Het doek erover, de schaar erin: waarom zorgt vrouwelijk hoofdhaar voor zoveel controverse?
Je zou het niet zeggen als je Vladimir Poetin of Joe Biden ziet, maar vrouwenhaar regeert de wereld. Wie had kunnen bedenken dat de internationale sportwereld anno 2022 in de ban zou zijn van dameslokken? Toch is vrouwelijk haar oorzaak van de controverse rond de deelname van Iran aan het WK, van de tragische dood van jonge vrouwen in Iran en van vallende haarlokken in Europese televisiestudio’s en politieke arena’s.
Uit ervaring weet ik het zelf maar al te goed: niets zo prettig als een volle bos glanzende manen die vrolijk meedansen op de maat van je tred. Toen ik een paar jaar geleden tijdelijk bijna al mijn hoofdhaar verloor, besefte ik dat meer dan ooit. Omdat ons hoofdhaar zo vanzelfsprekend lijkt, is de betekenis ervan in het Westen wat ondergesneeuwd geraakt. Toch is er binnen culturele en religieuze tradities massa’s inkt aan gespendeerd. In het Lucasevangelie lezen bijvoorbeeld we hoe een vrouw Jezus’ voeten droogt met haar lange haren, als teken van toewijding. Ook de apostel Paulus is duidelijk een liefhebber van lange vrouwenharen. Hij noemt een vrouw die blootshoofds bidt ‘een schande’ en vergelijkt haar met iemand die kaalgeschoren is.
Je hoofd scheren: in het oude Israël was dat een teken van rouw. Niet alleen voor vrouwen trouwens, maar ook voor de heren. Ongetemde lokken waren de kracht van Simson en de Nazireeërs. Ze tekenen eveneens de toewijding aan het spirituele levenspad van de Sikhs, rastafari’s en oorspronkelijke bewoners van Amerika. Haar geldt in tradities wereldwijd als een bron van kracht, vitaliteit en intuïtie.
Maar haar ligt ook onder vuur, zeker als het om vrouwenhaar gaat. Heksenvervolgingen, openlijke knip- en scheerbeurten van ‘moffenmeiden’, lijsten met ‘toegestane kapsels’ in Noord-Korea, Amerikaanse kostscholen die zwarte meisjes verplichten hun lokken te straighten: stuk voor stuk zijn het pogingen om non-conformistische vrouwen onder controle te krijgen. Want vrouwen die hun manen laten wapperen als een symbool van een vrije en ongetemde geest, zijn een tikje gevaarlijk. Dus moet de doek erover, de schaar erin, of anders grijpen haarfobische regimes wel naar elastiekjes, spelden of bijtende chemicaliën.
De 22-jarige Mahsa Amini en de 16-jarige Asra Panahi werden vermoord omdat ze zich niet hielden aan de regels rond de verplichte hoofdbedekking in Iran. Dat een zichtbare lok haar je je leven kan kosten, is een diepe en tragische schending van de fundamentele vrijheid van ieder mens. Het is dan ook begrijpelijk dat vrouwen wereldwijd hun solidariteit willen tonen. Franse actrices en Brusselse regeringsleden, maar ook de Nederlandse justitieminister Yeşilgöz: stuk voor stuk haalden ze de schaar tevoorschijn en kortwiekten ze hun lokken.
Hoe goedbedoeld ook, de publiekelijke knipbeurten roepen vraagtekens op. Want als de strijd gekant is tegen vrouwenhaar, hoe redelijk is het dan om naar de schaar te grijpen? Moeten we onze manen dan niet juist laten wapperen als een flakkerend zwaard van vrijheid? De regen van vallende lokken lijkt toch vooral een toegift aan een onderdrukkend regime. De baarden van de ayatollahs woekeren intussen voort als woeste struiken en niemand die zich daar vragen bij stelt.
‘Wees de verandering die je in deze wereld wilt zien’, gaf Mahatma Gandhi de wereld mee. Voor haarfobische haatbaarden die werkelijk een verschil willen maken, zit er dus maar één ding op: knippen en scheren.
Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad van woensdag 16 november 2022.
