Grenzen stellen om ruimte te krijgen

Er zijn van die dagen dat alles en iedereen aan je lijkt te trekken. Een overvolle mailbox, duizend-en-één klusjes, verschillende mensen die je allemaal tegelijk nodig hebben. Grenzen stellen is niet altijd gemakkelijk. Als je net zoals ik bent uitgerust met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, dan denk je al snel: “Ach, dat doe ik wel even.” Maar een grenzeloos leven kan uiteindelijk je dromen in de weg staan.

Mozes ontving de Tien Geboden niet zomaar. Die tien heldere leefregels tonen dat het goede niet als door een wonder uit de hemel komt neerdalen, maar dat we er bewust tijd en ruimte voor moeten vrijmaken. Bijvoorbeeld door wekelijks een rustdag in te lassen. Met andere woorden: grenzen stellen! Vind jij dat soms ook zo lastig? Drie doorleefde tips om de regie over je leven te bewaken en te doen wat je écht graag wilt doen.

1. Creëer de juiste atmosfeer om te kunnen floreren

Na een drukke werkweek bereidde ik me voor op een zondag als gastpredikant. Qua voorbereiding stonden de preek, de liturgie, de powerpoint en het muziekteam als een huis. We rekenden dan ook helemaal op een mooie dienst.

Mis gegokt, bleek al snel. Tijdens de preek werd een baby in de zaal onrustig. Hoe meer de ouders hun best deden om het kindje op zijn gemak te stellen, hoe luider het protesteerde. Wat doe je dan? Als ik er iets van zou zeggen, riskeerde ik dat de jonge ouders zich ongemakkelijk en misschien zelfs afgewezen zouden voelen. Ik besloot dus de preek te vervolgen. Maar hoe hard ik er ook aan trok, ik slaagde er niet in om verbinding met het publiek tot stand te brengen. Gezichten straalden ergernis uit, mensen draaiden ongemakkelijk heen en weer op hun stoel. De flow was vervlogen.

Misschien herken je wel zo’n situatie. Soms bereiden we de dingen tot in de puntjes voor, maar vergeten we het belangrijkste: de atmosfeer die we nodig hebben om te kunnen floreren. Als gastpredikant zag ik stilte als iets vanzelfsprekends; ik stelde me er nooit vragen bij. Pas toen de stilte werd doorbroken, besefte ik hoe cruciaal rust is om je boodschap te kunnen overbrengen.

Iedereen heeft bepaalde omstandigheden nodig om het beste van zichzelf te kunnen geven. Door je daarvan bewust te zijn, voorkom je dat situaties je overvallen. Je kunt dan van tevoren de juiste atmosfeer creëren, daar afspraken over maken en tijdig je grenzen stellen.

2. Houd je bordje overzichtelijk

Hoe mooi je planning er ook uitziet, soms nemen de omstandigheden een loopje met onze agenda. Vandaag was ik vastbesloten om aan mijn studie te werken, maar alsof de duvel ermee speelde regende het verzoeken en berichten. Kun je niet even een berichtje schrijven? Op je bureau ligt nog een factuur. En wow, een interessant gastcollege! Er kijk, daar is zoonlief met een diepe scheur in zijn broek. Dat kan zo niet langer, er moet vandaag nog een nieuwe worden gekocht.

Herkenbaar? Voor je het weet ben je met alles en nog wat bezig, maar niet met datgene wat je je had voorgenomen. Zeker als je net als ik bijna alles leuk en interessant vindt! Dan laad je al snel teveel op je bordje, waardoor je het overzicht verliest en niet toekomt aan zaken die een langere adem vergen. Versnippering en uitstelgedrag: het blijven gemene beestjes.

Maar er is ook goed nieuws: zulke dagen zijn een uitgelezen kans om je nee-spier te oefenen. Nee zeggen is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Als je als kind vooral hebt geleerd om gehoorzaam te zijn en te doen wat er van je verwacht wordt, kan het woordje “nee” een hele opgave zijn. Beloofd is beloofd: hoe vaker je het zegt, hoe natuurlijker het gaat aanvoelen. Je nee-spier trainen is zoiets als fitness; oefening baart kunst. Je hoeft je er ook niet schuldig over te voelen. Door nee te zeggen tegen de dingen die je niet wilt doen, creëer je ruimte om ja te zeggen tegen de dingen die je wél wilt doen. En dat is uiteindelijk in het belang van iedereen!

3. Negeer je intuïtie niet

We zijn ons er niet altijd van bewust, maar overal waar mensen samenkomen, spelen persoonlijke grenzen een rol. In de media duiken geregeld verhalen op van persoonlijke grenzen die zijn overschreden. Legendarisch zijn de woorden “het spijt me, Matthijs!” Ze werden uitgesproken door een geknielde geluidstechnicus van het Nederlandse tv-programma De Wereld Draait Door. Na een technische fout werd de man door zijn baas, presentator Matthijs van Nieuwkerk, letterlijk op de knieën gedwongen.

Van Nieuwkerk gedroeg zich als een stoomwals die zijn eigen personeel verpletterde, maar hij kon jarenlang zijn gang gaan. Er zijn veel dynamieken die machtsmisbruikers in de kaart spelen:

  • Slachtoffers bevriezen (een normale stressreactie bij een aangrijpende gebeurtenis);
  • Er is sprake van een significant machtsverschil;
  • De situatie is plotseling en overweldigend;
  • Personeelsleden zijn zich onvoldoende bewust van hun persoonlijke rechten en grenzen;
  • Er is een toxische bedrijfscultuur ontstaan (de spreekwoordelijke kikker in opwarmend water).

Grensoverschrijdend gedrag schendt meer dan je persoonlijke ruimte. Het is een aanval op wie je ten diepste bent. Slachtoffers worden uit hun evenwicht gebracht; ze worden onzeker en zoeken al snel de fout bij zichzelf. Dat geldt ook voor de werknemers van Van Nieuwkerk. In plaats van kritische vraagtekens te stellen bij het gedrag van hun leidinggevende, legden ze de fout bij zichzelf: “Had ik iets kunnen doen om deze woedeuitbarsting te voorkomen?” Schaamte- en schuldgevoelens zijn een normale stressreactie, maar daarom nog niet terecht.

“Zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg.” Met die woorden beschrijft koning David een eeuwenoude dynamiek (psalm 32:2). Zolang we zwijgen, houden we de situatie in stand. Het gezwel wordt niet aangepakt en de ziekte kan blijven voortwoekeren en schade aanrichten in het lichaam.

In 2008 verlieten mijn gezin en ik een evangelische gemeente. Vele jaren hadden we er gediend, totdat we na de implementatie van een gemeentegroeimodel uit Bogota alles zagen veranderen. De warme en hechte geloofsgemeenschap veranderde in een hiërarchische pyramidestructuur. De focus verschoof van mensen naar aantallen, van geloven naar werken, van dienstbaarheid naar onderwerping en autoriteit. De pastor ambieerde een stadion te vullen, maar spoedig werd duidelijk dat er aan die ambitie een menselijk prijskaartje hing.

Als er iets is dat ik toen geleerd heb, is het dit: negeer je intuïtie niet! Dat niet-pluisgevoel kan zomaar een belangrijk signaal zijn. Vaak denken we dat we alleen staan met onze twijfels en vragen, maar maken andere mensen intussen dezelfde worsteling door. Als één persoon de moed vindt om het niet-pluisgevoel te verwoorden, kan dat zomaar dé stap naar verandering zijn.

Grenzen stellen is niet altijd makkelijk, maar samen sta je sterker.

Foto door Julian Jagtenberg op Pexels.com

Een wereld voorbij #metoo

De hetze tegen de Nederlandse tv-coryfee Johan Derksen markeert een nieuw tijdperk. De tijd dat besnorde heren 800.000 euro per seizoen kregen uitgekeerd om het volk wat te amuseren, en intussen konden doen wat ze willen, is overduidelijk voorbij. Terecht, want waar vrouwen niet langer als mens, maar als object worden benaderd, vallen er scherven. Toch mogen we niet vergeten dat niet alleen vrouwen worden geobjectiveerd. In het kader van #metoo klinken vele verhalen, ik zal daar het mijne aan toevoegen.

Donderdagavond. Op de faculteit kun je een speld horen vallen. De studenten zijn al weg en ook de professoren hebben het pand verlaten. Zelf blijf ik nog even, zodat ik in alle rust een deadline voor mijn werk kan halen. Terwijl ik zit te typen, zie ik uit mijn ooghoek een schim langs de ramen dralen. Dan hoor ik de deur opengaan.

Wifi-code

Een man staart me aan vanuit de deuropening. Ik schat hem ongeveer 40 jaar. Hij lijkt te aarzelen, alsof hij ergens naar op zoek is. IJlings gaan mijn gedachten: is dit een student? Spreekt hij Nederlands, Frans of Farsi? En waar kan ik hem mee helpen, wat zoekt hij precies?

“Hallo”, groet de man. “Is hier wifi?” “Daar, aan de muur”, wijs ik. Boven de projectieapparatuur hangt een code. Hij lijkt het niet te begrijpen. “Wat is het netwerk en wat is de code?” Ik sta op, wijs alles aan en leg hem uit hoe het werkt.

De man gaat zitten, pakt zijn smartphone en begint wat te tokkelen. Schijnbaar zonder veel succes; of ik niet even kan komen om hem terzijde te staan. Maar ik heb geen tijd, ik moet mijn deadline halen. “Als deze code niet werkt”, zeg ik, “dan moet je even naar het kantoor hiernaast lopen en om hulp vragen.” Waarom ik dat zeg weet ik niet; ik weet immers dondersgoed dat daar niemand zit.

Plots legt de man zijn smartphone op tafel en kijkt mij aan. “Waar woon jij?” De vraag verrast me. Waarom wil hij dat weten? Hij is duidelijk geen student, dus wat zoekt hij hier eigenlijk? Ik haal even diep adem en antwoord dan resoluut: “Ik verstrek geen privé-informatie”.

Sorry, stamelt de man, duidelijk uit het lood geslagen door mijn kordate toon. Het telefoontje rust weer in zijn hand, zie ik inmiddels. Even zit hij gedachteloos te tokkelen, dan probeert hij het opnieuw: “Wat ben jij; student? Of werk jij hier?” Ik leg mijn vinger tegen mijn lippen. Typ verder.

Foto door ANTONI SHKRABA production op Pexels.com

Vreemde handen

“Sorry”, klinkt het zacht mompelend. Geruisloos staat de man op en verlaat de kamer. Dan pas dringt het besef door hoe kwetsbaar ik was, als vrouw alleen. Mijn gedachten gaan terug naar de dag dat ik in Parijs samen met een vriendin de deur van een hotelkamer barricadeerde. Zestien waren we. We hadden zowel meubels als onze lichamen opgeworpen in de strijd tegen onze achtervolgers; mannen die hun zinnen op ons hadden gezet. De deur piepte en kraakte onder al het geweld, terwijl de muren leken te zwijgen. Ook later zouden er nog mannen komen die probeerden een deur te forceren. En ook dan zwegen de muren.

“Als een meisje misschien zegt, betekent dat ja, en als ze nee zegt, betekent dat misschien”, maakten jongens elkaar wijs. Bij wijze van weerwoord ging ik op judo, volgde lessen zelfverdediging, kocht een racefiets, hees met fitness vele kilo’s de lucht in, liep een halve marathon en leerde me te verweren. Daar waar anderen ontbreken om je te beschermen, zijn snelheid en kracht je grootste vriend, leerde ik al vroeg.

Toxische mannelijkheid

Waar vrouwen van mijn generatie zwegen en in stilte en schaamte ons kruis droegen, komen de verhalen dankzij #metoo vandaag naar de oppervlakte. Onze dochters en nichtjes pikken het niet langer. Met een ongekende heftigheid worden overtreders als Johan Derksen of Bart De Pauw aan de schandpaal genageld. Terecht, want waar vrouwen niet langer als mens, maar als object worden benaderd, vallen er scherven. Toxische mannelijkheid – de term zegt het al – is een sluipend gif in de samenleving.

Tegelijk is er iets dat me niet loslaat. Naar aanleiding van zijn boek Ik weiger te haten verwijst Geert Vervaele in Tertio naar het Bijbelse verhaal over Kaïn, die gedreven door woede en afgunst zijn broer Abel vermoordde. “God heeft er niets op tegen als we kwaad zijn”, stelt Vervaele, “maar let op wat die gevoelens met jou doen. Als je in het trauma blijft hangen, loop je het risico zelf dader te worden”.

Niet alleen vrouwen worden geobjectiveerd

Toen de vreemdeling in het faculteitsgebouw geïnteresseerd bleek in meer dan wifi, zag ik in hem een potentiële vijand. Een roofdier op zoek naar een prooi. Daarom stelde ik alles in het werk om de deur te barricaderen. Met succes, hij droop af. Net zoals de mannen in Parijs hadden gedaan. Zij vloekten, wij haalden opgelucht adem.

Maar wat als hij helemaal geen roofdier was? Wat als hij slechts een eenzame voorbijganger was, op zoek naar wat warmte, aanspraak en een kop koffie? Dan is hij donderdag tegen een pijnlijk dichte deur aan geknald. Niet alleen vrouwen worden geobjectiveerd. Als je als vrouw maar lang genoeg zelf als object behandeld bent, ga je op den duur anderen objectiveren. Zou het niet bevrijdend zijn als we niet primair man of vrouw, maar bovenal samen mens konden zijn?

Doe mij maar een wereld voorbij #metoo.

Foto door fauxels op Pexels.com