Durf te vragen: de gelijkenis van de ware wijnstok

“Ik ben de ware wijnstok en Mijn vader is de wijngaardenier.” Met die woorden spreekt Jezus zijn leerlingen toe op een cruciaal moment in zijn missie. Zichzelf verbeeldt hij als de wijnstok, zijn discipelen als de takken die aan hem vastgehecht zijn, en God als de wijngaardenier. Deze analogie, uitgesproken op de Olijfberg, kan ons veel leren over de kunst van het vragen en ontvangen.

Jezus spreekt deze woorden uit nadat hij met zijn discipelen naar de Olijfberg is gegaan. Daar wijdt hij de laatste uren van zijn missie aan een indrukwekkende toespraak, die we terugvinden in Johannes 15. Deze gelijkenis van de wijnstok vormt het begin daarvan, en het is niet ondenkbaar dat Jezus zich daarbij heeft laten inspireren door de wijnranken die rond de Olijfberg groeiden.

Huis van David

Toch is de metafoor van de wijnrank niet nieuw. We kunnen die al terugvinden in Psalm 80:8-9, waarin de wijnrank wordt gebruikt in relatie tot het volk Israël. Dat is niet toevallig. Jezus wordt vaak aangeduid als de “zoon van David”, wat verwijst naar zijn afkomst van het volk Israël. Als gevolg daarvan was hij diep geworteld in de kennis van de Torah, die hij niet alleen aan Joden onderwees, maar ook verspreidde onder de heidenen.

Verlangen, vragen en ontvangen

Het is in die context dat Jezus een profetische belofte doet aan zijn leerlingen. Hij benadrukt dat als ze in hem blijven en zijn woorden in hen, ze kunnen vragen wat ze maar willen en het zal gebeuren. Dit is zoals het in de oorspronkelijke Griekse grondtekst vermeld staat:

“Als je verblijft in Mij, en de woorden van Mij verblijven in jou – wat je ook maar verlangt, vraag het en het zal voor jou tot stand komen.” – Johannes 15:7

Dit klinkt als een mooie belofte, toch? Laten we nu eens wat dieper in dit vers duiken. We zien dat het uit vijf delen bestaat. De eerste twee vormen samen een leefregel:

Blijf in Mij / En laat Mijn woorden in jou blijven.

De daaropvolgende drie delen zijn causaal. Ze beschrijven de consequenties als je de leefregel volgt:

Wat je ook maar verlangt / Vraag het / En het zal voor jou tot stand komen.

Jezus geeft zijn leerlingen hier drie uitdagingen in één zin mee. Hij benadrukt drie werkwoorden: verlangen, vragen en tot stand komen. Samen vormen ze een proces dat verbonden is met het gehecht zijn aan de ware wijnrank.

Te mooi om waar te zijn?

In een tijd van flitsende advertenties die ons de wereld beloven, is het makkelijk om deze tekst af te doen als een verzinsel. Om te zeggen: “Dat klinkt te mooi om waar te zijn, die woorden zijn waarschijnlijk gewoon bedoeld om ons de regels te laten volgen.” Zou het waar zijn? Of leert Jezus ons hier toch iets heel belangrijks, namelijk de kunst van het vragen en ontvangen?

Zoals we zagen, zijn hier drie werkwoorden belangrijk: verlangen, vragen en tot stand komen. Laten we nu inzoomen op het woord ‘vragen.’ Het Griekse woord dat in de grondtekst voorkomt (αἰτήσασθε) heeft verschillende betekenissen. Naast ‘vragen’ kan het ook gaan om smeken, roepen om iets, of hunkeren. Het gaat dus om meer dan zomaar een vraag; de vraag is de uitdrukking van een dieper geworteld verlangen (θέλητε).

Vrees om te vragen

In mijn werk als ziekenhuispastor zie ik vrijwel dagelijks hoe moeilijk het voor sommige mensen is om hulp te vragen. Veel van ons zijn opgegroeid met het idee dat we zelfstandig moeten zijn en voor onszelf moeten kunnen zorgen. “Ieder voor zich en God voor ons allen”, zo luidt het gezegde. Maar sommige patiënten hebben dringend hulp nodig, en toch kunnen ze zich er niet toe zetten om de alarmknop in te drukken. In plaats van assistentie te vragen om naar het toilet te gaan, proberen ze het zelf en eindigen ze soms met een pijnlijke valpartij.

Foto door RDNE Stock project op Pexels.com

Misschien onderwijst Jezus daarom wel over het belang van vragen en ontvangen. Het is begrijpelijk dat sommige mensen het heel moeilijk vinden om te vragen, zelfs als de hemelse alarmbel voor het grijpen hangt. Wat maakt dat toch zo lastig? Misschien komt het doordat velen hebben geleerd dat God zo verheven is, dat zij vooral aan zijn verwachtingen moeten voldoen. Ze doen vooral hun best om God te dienen door te geloven, naar de kerk te gaan, gul te geven, liefdadigheidswerk te doen, de ‘juiste’ geloofsbelijdenissen uit te spreken en dagelijks in de Bijbel te lezen. Al die dingen hebben hun waarde, maar als we niet oppassen, kan religie bedrijven omslaan naar een bedrijfsmatige religie.

Vragen veronderstelt relatie

Misschien is dat precies de reden waarom Jezus ons uitdaagt om na te denken over onze positie in de wijngaard van onze hemelse Vader. Want vragen stellen vereist meer dan alleen regelmatig naar de kerk gaan. Het stellen van vragen veronderstelt relatie. Als we iets vragen, veronderstelt dat dat er Iemand is die ons iets kan schenken.

Nu is er veel dat we in het leven kunnen vragen. Als we elke dag een lijstje zouden bijhouden van onze zinnen die met een vraagteken eindigen, dan zouden dat er heel wat zijn. We vragen iemand om contactgegevens, we vragen om een bepaald product in de supermarkt, we vragen of onze buurvrouw tijdens de vakantie op de katten kan passen, of we vragen of iemand weet wat voor weer het morgen wordt. Er is zelfs een hashtag voor uitgevonden: #durftevragen.

Alleen de grote vraag is: tot wie richten we ons? Vaak richten we ons tot onze medemensen, tot een bedrijf of instantie, tot onze werkgever of collega’s. We vragen een gunst en doen er wellicht iets voor terug. Maar wanneer vragen we iets aan de Allerhoogste, die de Schepper is van alle dingen? Maken we onze wensen eigenlijk wel aan Hem bekend?

Je zult je nu misschien afvragen: “Waarom? God weet toch al wat we nodig hebben?” Daar is beslist iets voor te zeggen. Maar zoals we hebben ontdekt, heeft Jezus het over meer dan een oppervlakkige vraag. Het gaat om de expressie van het diepste verlangen dat in ons leeft. Kennelijk is dit de houding die de Wijnbouwer behaagt, want zo’n houding impliceert relatie en wederkerigheid tussen Schepper en schepping.

Maar… ik wil niet hechten!

“Blijf in Mij, dan blijf Ik bij jou,” zegt Jezus tegen zijn vrienden. “Zonder Mij kun je niets doen.” Hij moedigt ook ons aan om gehecht te blijven aan de ware wijnstok, een analogie die parallellen vertoont met de Boom des Levens. Sommige mensen voelen weerstand bij dit idee. “Ik weet niet of ik me wel ergens aan wil hechten,” zei een vrouw. Dat begrijp ik wel, want er is iets in ons dat zich niet wil overgeven. Iets dat zich vrij en onafhankelijk wil voelen. God dwingt ons niet om met die ware wijnstok verbonden te zijn. We kunnen nog steeds leven alsof er geen God is. Net zoals we kunnen kiezen tussen licht en duisternis, liefde en onverschilligheid, verbondenheid en afstand.

Dat neemt niet weg dat Jezus hier een intrigerende wijsheid deelt met zijn vrienden, verpakt in beeldspraak. “Ik ben de ware wijnstok,” zegt Jezus. En hij voegt eraan toe dat we zonder hem helemaal niets kunnen doen. Misschien prikkelt dat ons, want het lijkt alsof hij zichzelf aan het aanprijzen is. Maar dat verandert als we de diepere profetische betekenis van zijn woorden begrijpen.

Als we niet verbonden zijn met de edele wijnstok; als we onze takken niet uitstrekken naar onze Schepper; als zijn levende water niet door ons heen stroomt, onze wortels voedt en onze handelingen vrucht laat dragen, dan zijn we slechts afgesneden takken. Want als onze kracht niet van de Bron komt, vanwaar dan wel? Is onze Schepper dan niet overal en vervult Hij niet de hemel en de aarde? (Jeremia 23:24) Volgens de Hebreeuwse grondteksten van de Bijbel is er zelfs niets buiten Hem. (Deuteronomium 4:35, Jesaja 45:5, cf. Yehuda Leib HaLevi Ashlag, Ein Od Milvado, Shamati #1)

Als er zonder God niets kan bestaan, wat zouden we dan kunnen bereiken als we van Hem gescheiden zouden zijn? Alles wat we proberen zou zinloos zijn. Elke poging om onszelf te verheffen, elke keer dat we proberen om gigantische torens te bouwen zoals die van Babel, die uittorenen boven de wolken. Als de elementen wankelen, storten al onze bouwwerken in en vergaan tot stof.

Maar dat is slechts één kant van het verhaal. Want er staat ook geschreven: “Alleen dat wat uit God geboren is, overwint de wereld.” (1 Johannes 5:4-5) Als we begrijpen dat alles wat uit God geboren is, zal blijven voortbestaan en niet alleen onszelf zal verlichten, maar ook de wereld om ons heen, waarom zouden we dan nog bevreesd of aarzelend zijn om onze verlangens bij God te brengen?

Alles vragen: mag dat?

Misschien vraag je je af: mogen we echt overal om vragen? En wat als we onze vragen laten leiden door egoïstische verlangens? Hoe kunnen we er zeker van zijn dat onze gebeden het hart van de Wijnbouwer behagen?

Stel de vraag dan eerst eens aan jezelf. Stem je hart af op dat van de Schepper door jezelf te herinneren aan zijn essenties en kwaliteiten. Wie is God? Hoe voelt het om dicht bij Hem te zijn? En als je vervolgens je leven in zijn grote Masterplan zou plaatsen, wat zou je dan verder brengen, wat zou je vragen?

Bij het bidden is het belangrijk om te overwegen of onze gebeden echt Gods glorie dienen of vooral onze eigen wensen en doelen weerspiegelen. Soms willen we dat onze kinderen dezelfde weg inslaan als wij, maar moeten we hun vrije wil en unieke bestemming respecteren. Iedereen heeft immers een unieke weg te gaan.

Om te voorkomen dat we ijdele dingen vragen, is het essentieel om eerst ons eigen hart te onderzoeken. De vraag is niet wat wij willen, maar of en hoe we tot overgave kunnen komen. Kunnen we zeggen: “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede”? Kunnen we onszelf hartstochtelijk overgeven en onze plannen toevertrouwen aan de Eeuwige?

Vrucht dragen

Zoals de geënte tak zijn vertrouwen stelt in de edele druivenrank, verwachtend dat deze hem zal voeden, naar de zon zal laten groeien en vrucht dragen – op dezelfde manier nodigt Jezus ons uit om in hem te blijven en zijn woorden te bewaren. Want wie zijn vreugde vindt in God, belooft Psalm 1, die zal zijn als een boom geplant aan waterstromen.

Als we geworteld zijn in de Bron, dan mogen we verwachten dat we zullen gedijen. De woorden van Jezus dagen ons uit om te geloven dat ons leven vruchtbaar zal zijn, onze wensen zullen uitkomen en de gaven die we ontvangen, tot welzijn zullen zijn van anderen. Maar dat gebeurt niet altijd meteen. Soms zijn er kleine of grote hindernissen die we moeten overwinnen, zoals durven te vragen.

Foto door Binti Malu op Pexels.com

Dit is de tekst van de preek in de protestantse gemeente Axel (PKN) in Zeeuws-Vlaanderen (NL) op zondag 5 mei 2024. De dienst is live opgenomen en te bekijken via deze link .

Plaats een reactie