De brede of de smalle weg

Na een lange lockdown herleven de Antwerpse straten en terrassen. Mijn oog valt op een lange stoet mensen voor de deur van luxemerk Louis Vuitton. Ze dragen stijlvolle zonnebrillen en stralen een tijdloos geduld uit. Velen zijn waarschijnlijk van heinde en verre gekomen om hun felbegeerde tas te bemachtigen. Plots dringt een vraag zich op: “Koop je zo’n tas nu vooral voor jezelf of voor anderen?”

Eenmaal thuis ben ik het voorval weer glad vergeten. Totdat ik een paar nachten later word getroffen door een levendige droom.

De prijsvraag

Stel je een sfeervolle winkelboulevard voor op een zomeravond. De atmosfeer zindert nog na van de warmte, etalages lonken en mensen in luchtige kleding lopen af en aan. Onder hun armen dragen ze papieren tassen met kleurrijke logo’s en de nieuwste mode. Je bevindt je in een stad waar het perfecte leven verkrijgbaar lijkt, waar jonge mensen geluk uitstralen en succes. Winkeletalages en neonreclames fungeren als wegwijzers in de duisternis, dure auto’s blinken op de parkings, voetstappen worden voortgejaagd door het verlangen niets te willen missen.

In de verte dringt een mensenmenigte zich samen rond een vrouw met een microfoon. Bij nader inzien blijkt het een promotiedame die een prijsvraag houdt. Een kalende vijftiger met een buikje dringt zich naar voren. Hij houdt een kaartje omhoog en roept: “Ik weet het antwoord!” De promotiedame, een jonge vrouw met glanzende bruine haren en een parelende glimlach, steekt hem haar microfoon toe.

De man steekt het kaartje de lucht in, zo hoog als hij maar kan. Er staan drie letters op: EGO. “Dat is goed!”, roept de vrouw. En ze roept het om, zodat de hele winkelstraat het kan horen: “Deze meneer heeft de prijsvraag gewonnen!” De man wordt uitgenodigd op een groot podium, waar hij dat ego stralend omhoog blijft houden. Camera’s flitsen, een grote prijs wordt hem in zijn handen gedrukt. Bijna ongemerkt druipen de verliezers af. Ze verdwijnen in de nacht, een voor een.

Dan word je aangetrokken door een smalle steeg tussen de winkelpanden. Het blijkt te voeren naar een achterafstraatje parallel aan de brede winkelboulevard. Er is niemand te zien, op een kromgebogen oudere dame na, die een boodschappenwagentje achter zich aan trekt. Haar vermoeide gezicht licht op als ze eindelijk een voorbijganger ziet. Even later sterft het geratel van de wielen weg in de verte. Een volmaakte stilte daalt neer, geflankeerd door het zwakke schijnsel van de straatlantaarns.

Charlotte Reihlen (Idee)/Paul Beckmann (Ausführung)

De brede weg

Grote schaduwen achtervolgen je, en plots word je je bewust van het geluid van je voetstappen. Vanaf een muur lonkt een affiche met de tekst:

“Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg die velen volgen, en de brede poort waardoor velen naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.”

Mattheüs 7, 13-14

Het zijn de woorden van Jezus in de Bergrede. Zijn gelijkenis van de brede en de smalle weg is door de eeuwen heen op vele kunstwerken verbeeld. De brede weg is vergelijkbaar met een drukke winkelboulevard. Er heerst een gezellige drukte. “Laten we eten, drinken en vrolijk zijn!”, is het motto. Op de brede weg valt altijd wel iets te winnen, iets na te jagen, roem te vergaren. Uithangborden voeren langs luxemerken, casino’s en excellente restaurants.

Verlangen we niet allemaal naar een prettig en comfortabel leven zonder al teveel pijn of offers? Reclames en opgepoetste foto’s op sociale media spelen in op dat verlangen. Ze houden ons voor dat het perfecte leven haalbaar is, als we maar het juiste product kopen. En misschien leveren die dingen ook wel tijdelijk geluk op. Maar als alles wat je opbouwt materieel en tijdelijk is, kan er een moment komen waarop je alles weer verliest. Waarop je berooid achterblijft. De weg van het ego, van de hebzucht en het egoïsme kan uiteindelijk een dwaalspoor blijken.

De smalle weg

De smalle weg is lastiger te vinden. Er hangen geen grote neonreclames, dus het vereist een aandachtige geest om die weg te zien. Het is dat nauwe straatje achteraf, daar waar je je soms pijnlijk bewust wordt van je eigen schaduw en voetstappen.

Foto door Daan Wijngaard op Pexels.com

En ai, wat een moeilijke weg is dat. De smalle weg is bezaaid met stenen waarover je kunt struikelen. Het is niet de route waarop het ego centraal staat, maar juist het verliezen ervan. De smalle weg daagt ons uit om zelf kleiner te worden, zodat Christus in ons groter kan worden. Ze voert langs dorstigen, vreemdelingen, armen en zieken. En telkens worden we uitgenodigd om iets van onszelf te verliezen, zodat we licht en liefde voor hen kunnen zijn.

Langs de smalle pelgrimsroute worden we achtervolgd door onze schaduwen, en soms moeten we de confrontatie met hen aan. En hoe vaak struikelen we niet? Dan komen we keihard onszelf tegen, krabbelen we weer overeind, kloppen het stof van onze kleren en gaan verder. Soms alleen door het donker, biddend om verlichting; soms ook ontmoeten we anderen voor wie wij een lantaarn mogen zijn.

“God houdt van je zoals je bent, maar teveel om je zo te laten.”

Christelijk spreekwoord

De smalle weg is die van de donkere cocon, waardoor de rups moet reizen om een vlinder te worden. Shortcuts zijn er niet, maar de Bijbel belooft dat wie bereid is deze weg te gaan, uiteindelijk grote vreugde en vrede zal kennen.

Eeuwige vreugde

Met een dagje shoppen of een mooie handtas is niets mis. Zulke dingen kunnen het leven leuker en fijner maken. Maar omdat bezittingen vergankelijk zijn, kunnen ze ons alleen maar een tijdelijke vreugde geven. Christus waarschuwt om je hart er niet op te zetten. Hij belooft ons een eeuwige vreugde die nimmer zal vergaan of verbleken. Wie in die vreugde investeert, komt niet bedrogen uit.

Een bekende pelgrim op de smalle weg is Franciscus van Assisi (1181-1226). Hij leidde een sober leven waarin hij zich volledig richtte op het zoeken en dienen van God. De Franciscaner kloosterorde bestaat tot op de dag van vandaag. Franciscus van Assisi liet een prachtig gebed na, dat ook ons kan helpen op ons levenspad. Het inspireert om niet je ego te zoeken, maar bovenal een geschenk voor anderen te zijn.

Gebed van Franciscus van Assisi

Heer, maak mij een instrument van Uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat heerst,
laat mij vergeven wie mij beledigde,
laat mij verzoenen wie in onmin leven,
laat mij geloof brengen aan wie twijfelt,
laat mij waarheid brengen aan wie dwaalt,
laat mij hoop brengen aan wie wanhoopt,
laat mij licht brengen aan wie in duisternis is,
laat mij vreugde brengen aan wie bedroefd zijn.

Laat mij niet zoeken getroost te worden, maar te troosten,
niet begrepen te worden, maar te begrijpen,
niet bemind te worden, maar te beminnen.
Want het is toch door te geven, dat men ontvangt
door te verliezen, dat men vindt
door te vergeven, dat men vergiffenis ervaart
door te sterven, dat men verrijst tot het eeuwige leven. Amen
.

Bovenste deel van het oudste portret van Franciscus van Assisi, een muurschildering van Sacro Speco in Subiaco.

Is er leven na de dood? Een parabel

Twee baby’s zitten in de buik van hun moeder. “Geloof jij in een leven na de bevalling?”, vraagt de één aan de ander. “Waarom vraag je dat? Natuurlijk!”, antwoordt de ander. “Er moet wel iets zijn na de bevalling. Misschien zijn we hier wel om onszelf voor te bereiden op dat wat we laten zullen zijn.”

“Onzin”, reageert de één. “Er is geen leven na de bevalling. Wat voor leven zou dat zijn?” “Ik weet het niet”, zegt de ander. “Maar ik denk dat er meer licht zal zijn dan hier. Misschien kunnen we daar wel lopen met onze benen en eten met onze monden. Misschien dat we meer zintuigen hebben om dingen te begrijpen die we nu niet begrijpen.”

“Dat is absurd”, vindt de ander. “Lopen is onmogelijk. En eten met onze monden? Belachelijk. De navelstreng geeft ons alles wat we nodig hebben. Maar ze is heel kort. Dus leven na de geboorte is sowieso uitgesloten.”

“Nou, ik denk dat er wel iets is, en misschien is dat wel heel anders dan hier”, houdt de één vol. “Misschien hebben we die navelstreng dan wel helemaal niet meer nodig.” “Onzin”, reageert de ander. “En trouwens, als er hierna nog leven is, waarom is er dan nog nooit iemand uit dat leven teruggekomen? Bevalling is het einde van het leven. Daarna is er niets dan duisternis, stilte en vergetelheid. Het brengt ons nergens.”

“Nou, dat weet ik nog niet”, zegt de één. “Wat ik wel weet, is dat we moeder ontmoeten en dat ze voor ons zal zorgen.” “Moeder? Geloof je echt in moeder?”, roept de ander uit. “Dat is om te lachen! Als moeder bestaat, waar is ze nu dan?”

“Ze is overal om ons heen”, antwoordt de ander. “We zijn omringd door haar. We zijn van haar. In haar leven we. Zonder haar zou en kan er geen leven zijn.” De één reageert: “Nou, ik zie haar niet en ik merk niets van haar, dus het is alleen maar logisch dat ze niet bestaat.”

Waarop de ander zegt: “Soms, als je stil bent en als je echt luistert, kun je haar aanwezigheid voelen en haar liefdevolle stem horen, die ons roept van boven.”

Met dank aan Saadia Tachrafte.