Met Palmpasen vieren christenen de intocht van Jezus in Jeruzalem. Lucas 19, 29-40 wordt vaak gelezen als een schattig Bijbelverhaal, waarin Jezus op een ezeltje rijdt en iedereen met palmtakken zwaait. Maar dat verandert als we het verhaal zouden vertalen naar de nieuwe tijd. Dan wordt het ineens een vreemde en opmerkelijke vertelling, die diepgaand aan het denken zet.
Aan de voet van de Olijfberg lagen in de tijd van Jezus twee dorpen: Bethfagé en Bethany. De betekenis van de naam van die dorpen belooft weinig goeds: Bethfagé betekent “huis van onrijpe vijgen”; Bethany staat voor “huis van ellende”.
Als Jezus en Zijn discipelen die dorpen bereiken, zegt Hij tegen Zijn discipelen: “Ga erheen, je zult er een vastgebonden veulen vinden op wie nog nooit iemand gezeten heeft”. Een maagdelijk rijdier, zeker in de huizen van onrijpe vijgen en van ellende is dat geen vanzelfsprekend bezit.
Sint-Joost-ten-Node
Hebben we in België misschien ook zo’n “huis van ellende”? Statistisch gezien komt Sint-Joost-ten-Node het meest in de buurt. Dat dorp – de kleinste en meest dichtbevolkte gemeente van België – scoort nummer één op de ranglijst van armste gemeenten. Nog net geen kwart van de belastingplichtigen declareert er nul als belastbaar inkomen en slechts 3 procent meer dan 50.000 euro. [1]

Stel nu dat Jezus tegen Zijn discipelen zegt: “Ga naar Sint-Joost-ten-Node, je zult daar een cabrio aantreffen waar nog nooit iemand in gereden heeft”. De leerlingen gaan op weg en wonderwel zien ze de auto staan. Er staan nul kilometers op de teller en de wagen staat op de handrem, maar de sleutels steken in het slot. Alsof die auto op hen heeft staan wachten.
Zijn woorden weerkaatsen in hun binnenste: “Maak het los en breng het. En als iemand jullie vraagt: ‘Waarom maak je het los?’ Dan zeg je: ‘Omdat de Heer het zelf nodig heeft’”. (Omdat de Heer er zelf zaken mee behoeft te doen, staat er eigenlijk in de Griekse grondtekst)
Juist als de leerlingen plaatsnemen en de sleutel in het slot willen omdraaien, zien ze de eigenaar van de auto aankomen. “Wat doen jullie daar?” vraagt hij. “Waarom starten jullie mijn auto?” De mannen antwoorden: “De Eigenaar heeft hem nodig”.
Peperduur horloge
Het voorval roept herinneringen op aan een recent incident waarbij de Vlaamse bouwpromotor Bart Versluys werd overvallen door twee mannen. Ze ontworstelden hem zijn horloge, een peperdure Richard Mille van 350.000 euro. Wat gebeurt er dan? Er wordt geld uitgeloofd voor de beslissende tip. De politie komt in actie, camerabeelden worden bekeken. Versluys geeft strijdvaardig te kennen dat hij nooit zal buigen voor “zulk gespuis” en peperdure horloges zal blijven dragen.
De discipelen gebruikten geen pepperspray. Al evenmin vermeldt de tekst iets over een vechtpartij of zelfs maar over een woordenwisseling. Nee, de tactiek is simpel: “De Heer heeft het nodig”. Zijn ze er meteen mee weg? Probeert de eigenaar hen nog tegen te houden? Kijkt hij gelaten toe hoe zijn geliefde vervoermiddel in de verte verdwijnt? Of voelt hij zich vereerd? We zullen het vermoedelijk nooit weten, want de tekst zegt er niets over.
Separatisten
Het voertuig wordt voorgereden tot bij Jezus. De bijrijder stapt uit, opent het portier en de leerlingen bedekken Zijn zetel met de colberts van hun kostuum, zodat Jezus wat zachter kan zitten. Terwijl de auto zijn weg vervolgt, spreidden de discipelen hun colberts, mantels en jassen uit over het wegdek.
In de verte ziet een menigte Hem al aankomen en begint met luide stem God te prijzen voor alle machtige werken die zij hebben gezien. “Gezegend is de Koning die komt in de Naam van de Heer, vrede in de hemel en glorie in het allerhoogste!”, scanderen ze.
Maar tussen de menigte staan ook wat Farizeeërs. Pharisee is afgeleid van het Aramese woord peras, wat verdelen en scheiden betekent. Sommige Bijbelcommentaren stellen dat de Farizeeërs separatisten waren. Ze zorgden voor maatschappelijke polarisering, maar zagen dat zelf anders: zij beschouwden zichzelf als een bevoorrechte elite die zich had afgescheiden van de zonde. En dus zeggen ze tegen Jezus: “Leraar (meester), berisp uw discipelen!”
- De discipelen noemen Jezus Koning die komt in de Naam van de Heer, en ze loven Hem.
- De Farizeeën noemen Jezus leraar, en ze geven hem orders.
Dat toont meteen al dat hier sprake is van een verschil in visie. De discipelen ontwaren iets goddelijks in Jezus, ze erkennen Hem als een gezondene. De Farizeeën zien Hem als niet meer dan een leraar, en ze menen op gelijke voet te staan. Mogelijk vinden ze al die ophef zelfs wat overdreven. Zijn ze afgunstig? Ook zij weten immers veel over de Thora, en moet je zien wat voor eer Hij krijgt! Het mooiste vervoermiddel wordt voor Hem geregeld, iedereen spreidt de duurste jassen uit over de grond en wat een lof wordt Hem toegezwaaid. Die man lijkt warempel God wel!
Hoeksteen
Maar in plaats van zich tot Zijn leerlingen te richten, richt Jezus zich tot hen. Tot de Farizeeën. “Ik zeg je dat als zij hun mond zouden houden, de stenen het zouden uitschreeuwen!”, antwoordt Hij. De stenen schreeuwen het uit, omdat ze weten wie hun hoeksteen is: de steen die door de bouwlieden werd afgekeurd.
Als ze Hem zien, dan ontspringt in hun hart een diepe vreugde. Ze kunnen zich niet langer inhouden, want daar nadert hun Koning, hun Heer.. Jezus! Ze loven God, omdat ze voelen dat in en door Hem, de Schepper van hemel en aarde hen nabij is.
Die vreugde wordt door de Farizeeën niet gedeeld. Zij bekijken de situatie vanuit een totaal ander perspectief. Dat brengt ons bij twee verschillende manieren waarop je kunt kijken naar dit verhaal.
- Door natuurlijke ogen. Nabij de Olijfberg stuurde Jezus twee handlangers erop uit om in een naburig dorp een vervoersmiddel te ontvreemden. In dat gestolen vervoersmiddel rijdt hij nu richting Jeruzalem. Tijdens zijn rit liet hij zich omringen door neergeworpen jassen van zijn volgers. Enkele hooggeplaatste Farizeeërs spreken van een “massapsychose”, en constateren dat de sekteleider in korte tijd duizenden mensen heeft weten te beïnvloeden.
- Door geestelijke ogen. Jezus ging op weg naar Jeruzalem. Terwijl Hij van de Olijfberg vertrok, werd de Schepper van hemel en aarde op talrijke manieren geprezen: door de eigenaar van een rijtuig, die besefte dat al het bestaande toebehoort aan de Eeuwige.
- Door de mensen die bereid waren hun dure mantels af te staan.
- Door de mensen die uitbraken in vreugde, en die de God van hemel een aarde prezen.
- Door allen die Jezus palmtakken toewuifden.
- Door allen die Hem erkenden als Koning en vredevorst.
- Door allen die Hem verwelkomden in naam van de Eeuwige.

Polarisering van wereldbeelden
Farizeeën betekent, zoals we zagen: “scheiden” en “verdelen”. Hier zien we de polarisering van wereldbeelden ontstaan. De Farizeeën interpreteren de gebeurtenissen door de lens van menselijke kennis, moraal en materie. Ze bekijken de wereld horizontaal. Door die lens bezien wordt alles wat ze zien, onzin. Het klopt niet met de feiten, ze kunnen er geen betekenis aan ontlenen.
De discipelen kijken door de lens van de goddelijke wijsheid; van het bovennatuurlijke, immateriële en Oneindige. Ze bekijken de wereld verticaal (of holistisch). Door die lens bezien krijgt alles wat ze waarnemen, zin en betekenis.
Als de discipelen Jezus zien rijden, verliest alle materie op slag zijn glans. Zelfs het duurste achten ze vuilnis, ze werpen het vol blijdschap aan Zijn voeten neer. Ze beseffen dat de mens al het aardse slechts in bruikleen heeft. Die offers, dat is maar een kleine voorafspiegeling van wat komen gaat.
Grootste offer
Want de toekomende werkelijkheid is nog veel grootser. Jezus zal nog zoveel meer geven dan de duurste cabrio of het chicste horloge. Straks met Goede Vrijdag en Pasen gedenken we een overweldigend heilsverhaal. Iets dat de natuurlijke orde van deze wereld volledig op zijn kop zet.
Jezus gaf zichzelf over voor ons. Voor u en voor mij, omdat Hij ons zo oneindig liefheeft. Hij legde Zijn heerlijkheid, Zijn luister, Zijn kleed, vrijwillig af. Hij gaf Zichzelf aan ons. Uit liefde was Hij bereid de onderste, donkerste, meest grillige en eenzame weg te gaan. Maar de dood heeft niet het laatste woord gekregen.
“Gezegend is de Koning die komt in de Naam van de Heer, vrede in de hemel en glorie in het allerhoogste!”, klinkt het door alle tijden, natiën en culturen heen.

De palmtakken die worden gezwaaid met Palmpasen, staan in de Grieks-Romeinse traditie symbool voor overwinning. We leven toe naar de vreugde van Pasen, in blijdschap over wat komen gaat. Hoe groot en overweldigend het lijden van deze wereld ook is, het houdt niet eeuwig stand. De weg van Jezus voert via het kruis naar de overwinning.
Vandaag nodigt Hij u en mij uit om met Hem mee te reizen. Om je niet te laten overrompelen door de hopeloosheid om je heen, maar je ogen op de sterren gericht te houden. Het leed van deze wereld duurt niet voor eeuwig, met Pasen vieren we het feest van de opstanding. Dan gedenken we een Leven dat niet te vernietigen is, een Liefde die nooit loslaat.

Dit is de tekst van de preek die op Palmpasen 2022 werd gehouden in de Rabotkerk in Gent.
[1] 22,8 procent, cijfers 2018