Goedgelovig

Wat doe je als je een vriendschapsverzoek krijgt van een voluptueuze dame met verleidelijke oogopslag? Zelfverklaard evangelist Henk hoefde niet lang na te denken: je voegt haar toe, “want stel dat je haar kunt winnen voor Jezus.”

Had Henk even geluk, want Jennifer sloeg meteen aan het chatten. Sappige taal, maar hij liet zich niet uit het veld slaan. Toen Jennifer hem een zwoele avond voorstelde, legde hij haar uit dat het huwelijk een instelling van God en heilig is. Toen ze aanbood om iets uit te trekken, antwoordde Henk dat hij geroepen was om de naakten te kleden. Als ze dan antwoordde dat ze naakt en hongerig was, maakte hij wat geld over: “Kwestie van christelijke naastenliefde.”

Na drie weken chatten is de moed Henk in de schoenen gezonken. Honderden berichtjes heeft hij al aan zijn Jennifer gespendeerd. Geen woord over seks, verzekert hij. Allemaal over God en Jezus. “Ik weet zeker dat ze van binnen een prachtig hart heeft”, verzucht hij. “Het zou toch doodzonde zijn als zo’n vrouw voor de eeuwigheid verloren zou gaan.”

Even voel ik de stoutmoedige aandrang om hem te bekeren van zijn goedgelovigheid. Om hem te vertellen dat er zeer waarschijnlijk geen Jennifer bestaat. Dat zijn geliefde louter een menselijke creatie is in een doelloos virtueel universum. Maar omdat ik vrees te zullen klinken als Richard Dawkins, doe ik er het zwijgen toe.

Deze column werd geschreven voor het Nederlandse maandblad Reveil.

Pandemie van vertrouwen

COLUMN

In het politiebureau van Antwerpen-Noord waan je je tegenwoordig op luchthaven Zaventem. Even binnenstappen is er niet meer bij. Je tas moet op de lopende band, laptop en smartphone in een bakje. Vervolgens wacht een metaaldetectiepoort.

In het bedrijfsleven is het al niet anders. Wie een keuzemenu aan de lijn krijgt, krijgt te horen: ‘Dit gesprek wordt opgenomen voor kwaliteitsdoeleinden.’ ‘Voor kwaliteitsdoeleinden’ betekent: het gesprek wordt opgenomen om te kunnen controleren of de helpdeskmedewerker zijn werk wel goed doet.

Complottheorieën

De afgelopen jaren raakte de wereld in de ban van de aanslagen en de coronacrisis, wat het vertrouwen in de medemens geen goed heeft gedaan. Menigeen ging ‘zelf op onderzoek uit’ en belandde in een alternatief universum van nepnieuws en complottheorieën. Verhalen die gezelschap kregen van wokisme en cancel culture. Nobele pogingen tot debat, maar de nuance raakte zoek. Dat er ook witte mannen op straat leven, werd gemakkelijk vergeten.

We moeten ook weer niet naïef zijn: niet alle mensen deugen. De werkelijkheid is grillig en onvoorspelbaar en het dagelijks leven soms saai. Logisch dat mensen zoeken naar overkoepelende verhalen die het leven samenhang en kleur geven. Maar niet elk narratief is onschuldig. ‘Wees niet tolerant voor wat we niet moeten tolereren’, waarschuwde minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) in de HJ Schoo-lezing. Ze verwees naar de cultuur van het wantrouwen en de sluipenderwijs afbrokkelende democratie.

Aanstekelijk wantrouwen

Lastig, want al die stemmen die bijdragen aan de afbrokkelende democratie, zijn eveneens
uitingen van die democratie. Lange tijd dachten we dan ook dat we elk geluid een forum moesten geven. Maar een vuur waar eenmaal olie op is gegooid, dooft niet zo makkelijk meer uit.

Wantrouwen is aanstekelijk. Wie zelf geen vertrouwen krijgt, gaat op den duur ook anderen wantrouwen. Sla 1984 van George Orwell er maar op na om te zien waar een georganiseerd wantrouwen toe leidt: tot een zielloze samenleving waarin iedereen gewoon zijn werk doet. Inspiratie heeft plaatsgemaakt voor plicht, creativiteit voor formaliteit, visie voor protocollen en regels. Gebrek aan vertrouwen is een van de grootste oorzaken van burn-outs en van vertrekkend personeel. Daarbij komt nog dat controlesystemen uitnodigen tot achterpoortjes en misbruik, wat dan tot meer controle leidt. Zo is het cirkeltje rond.

De meeste mensen deugen

De kwaal waar onze samenleving aan lijdt, is niet de onbetrouwbare ander, maar een epidemie van wantrouwen. Het medicijn schuilt dan ook niet in nog meer controlemechanismen, maar in vertrouwen. ‘De meeste mensen deugen’, schreef Rutger Bregman. Vrijwel ieder mens verlangt ernaar te floreren.

Een slimme overheid of werkgever doet daar zijn voordeel mee. Geef burgers vertrouwen totdat het tegendeel bewezen is. Ga uit van de kracht van mensen, moedig goede intenties aan, investeer in talent en daag werknemers uit om optimaal te participeren in het geheel. Een investering die zich onvermijdelijk terugverdient. Want zoals wantrouwen aanstekelijk is, zo kan ook vertrouwen tot een pandemie leiden.

Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad van woensdag 21 september 2022.

Leren van ouderen

Al bij de deur van het woonzorgcentrum stond de oude man te wachten. ‘Bent u er nu pas?’, gromde hij, steunend op zijn rollator. Hij loodste me mee naar een vergaderkamer. Na wat koetjes en kalfjes kwam het hoge woord eruit: hij overwoog euthanasie, of meer nog: de formulieren lagen ingevuld klaar.

Vierentachtig was hij, en broos en breekbaar. Maar wie voorbij de rimpels en de grijze haren keek, zag een glimp van de vroegere mens. De activist die zich onvermoeibaar had ingezet voor de vredesbeweging, de jongeman die zijn geliefde ten huwelijk vroeg, de vader die zijn pasgeboren kind in zijn armen hield. Liefgehad had hij, maar ook fouten gemaakt. Vandaag was zijn bestaan versmald tot het ritme van het tehuis: opstaan, wassen, pillen, eten. ‘Ik ben een kostenpost geworden voor de maatschappij’, zei de man.

Levenswijsheid

Een bekend spreekwoord zegt dat je de beschaving van een volk kunt afmeten aan hoe het met zijn jongsten en oudsten omgaat. In veel culturen brengen ouderen hun laatste levensdagen door op pleinen in de zon, of omringd door hun familie. Ze geven hun levenswijsheid door aan volgende generaties. En het contact met jongeren houdt ze jong van geest.

Foto door Andrea Piacquadio op Pexels.com

Dor hout

Zo niet in West-Europa, waar de generaties nagenoeg in gescheiden werelden leven. De kloof tussen jong en oud is door de coronacrisis alleen maar verder gegroeid. De Nederlandse schrijfster Marianne Zwagerman schreef aan het begin van de crisis een column waarin ze ouderen ‘het dorre hout van de samenleving’ noemde. Ze vergat dat ook zij niet voor eeuwig een soepel twijgje zal zijn.

Voor bijna iedereen komt er een dag waarop de jaren gaan tellen. Hebben we pech, dan slijten we die in eenzaamheid, snakkend naar een goed gesprek. Dan krijgen we wegens tijdgebrek een luier om en voelen we ons niet langer een mens, maar een kostenpost.

#Fuckingeenzaam

‘In onze snel vooruitgaande samenleving blijken ouderen veel moeite te hebben om de pas bij te houden’, constateert student Redmer Stamhuis uit Leeuwarden. ‘Ze worden steeds meer vergeten en gezien als een last. Wij komen allemaal net uit de quarantaine en velen van ons voelden zich toen ook erg eenzaam. Als wij blijven denken aan onze ouderen en de afstand proberen te overbruggen kunnen we juist veel van ze leren.’

Samen met enkele medestudenten van de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden ontwikkelde hij de animatievideo #fuckingeenzaam om studenten te attenderen op het probleem. In Doesburg onstond in de kelder van complex Grotenhuys timmerwerkplaats Houtdoe, waar vijftigplussers zich creatief kunnen uitleven. En in Amsterdam gingen oud en jong vorige maand samen op speeddate in hotel Krasnapolsky. ‘Ik denk dat het voor beiden goed is om contact te hebben. Het houdt ons beiden fris’, getuigde een vrouw op leeftijd.

Van grote waarde

Goddank dringt steeds meer het besef door dat het anders kan en moet. Ouderen met hun levenswijsheid en verhalen zijn van grote waarde voor de maatschappij. De oude Antwerpenaar had maar een uurtje onverdeelde aandacht nodig om de zon weer te zien schijnen. Bij ons afscheid glansden zijn ogen, de ineengedoken gestalte richtte zich op. Een mens was wonderwel opnieuw tot leven gekomen.

Foto door Andrea Piacquadio op Pexels.com

Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad van 20 april 2022.

De overbevolkingsmythe

‘We zijn met te veel op deze planeet!’ Het is een mantra die vandaag gretig weerklank vindt. Bioloog Jelle Reumer schrijft in zijn essay Teveel: ‘Wie de ui afpelt, komt tot de kern. Het aardoppervlak is overwoekerd met mensen. Onze planeet lijdt aan een nare huidaandoening.’ De mens als kosmische ordeverstoorder, als vervuiler of zelfs als eeltwrat. Klopt dat beeld wel? Moeten we gewoon massaal stoppen met kinderen krijgen, en is daarmee het klimaatprobleem opgelost?

De Belgische demograaf Soumaya Majdoub spreekt van een ‘hardnekkige mythe’. In haar boek Consumeren als konijnen, de mythe van overbevolking veegt ze de vloer aan met de aanname van overbevolking als motor van klimaatverstoring: ‘Overconsumptie is de echte olifant in de kamer.’

Statistieken tonen inderdaad dat de rijkste helft van de wereldbevolking verantwoordelijk is voor zo’n 86 procent van de CO2-uitstoot. ‘Zelfs als er in de lage-inkomenslanden, waar de bevolkingsgroei het hoogst is, een paar miljard mensen zouden bijkomen, scheelt dat amper in de uitstoot. Dat moet je er wel bij vertellen’, vindt Majdoub.

Konijnen

De overpopulatiemythe gaat terug tot de achttiende en negentiende eeuw. De vruchtbaarheidscijfers in Europa daalden, landbouwgronden werden geprivatiseerd en het kapitalisme kreeg vorm. Boeren trokken massaal naar de stad om voor een hongerloontje te werken. In die tijd ontwikkelde de Britse demograaf Thomas Malthus zijn theorieën over voedselschaarste die ontstond doordat de armen ‘kweekten als konijnen’. Armoede werd – ondersteund door de eugenetica – gezien als genetisch defect. Maar zijn we werkelijk met te veel?

De lijn van de leegte

In 2020 bereikten de geboortecijfers in Vlaanderen een historisch dieptepunt. De Fransen doopten intussen het gebied tussen de Ardennen en de Pyreneeën om tot La Diagonale du Vide. De lijn van de leegte, want de regio kampt met chronische ontvolking. ‘Triest om dit elke dag te moeten zien’, zegt een buurtbewoner. Italië bereikte onlangs het laagste geboortecijfer in 160 jaar, met gemiddeld 1,17 kind per vrouw. En ook China en Japan zitten met de handen in het haar over hoe ze de vergrijzing moeten opvangen.

“Het echte probleem is ons onvermogen om te delen.”

De werkelijkheid is dat de overbevolkingsretoriek bitter weinig zegt over wat de aarde aankan, maar des te meer over de belangen die op het spel staan. Het echte probleem is ons onvermogen om te delen. Terwijl het Westen een levensstijl van overconsumptie najaagt, lijden elders miljoenen mensen honger. Door een knoop in onze ei- of zaadleiders te leggen, lossen we dat probleem niet op. Zeker niet als dat betekent dat we met minder mensen alleen nog maar meer gaan najagen.

Pijlen in de hand van een held

Psalm 127 leest in dat opzicht als een verademing. Kinderen zijn geen nare huidaandoening, maar ‘pijlen in de hand van een held’. Zouden we massaal stoppen met pijlen lanceren, dan beroven we de wereld van haar toekomst en ontzeggen we haar een generatie die het verschil had kunnen maken. Als er ergens een knoop in moet, dan is het wel in ons consumptiepatroon. Maar die boodschap gaat er ongetwijfeld niet bij iedereen in als zoete koek.

De column verscheen in het Nederlands Dagblad van 20 januari 2022.

Foto door Victoria Borodinova op Pexels.com