes zit er niets anders op dan naar Midjan te vluchten, waar hij trouwt en uiteindelijk zijn roeping zal vinden. Dat gebeurt als Mozes voor een brandende braamstruik komt te staan, waar een anonieme goddelijke macht zich openbaart als Jahweh, en zegt het geweeklaag van de Israëlieten te hebben gehoord. Mozes ontvangt de profetie dat God de Israëlieten uit slavernij zal bevrijden, en dat Hij hen zal leiden naar een veilig land.
Gij zult niet doden
Om terug te keren bij de vraag van Piet: hoe kan God nu een moordenaar uitkiezen om een van de grootste profeten van de christelijke en joodse heilsgeschiedenis te worden? Had Hij niet iemand met een mooier cv kunnen vinden? Door de roeping van Mozes zou je haast nog denken dat Jahweh de moord op op de Egyptenaar goedkeurt. Maar daar kan geen sprake van zijn, want de Tien Geboden die Hij later aan Mozes zal geven, zijn duidelijk: “Gij zult niet doden”.
Hoewel het verleidelijk is de wereld te willen opdelen in overzichtelijke categorieën van goed en slecht, heilig en onheilig, is de werkelijkheid vaak complexer dan ons lief is. In de Bijbel is dat niet anders.
- Petrus verloochende zijn leraar en beste vriend Jezus;
- Elia was depressief en wenste dat hij dood was;
- David ging vreemd en vermoordde de man van zijn minnares;
- Noach was dronken;
- Abraham was een leugenaar;
- Mozes pleegde een moord.
Dat maakt de Bijbel zo complex en intrigerend. Soms bemoedigen de verhalen, de andere keer krijgen we een ongemakkelijke spiegel voorgehouden, een derde keer worstel je met vragen. Maar één ding is zeker: steeds opnieuw toont de Bijbel ons door de levensverhalen van onvolmaakte mensen heen hoe God kan werken; hoe onmetelijk groot Zijn liefde en genade zijn. De verhalen confronteren ons niet alleen met Gods glorie, maar ook met een mens die verlossing nodig heeft. Soms nog het meest van zichzelf.
Hoopvol verhaal
Dat zelfs de moordenaar in Exodus 3 een nieuwe kans krijgt, maakt dat het Bijbelverhaal een hoopvolle wending neemt. En niet alleen voor Mozes. Bedenkelijke “heiligen” als Petrus, Elia en David, Noach en Abraham houden ons een spiegel voor: hoe ver je ook bent weggezakt en zelfs al maak je er nog zo’n potje van, God verlaat ons niet. Hij zoekt geen perfecte mensen, maar verloren, ontspoorde mensen die het allemaal niet meer zo goed weten. Het is juist door zulke mensen heen, dat God Zijn glorie kan tonen.
