Omgaan met jaloezie: vier inzichten

Jaloezie en rivaliteit: we praten er misschien niet graag over. Toch valt er nauwelijks aan te ontkomen, want vrijwel overal waar mensen samenleven en samenwerken duikt het groene monster de kop op. Hoe voorkom je dat het relaties verziekt? Vier dingen die ik leerde over jaloezie.

Lange tijd was ik ervan overtuigd dat ik een probleem had, namelijk de jaloezie van anderen. Dat was niet helemaal uit de lucht gegrepen. Al jong was ik getuige van de gevolgen van afgunst tussen familieleden. Toen ik eenmaal volwassen was, werd ik zelf meermaals het slachtoffer van de jaloezie en rivaliteit van anderen. Schoolgenoten werden stalkers en pesters, een vriendin veranderde in een vijand, collega’s in concurrenten.

Sluipend gif

Mijn ervaringen maakten dat ik een antenne ontwikkelde voor de signalen van jaloezie bij anderen. Als ik ze maar op tijd kon herkennen, dacht ik, dan kan ik het groene monster misschien counteren. Maar jaloezie en afgunst laten zich moeilijk voorspellen, laat staan afwenden. Ze gedragen zich als een sluipend gif dat relaties of samenwerkingsverbanden verziekt. We merken het vaak op als het te laat is en als er al flinke schade is aangericht.

Lange tijd was ik vooral gericht op de jaloezie in anderen. Totdat ik op een avond gedesillusioneerd in de kapel naast mijn huis ging zitten en vroeg: “Heer, leer me toch omgaan met jaloezie, en voorkom dat het mijn vreugde wegneemt en dat alles stukloopt.”

Vanaf dat gebed begon er iets te veranderen. In plaats van me bewust te zijn van tekenen van jaloezie in mijn omgeving, begon ik me geleidelijk bewust te worden van mijn eigen innerlijke groene monster. Zonnige vakantiebestemmingen op sociale media, perfecte interieurs, mensen die schijnbaar rimpelloze levens leidden: ze brachten een steek teweeg. Het groene monster bleek niet alleen in anderen te zitten, maar ook in mij.

Vier lessen die ik leerde:

1. Luister naar je jaloezie

Gevoelens van jaloezie zijn niet per se destructief. Als we ze serieus nemen, kunnen ze ons veel over onszelf leren. Waarom voelen we een steek van jaloezie als iemand iets bijzonders heeft bereikt? Mogelijk houdt die ander ons een spiegel voor. Herkennen we daarin misschien iets waar we stiekem ook zelf van dromen? Een gemiste kans of onvervulde behoefte? Dan is dit de tijd om naar dat innerlijke stemmetje te luisteren. Misschien heb je bepaalde dingen voor jezelf niet voor mogelijk gehouden, maar kunnen kleine aanpassingen in je leven er toch voor zorgen dat dat doel stapsgewijs bereikbaar wordt. Jaloezie kan soms zelfs de aanzet zijn tot verandering.

2. Begrijp en steun de ander

Gevoelens van jaloezie zijn meestal gebaseerd op projectie. Hoewel jaloerse mensen vaak geneigd zijn de ander als de aanleiding te zien, worstelen ze met een innerlijk conflict. Het is belangrijk om dat te begrijpen. Op deze aardbol lopen miljarden mensen rond met de mooiste dromen en talenten, maar niet iedereen krijgt de kans of heeft de moed om die te volgen. Veel mensen raken verwikkeld in de waan van de dag. Als een ander wel zijn dromen volgt, kan dat confronterend zijn. Als je zelf je studie voortijdig hebt afgebroken, maar een vroegere studiegenoot tegenkomt die het ver geschopt heeft, werkt dat als een spiegel waarin je je eigen gemiste dromen en kansen ziet. Jaloerse medemensen zijn geen haters, maar mensen met pijn. Als we dat goed begrijpen, kunnen we reageren met erkenning, begrip, geduld en liefde. Misschien kun je zelfs meer dan een spiegel zijn, maar een gids.

3. Wees geen heilig boontje

Een derde les die ik leerde, is dat geestelijke groei niet zoiets is als een streven naar volmaaktheid, waarbij je immuun wordt voor allerlei lastige gevoelens. Zelfs de grootste meesters in de geschiedenis zoals Jezus en Mozes, maar ook Mahatma Gandhi, Martin Luther King of de Dalai Lama maakten deze gevoelens door. Het omgaan met emoties als jaloezie, afgunst en rivaliteit is inherent aan het leven op aarde; niemand gaat volledig vrijuit. De kunst is dan ook niet om die gevoelens te ontkennen maar om ze te herkennen en er vervolgens iets goeds mee te doen.

4. Focus op verbinding

Een vierde inzicht tot slot, is om altijd uit te gaan van het grotere plaatje: de verbinding met anderen. In een individualistische wereld van winnaars en verliezers leren mensen al jong dat ze met anderen moeten concurreren, omdat er maar één de beste kan zijn. “Onvolkomen is ons kennen en onvolmaakt is ons profeteren”, schreef de apostel Paulus echter aan de gemeenschap in Korinthe (1 Kor. 13:9) De grote uitdaging die vandaag voor ons ligt, is om een meer holistische denkwijze te omarmen. Niemand is geroepen om op zichzelf een eiland te zijn, want allemaal bezitten we maar een klein stukje van de waarheid en van de totale menselijke capaciteit van onze planeet. Maar als we bereid zijn de krachten te bundelen, kunnen we onszelf overstijgen en samen iets groots en moois tot stand brengen.

Foto door Darrel Und op Pexels.com

Van draaikont tot ballerina

De zevenjarige Gillian kon geen moment stilzitten. De mensen in haar omgeving noemden haar spottend “Wriggle Bottom” (draaikont). Concentreren leverde Gillian ook problemen op; liever staarde ze dromerig voor zich uit of keek ze naar buiten.

Haar onaangepaste gedrag maakte dat Gillian in de klas vaak straf kreeg. Als de leerkrachten hun beklag deden bij haar ouders, kreeg Gillian ook thuis op haar donder. Totdat ze uiteindelijk zelf begon te geloven dat er iets mis met haar was. De diagnose AD(H)D bestond in de jaren 1930 nog niet.

Danseres

Op advies van de school nam haar moeder het meisje mee naar de dokter, want mogelijk ze een leerstoornis. Bij de dokter gebeurde er iets bijzonders. Nadat Gillians moeder aan de dokter haar bezorgdheid had uitgelegd over Gillians storende gedrag, verlieten beiden de spreekkamer om onder vier ogen te praten. In het kantoor stond een kleine radio. Voordat hij het vertrek verliet, zette de dokter die aan. Kleurrijke klanken vulden de ruimte.

In de gang waren mevrouw Lynne en de dokter druk in een gesprek verwikkeld. Toen wierp de dokter een blik in de spreekruimte. “Kijk eens”, ze hij, en wees naar een glazen venster. Gillian, in vervoeging geraakt door de muziek, danste door de kamer. Vrijer, mooier en gelukkiger dan mevrouw Lynne haar ooit had gezien.

De dokter wendde zich tot mevrouw Lynne en zei: “Er is niets mis met uw dochter. Ze is een danseres.” Gillian en haar moeder verlieten de praktijk niet met een diagnose, maar met het advies om haar in te schrijven op de dansschool. Over die school zou Gillian later zeggen: “Iedereen daar was net als ik! Wij moeten bewegen om te kunnen denken.”

Het advies van de opmerkzame arts was het begin van een prachtige carrière bij het Royal Ballet. Gillian studeerde af aan de Royal Ballet School en ontmoette Andrew Lloyd Webber. Ze zou uiteindelijk geschiedenis schrijven als danseres, ballerina, choreografe en tv-producent.

Omarm de zwarte schapen

Gillian Lynne (1926-2018) bracht miljoenen mensen vreugde. Ze is verantwoordelijk voor enkele van de meest succesvolle theaterproducties uit de geschiedenis, zoals ‘Cats’ en ‘Phantom of the Opera.’ Haar onuitputtelijke energie en verbeeldingskracht bleken uiteindelijk een bron van gratie, schoonheid en succes.

Gillian Lynne

Ook vandaag heeft Gillians verhaal de wereld een belangrijke les te leren. Omarm mensen die anders zijn, de zwarte schapen die niet in de pas lopen. Want juist buiten de gebaande wegen wachten de meest wonderlijke werelden om te worden ontdekt. De buitenbeentjes van vandaag kunnen de innovators zijn van morgen. Zij kunnen ons helpen om nieuwe werelden te zien, te ontdekken en vorm te geven.

Mocht je zelf een paradijsvogel zijn: ga niet uit van wat je ontbreekt, maar van wie je bent. Deze wereld snakt naar schoonheid, liefde en kleur, het is een kunst om die samen te creëren.

De dankbare zakenman

“Goedemiddag meneer”, groet ik als ik een ziekenhuiskamer binnenkom, “ik ben Kelly van de pastorale dienst. Hoe gaat het vandaag met u?” Mijn zin is nog niet af, of ik ontmoet al een glimlach van oor tot oor.

Pastoraal medewerker is een wonderlijk beroep. Als je zoals ik in een ziekenhuis werkt, kom je langs vele bedden, maar altijd is het een verrassing wie je daarin aantreft. Elke patiënt brengt een uniek verhaal met zich mee.

Stilgezet

Vandaag sta ik aan het bed van een gepensioneerde zakenman. Hij heeft veel geld verdiend en is de hele wereld over gevlogen, vertelt hij in geuren en kleuren. Indonesië, Cambodja, Vietnam, China, Zuid-Afrika, Mexico, Panama… er zijn nauwelijks landen waar hij zijn voet niet heeft gezet. Maar nu is deze stralende wereldburger voor even stilgezet. Ingekapseld tussen witte lakens, vastgehecht aan draadjes, toeters en bellen. Dat doet iets met mensen. Sommigen tref ik aan in een staat van onrust, alsof ze moeten afkicken van hun dagelijkse dosis adrenaline. Bij weer anderen komen allerlei onverwerkte emoties naar boven. Een derde ondergaat mopperend of lijdzaam zijn lot, en een vierde maakt er actief het beste van. Tot die categorie behoort deze man: een onvervalste levensgenieter.

Nadat de man stralend over zijn reizen en zaken heeft verteld, zegt hij: “Maar ik kwam altijd weer thuis. Ruim zestig jaar zijn we getrouwd, mijn vrouw en ik. En er was niets mooiers dan elkaar weer even stevig te kunnen vastpakken.” Soms begrijpt hij de wereld niet, verzucht hij. Al die jonge mensen die vijf jaar bij elkaar blijven. Of tien. De mensen die voor even de liefde omarmen, maar haar dan weer het raam uit laten vliegen. Op zoek naar een nieuwe liefde. Waar is de trouw gebleven? Evenmin begrijpt hij waarom mensen zo vaak afbreken wat ze hebben opgebouwd. Waarom ze de natuur, die een mens innerlijke vrede kan schenken, zo achteloos vernietigen.

Liggend in zijn ziekenhuisbed, nu de dagelijkse mallemolen tot stilstand is gekomen, lijkt de wereld hoe langer hoe dwazer. Terwijl in Oekraïne de huizen in puin liggen en de Oeigoeren in Xinjiang van hun taal en cultuur worden beroofd, ruisen de palmbomen langs het strand van Bali en komt de zon op als een gloeiende bal achter de machtige bergketens van China. Zo schoon en vredig.

Levenskunst

De zakenman heeft een gulle glimlach, maar soms maakt die plaats voor ernst. “Weet je wat het is?”, vraagt hij. “De mensen in België en Nederland mopperen wat af, terwijl het leven bijna nergens beter is dan hier; ze verlangen naar een minnaar terwijl ze een fijne partner hebben. Jonge mensen werken hard om rijk te worden, maar als je oud bent, ontdek je dat alles draait om de mensen die je liefhebt. Weet je wat het probleem is: veel mensen denken dat het hen aan van alles en nog wat ontbreekt. In werkelijkheid ontbreekt het hen aan maar één ding: dankbaarheid.”

De glimlach op zijn gezicht is terug, zie ik. Zelf heeft hij de dankbaarheid tot levenskunst verheven. “Elke dag ben ik dankbaar. Voor de goede zorgen die ik hier krijg, voor het zonlicht dat binnenvalt, voor iedereen die me een glimlach schenkt. Zoals u vandaag.”

Als ik me omdraai om te gaan, bedankt hij me voor ons gesprek. Want zoals veel dingen in zijn leven, is ook onze ontmoeting allesbehalve vanzelfsprekend.

999 vragen aan jezelf

Onze samenleving vereist dat we de blik voortdurend naar buiten richten. Actief zijn, doelen stellen, alles beleven, niets missen. Maar durven we de blik ook naar binnen te richten? Terwijl zelfreflectie voor de één een tweede natuur is, gaat de ander de confrontatie met zichzelf liever uit de weg. Een gemiste kans, want juist door inkeer kun je soms verrassend veel over jezelf te weten komen.

Een patiënt in quarantaine wilde graag een puzzelboekje wilde hebben, dus dook ik de Kruidvat in. Daar werd mijn aandacht getrokken door een bijzonder boekje: 999 vragen aan jezelf. Een invuldagboek met vragen die ik als pastoraal werker ook vaak stel, zoals: “Wat maakt je blij?”, “Wat geeft je energie en wat kost je energie?”, “Wat zou je nog graag in het leven willen doen?”

Worstelen met de stilte

Het boekje voerde mij terug naar mijn studiejaren in Leuven. Een professor organiseerde jaarlijks retraites in het klooster van Orval. Er kwamen studenten uit een brede waaier aan richtingen, van theologie tot economie en rechten. Sommigen hadden al ervaring met meditatie en inkeer, voor anderen was alles compleet nieuw.

Dat laatste gold voor een rechtenstudent. Hij had grote moeite met de meditatiesessies. Alles in hem verzette zich tegen de rust en stilte die in de zaal waren neergedaald. Hoe hard hij ook zijn best deed om inwendig tot tien te tellen, de storm in zijn hoofd wilde niet bedaren. De rechtenstudent draaide wat onrustig heen en weer op de mat.

Hoewel de verleiding groot was om op te geven, zette hij door. De volgende dag werd er een Lectio Divina gehouden, een meditatieve tekstlezing. De jongeman, nog altijd onrustig, liet in stilte de tekst op zich inwerken. En toen gebeurde er iets. Noem het een doorbraak of een moment van inzicht, maar ineens besefte hij dat de stilte een vijand was geweest die hij altijd zo snel mogelijk had geprobeerd het zwijgen op te leggen.

Deze rechtenstudent was in zijn leven van beleving naar beleving gehold, en van agendapunt naar agendapunt. Tijdens zijn eenzame momenten gebruikte hij YouTube of Spotify als wapen tegen de stilte. Nu zat hij daar, in tranen. “Ik heb nooit mijn eigen leven, maar altijd dat van anderen geleefd”, verzuchtte hij. De sporten die hij had gedaan, de plek waar hij woonde, de studie die hij had gekozen: het was allemaal de droom van zijn ouders. De confrontatie met zichzelf en de vraag wat hij werkelijk wilde, was hij steevast uit de weg gegaan.

Comfortzone

Een boekje als 999 vragen aan jezelf is niet zonder risico. Als je de blik naar binnen richt, kunnen er dingen gaan veranderen. Misschien ontdek je dat die studie of baan niet bij je past. Misschien ontdek je dat je teveel gehecht bent geweest aan zekerheid, of dat je bang bent om uit je comfortzone te treden. Door de blik naar binnen te richten, stel je je open voor inzichten die ertoe kunnen leiden dat er een trein in beweging wordt gezet. Het eindpunt kan een andere bestemming zijn.

Onze wereld kent veel mensen als deze rechtenstudent. Mensen die zich in een ratrace storten om allerlei doelen te bereiken, maar die onderweg zichzelf zijn verloren. Mannen en vrouwen die niet het leven leiden dat past bij wie ze ten diepste zijn; die elke dag opnieuw hun best doen om de droom van anderen te leven, of die de weg zijn gegaan van de minste weerstand. Sommigen worden geplaagd door een vaag gevoel van onvrede, anderen belanden in een burn-out.

Wat als iedereen zichzelf eens in zijn leven 999 vragen zou stellen? En wat als we onze kinderen niet alleen zouden leren om de buitenwereld te ontdekken, maar ook hun eigen binnenwereld?

Het blijft een spannende vraag hoe anders de wereld er dan uit zou zien.

Foto door Kelly op Pexels.com

Grenzen stellen om ruimte te krijgen

Er zijn van die dagen dat alles en iedereen aan je lijkt te trekken. Een overvolle mailbox, duizend-en-één klusjes, verschillende mensen die je allemaal tegelijk nodig hebben. Grenzen stellen is niet altijd gemakkelijk. Als je net zoals ik bent uitgerust met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, dan denk je al snel: “Ach, dat doe ik wel even.” Maar een grenzeloos leven kan uiteindelijk je dromen in de weg staan.

Mozes ontving de Tien Geboden niet zomaar. Die tien heldere leefregels tonen dat het goede niet als door een wonder uit de hemel komt neerdalen, maar dat we er bewust tijd en ruimte voor moeten vrijmaken. Bijvoorbeeld door wekelijks een rustdag in te lassen. Met andere woorden: grenzen stellen! Vind jij dat soms ook zo lastig? Drie doorleefde tips om de regie over je leven te bewaken en te doen wat je écht graag wilt doen.

1. Creëer de juiste atmosfeer om te kunnen floreren

Na een drukke werkweek bereidde ik me voor op een zondag als gastpredikant. Qua voorbereiding stonden de preek, de liturgie, de powerpoint en het muziekteam als een huis. We rekenden dan ook helemaal op een mooie dienst.

Mis gegokt, bleek al snel. Tijdens de preek werd een baby in de zaal onrustig. Hoe meer de ouders hun best deden om het kindje op zijn gemak te stellen, hoe luider het protesteerde. Wat doe je dan? Als ik er iets van zou zeggen, riskeerde ik dat de jonge ouders zich ongemakkelijk en misschien zelfs afgewezen zouden voelen. Ik besloot dus de preek te vervolgen. Maar hoe hard ik er ook aan trok, ik slaagde er niet in om verbinding met het publiek tot stand te brengen. Gezichten straalden ergernis uit, mensen draaiden ongemakkelijk heen en weer op hun stoel. De flow was vervlogen.

Misschien herken je wel zo’n situatie. Soms bereiden we de dingen tot in de puntjes voor, maar vergeten we het belangrijkste: de atmosfeer die we nodig hebben om te kunnen floreren. Als gastpredikant zag ik stilte als iets vanzelfsprekends; ik stelde me er nooit vragen bij. Pas toen de stilte werd doorbroken, besefte ik hoe cruciaal rust is om je boodschap te kunnen overbrengen.

Iedereen heeft bepaalde omstandigheden nodig om het beste van zichzelf te kunnen geven. Door je daarvan bewust te zijn, voorkom je dat situaties je overvallen. Je kunt dan van tevoren de juiste atmosfeer creëren, daar afspraken over maken en tijdig je grenzen stellen.

2. Houd je bordje overzichtelijk

Hoe mooi je planning er ook uitziet, soms nemen de omstandigheden een loopje met onze agenda. Vandaag was ik vastbesloten om aan mijn studie te werken, maar alsof de duvel ermee speelde regende het verzoeken en berichten. Kun je niet even een berichtje schrijven? Op je bureau ligt nog een factuur. En wow, een interessant gastcollege! Er kijk, daar is zoonlief met een diepe scheur in zijn broek. Dat kan zo niet langer, er moet vandaag nog een nieuwe worden gekocht.

Herkenbaar? Voor je het weet ben je met alles en nog wat bezig, maar niet met datgene wat je je had voorgenomen. Zeker als je net als ik bijna alles leuk en interessant vindt! Dan laad je al snel teveel op je bordje, waardoor je het overzicht verliest en niet toekomt aan zaken die een langere adem vergen. Versnippering en uitstelgedrag: het blijven gemene beestjes.

Maar er is ook goed nieuws: zulke dagen zijn een uitgelezen kans om je nee-spier te oefenen. Nee zeggen is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Als je als kind vooral hebt geleerd om gehoorzaam te zijn en te doen wat er van je verwacht wordt, kan het woordje “nee” een hele opgave zijn. Beloofd is beloofd: hoe vaker je het zegt, hoe natuurlijker het gaat aanvoelen. Je nee-spier trainen is zoiets als fitness; oefening baart kunst. Je hoeft je er ook niet schuldig over te voelen. Door nee te zeggen tegen de dingen die je niet wilt doen, creëer je ruimte om ja te zeggen tegen de dingen die je wél wilt doen. En dat is uiteindelijk in het belang van iedereen!

3. Negeer je intuïtie niet

We zijn ons er niet altijd van bewust, maar overal waar mensen samenkomen, spelen persoonlijke grenzen een rol. In de media duiken geregeld verhalen op van persoonlijke grenzen die zijn overschreden. Legendarisch zijn de woorden “het spijt me, Matthijs!” Ze werden uitgesproken door een geknielde geluidstechnicus van het Nederlandse tv-programma De Wereld Draait Door. Na een technische fout werd de man door zijn baas, presentator Matthijs van Nieuwkerk, letterlijk op de knieën gedwongen.

Van Nieuwkerk gedroeg zich als een stoomwals die zijn eigen personeel verpletterde, maar hij kon jarenlang zijn gang gaan. Er zijn veel dynamieken die machtsmisbruikers in de kaart spelen:

  • Slachtoffers bevriezen (een normale stressreactie bij een aangrijpende gebeurtenis);
  • Er is sprake van een significant machtsverschil;
  • De situatie is plotseling en overweldigend;
  • Personeelsleden zijn zich onvoldoende bewust van hun persoonlijke rechten en grenzen;
  • Er is een toxische bedrijfscultuur ontstaan (de spreekwoordelijke kikker in opwarmend water).

Grensoverschrijdend gedrag schendt meer dan je persoonlijke ruimte. Het is een aanval op wie je ten diepste bent. Slachtoffers worden uit hun evenwicht gebracht; ze worden onzeker en zoeken al snel de fout bij zichzelf. Dat geldt ook voor de werknemers van Van Nieuwkerk. In plaats van kritische vraagtekens te stellen bij het gedrag van hun leidinggevende, legden ze de fout bij zichzelf: “Had ik iets kunnen doen om deze woedeuitbarsting te voorkomen?” Schaamte- en schuldgevoelens zijn een normale stressreactie, maar daarom nog niet terecht.

“Zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg.” Met die woorden beschrijft koning David een eeuwenoude dynamiek (psalm 32:2). Zolang we zwijgen, houden we de situatie in stand. Het gezwel wordt niet aangepakt en de ziekte kan blijven voortwoekeren en schade aanrichten in het lichaam.

In 2008 verlieten mijn gezin en ik een evangelische gemeente. Vele jaren hadden we er gediend, totdat we na de implementatie van een gemeentegroeimodel uit Bogota alles zagen veranderen. De warme en hechte geloofsgemeenschap veranderde in een hiërarchische pyramidestructuur. De focus verschoof van mensen naar aantallen, van geloven naar werken, van dienstbaarheid naar onderwerping en autoriteit. De pastor ambieerde een stadion te vullen, maar spoedig werd duidelijk dat er aan die ambitie een menselijk prijskaartje hing.

Als er iets is dat ik toen geleerd heb, is het dit: negeer je intuïtie niet! Dat niet-pluisgevoel kan zomaar een belangrijk signaal zijn. Vaak denken we dat we alleen staan met onze twijfels en vragen, maar maken andere mensen intussen dezelfde worsteling door. Als één persoon de moed vindt om het niet-pluisgevoel te verwoorden, kan dat zomaar dé stap naar verandering zijn.

Grenzen stellen is niet altijd makkelijk, maar samen sta je sterker.

Foto door Julian Jagtenberg op Pexels.com

Een wereld van verschil

In mijn vorige blogartikel hadden we het over de Farizeeërs, die erop gebrand waren om bij officiële gelegenheden de belangrijkste plekken te bemachtigen. Het kan natuurlijk ook andersom. Wat als jij diegene bent die naar de laatste plaats wordt verdreven? Dat overkwam EU-president Ursula von der Leyen toen ze vorig jaar met Charles Michel op bezoek ging bij Erdogan. In de ontvangstzaal in Ankara stonden twee stoelen: één voor Michel en één voor Erdogan. Von der Leyen koos uiteindelijk een plekje op de sofa.

Het is een beeld dat wereldwijd plaatsvervangende schaamte opriep. Daar stond Von der Leyen, aarzelend en zichtbaar uit haar evenwicht gebracht. Stel nu dat wij die gast waren voor wie geen stoel was klaargezet; die persoon die noodgedwongen genoegen moest nemen met een plekje achteraf. Wat gaat er door je heen op zo’n moment?

Sofamomenten

Misschien kun je je zo’n scenario nog wel voor de geest halen. We hebben zo allemaal wel onze sofa-momenten. Momenten waarop we worden weggeduwd, niet gehoord, over het hoofd gezien of niet op waarde geschat. En soms maken we de denkfout te geloven dat die sofa iets zegt over wie wij zijn. As je maar vaak genoeg genoegen moet nemen met het laatste plekje, ga je je vanzelf een sofa-mens voelen. De laagste in rang, te onbelangrijk om te worden gehoord.

Maar hoe zou het zijn als plotseling een belangrijke persoon – Charles Michel bijvoorbeeld – voor ons zou opstaan en zou zeggen: “Hier, neem mijn stoel maar, ik zit wel op de sofa?” Dat is de moraal waartoe Jezus ons steeds opnieuw uitdaagt:

“De laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten.”

Mattheüs 20:16; Marcus 10:31; Lucas 13:30

Als je door iemand anders naar voren wordt gehaald, is het alsof je een boost krijgt. Plotseling word je gehoord en gezien. In plaats van een sofa-mens blijk je iemand te zijn die ertoe doet. Een uitdaging om niet alleen je positie in het leven, maar ook je zelfperceptie bij te stellen.

In mijn vorige blog schreef ik over hoe Jezus zijn toehoorders oproept om anderen ruimte te geven, en zelf voor de meest nederige plaats te kiezen. Het is opvallend hoe de Eeuwige altijd weer aan de kant staat van de mensen met weinig aanzien, die in de wereldse machtsstrijd worden verdrukt.

Foto door Kat Smith op Pexels.com

Knecht in Egypte

“Bedenk dat u zelf een knecht in Egypte bent geweest”, houdt Mozes de Israëlieten voor in het Bijbelboek Deuteronomium (24:18-22). Een radicale oproep tot empathie. Dat is waarom de Israëlieten goed moeten zijn voor vreemdelingen, weduwen en wezen. Waarom ze de rechten van mensen aan de marges van de samenleving niet mogen schenden; waarom ze aren moeten achterlaten op hun akkers, vruchten aan hun olijfbomen druiven op hun wijnvelden. Omdat ze zelf maar al te goed weten hoe het voelt om genoegen te moeten nemen met de kruimels van de samenleving.

Die hongerige, die behoeftige, wij kunnen het zelf zijn.

Zoals niets in het leven blijvend is, zo geldt dat ook voor onze positie. Wie nu directeur is, zal op een dag misschien een oudere zijn, aangewezen op de zorg en de goedheid van anderen. En wie nu nationalist is in hart en nieren, kan op een dag zomaar een vluchteling zijn. En omgekeerd. Dat is de realiteit die we gemakkelijk vergeten, en waar Mozes ons aan herinnert.

Sociale rechtvaardigheid

Veel mensen zien de Bijbel als een oud boek met een strenge en gedateerde moraal. Gods wereldorde vertegenwoordigt inderdaad geen vrijheid-blijheid. Maar dat heeft een reden: als we er alleen maar op gericht zijn onze verlangens uit te leven, dan gaat ons levensgeluk ten koste van dat van de ander. Juist daarom roepen Jezus en Mozes op tot sociale rechtvaardigheid. Tot een orde waarbij de mensen die nu de marges bekleden, naar voren worden gehaald. De goudhaantjes mogen dan weer iets naar achteren gaan zitten. Zo blijft er voor iedereen een plekje over om te stralen en om in Gods licht te leven.

Van wat een moed zou het hebben getuigd als Charles Michel was opgestaan en de enige vrouw in het gezelschap zijn stoel had aangeboden! Ursula von der Leyen is geen vreemdeling, weduwe of wees, maar op dat pijnlijke moment in Ankara vertegenwoordigde zij hen allemaal.

YouTube

Superpowers

“Laat onder u de gezindheid van Christus heersen.”

Paulus in zijn brief aan de Filippenzen, 2:3-10

Jezus Christus, die de gestalte van God had, had gemakkelijk voor zichzelf de beste plek kunnen opeisen. Hij had zelfs wereldberoemd en schatrijk kunnen worden met zijn superpowers – de kracht om mensen te genezen of wonderen te doen (dat was trouwens ook waarmee hij verzocht werd in de woestijn). Maar nee, hij koos ervoor om tot ons te komen als een vreemdeling. Als een kwetsbaar kind voor wie geen plaats was in de herberg. Ja, zelfs als een martelaar aan het kruis, zichzelf volledig verliezend uit liefde voor ons.

Waarom? Omdat hij er niet naar zocht zichzelf te onderscheiden. Jezus Christus verlangde naar verzoening en relatie, zelfs al betekende dat dat hij de prijs zou betalen van de hoogste opoffering. Tot ons, als we goed zijn voor vreemdelingen, zegt hij:

“Ik was een vreemdeling en jullie hebben Mij opgenomen.”

naar Mattheüs 25:43

Universele opdracht

De liefde van God belichamen, dat is een universele opdracht aan ons allemaal. Of het leven ons nu de voorste of de laatste plaats heeft toebedeeld. God roept ieder van ons, maar niet om gelijkvormig te worden aan een wereld van onverschilligheid, individualisme en zelfprofilering. God roept ons om juist in zo’n wereld het verschil te maken. Ook, en misschien wel juist vandaag, zegt Jezus tegen jou en mij:

“Wat gij voor de minsten hebt gedaan, hebt gij voor Mij gedaan.”

Mattheüs 25:40

Ik wens je een inspirerende nieuwe week toe!

Foto door George Pak op Pexels.com

Kies eens voor de laatste plaats

Onlangs werd mij gevraagd een bruiloft te streamen. Met laptop zat ik pontificaal op de voorste rij. Dat voelde al onwennig, maar helemaal toen de dominee kwam vragen: “Zit de geluidstechnicus niet meestal helemaal achteraan?” Dat klopte. En eigenlijk had ik maar één excuus om de voorste rij te kiezen: het snoertje dat ik op mijn laptop moest aansluiten, was te kort om door te trekken. Hoogstwaarschijnlijk waren er die dag geen Farizeeërs in de kerk, want behalve het bruidspaar en ik zat er verder niemand vooraan.

In het Lucasevangelie lezen we hoe de Schriftgeleerden en de Farizeeërs er werkelijk alles aan doen om de voorste stoelen te bemachtigen. Jezus ziet dat, en Hij geeft Zijn toehoorders een wijze raad mee.

“Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd op een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen hem zeggen: ‘Sta uw plaats aan hem af’. Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen.

Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zou kunnen zeggen: ‘Kom toch dichterbij!’ Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aan tafel aanligt.”

Lucas 14:8-10

Trots

De trots van de Farizeeën blijkt uit hun ijver om de voornaamste plaatsen aan tafel te bemachtigen. Jezus merkt dat op en waarschuwt ertegen door middel van een omgekeerde moraal:

“Wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.”

Lucas 14:11, Mattheüs 23:12

Zo’n moraal klinkt prachtig, maar er valt vandaag wel wat tegenin te brengen. Ga maar na. Wat gebeurt er als je in de coulissen gaat zitten? Niemand die je ziet. Je krijgt geen 10.000 volgers op Instagram door onzichtbaar te zijn. Net zomin als je respect krijgt door als CEO je directeursstoel af te staan aan de schoonmaker. Voor wie hogerop wil komen, geldt het adagium: “Fake it until you make it“. Daarom leren we al vroeg om nette kleding aan te te trekken, je tanden en schoenen te poetsen, mondig en assertief te zijn.

De omgekeerde moraal waarmee Jezus ons telkens weer verrast, voelt in een competitieve omgeving wat ongemakkelijk. Zijn lessen contrasteren in de regel met de wetten van deze wereld. Daardoor lijkt het veeleer in je nadeel om ze te volgen, alsof je jezelf in het vlees snijdt.

Lesje in nederigheid

De Farizeeën en de Schriftgeleerden zijn voortdurend bezig met de vraag wie van hen de belangrijkste is. De vooraanstaande wetgeleerden en Farizeeën die Jezus voor een maaltijd hebben uitgenodigd, houden Hem nauwlettend in de gaten om te kijken of Hij iets verkeerds zal zeggen. Ze zijn erop uit om Hem te laten struikelen, zodat ze zichzelf boven Jezus kunnen plaatsen. Maar in plaats van zich te laten intimideren, leert Hij hen een lesje in nederigheid.

Interessant is de manier waarop Jezus dat doet. Hij had kunnen volstaan met de mensen regels opleggen. Hij had kunnen zeggen: “Ga daar achteraan zitten, want dan ben je de meest nobele!” Maar dan zou het erg druk worden op de achterste rij, want daar zouden de strebers zich verzamelen. Daarmee zou het elitaire denken niet zijn opgelost, het zou zich alleen hebben verplaatst.

Nee, het onderwijs van Jezus gaat nog een stap verder. Hij legt de Farizeeën niet slechts regels op, maar brengt hen bewustwording bij. “Denk je eens in wat een afgang het is als je jezelf op de voorgrond plaatst, en dan door de buitenwereld naar de achtergrond wordt verdreven”, spiegelt Hij hen voor. Zo’n beschamend scenario kun je gelukkig voorkomen, namelijk door een nederige plek te kiezen. Des te groter je vreugde als je door anderen naar voren wordt gehaald.

Uit de schaduw

In een samenleving waar alles draait om de profilering van het “ik”, hebben veel mensen het gevoel dat ze in de schaduw staan en niet worden gehoord of gezien. Als we meedoen aan die jacht op een plekje in de spotlights, leidt dat alleen maar tot meer individualisme en uitsluiting. Maar als we het aandurven om in de voetsporen van Jezus te wandelen, dan kunnen we een belangrijk verschil maken.

Wie zichzelf op de voorgrond plaatst, ontvangt zijn loon al in deze wereld. Maar wie anderen uit de duisternis tevoorschijn haalt, mag uitzien naar een grotere verwachting. De God die alles ziet, en die alle harten doorgrondt, zal je ervoor belonen.

Meer lezen?

Foto door Shihab Nymur op Pexels.com

Geen veroordeling meer

De apostel Paulus zegt het zo mooi in zijn brief aan de Romeinen: “Zo is er nu dan geen veroordeling voor hen, die in Christus zijn”. Geen veroordeling meer. Het is een zinnetje waar je gemakkelijk overheen leest, zodat de woorden niet echt doordringen. Maar wat betekent het eigenlijk als je vrij bent van elke vorm van veroordeling? Als er helemaal geen oordeel meer op je leven rust?

Tijdens een receptie zat ik aan tafel met mijn collega’s. De nieuwe CEO stelde zich voor; ondanks de galmende akoestiek nam ze het woord. Haar lichaamshouding was krachtig en weloverwogen, haar verhaal ademde zowel visie als verbinding. Deze vrouw besefte duidelijk waar ze mee bezig was. Ze begreep dat ze onpopulaire maatregelen zou moeten nemen, en dat mensen haar zowel zouden liefhebben als haten. “Mijn deur staat altijd voor jullie open”, zei ze.

Engeltje en duiveltje

Mensen als deze CEO staan bloot aan dezelfde dynamieken als iedereen. Ze kennen succesmomenten maar ook teleurstellingen. En voordat hun leven een succesverhaal wordt, hebben ze al vele malen hun neus gestoten.

Succesvolle mensen kennen dezelfde innerlijke dialoog als ieder ander. Je herkent het vast wel: dat spreekwoordelijke engeltje op je ene schouder, het duiveltje op de andere – je innerlijke criticus. Het engeltje spreekt positieve woorden en helpt je sterker te worden en te groeien. Het duiveltje daarentegen, zit altijd klaar om je aan je fouten te herinneren. Om je te vertellen dat je niet goed genoeg bent, en dat je je maar beter geen illusies kunt maken, omdat het met jou toch nooit iets zal worden.

Het geheim van succesvolle mensen is dat ze geleerd hebben om naar de constructieve boodschappen te luisteren.

Intussen deed het duiveltje zijn best om me in te prenten dat ik nooit zo zou worden als deze vrouw. Vandaag had het zijn dag niet. Terwijl een straal zonlicht door de ramen viel, werd ik bevangen door een inzicht. Mensen zijn vaak hun eigen ergste vijanden. We luisteren naar dat negatieve stemmetje, we nemen het aan als de waarheid, en als we dat maar vaak genoeg doen, gaan we vanzelf geloven dat we een mislukking zijn.

Instagram-norm

“U geschiede naar uw geloof”, zegt Jezus in de Bijbel. Als we niet oppassen, weerspiegelt ons leven de leugens die we over onszelf zijn gaan geloven. Dan gaan we letterlijk gebukt onder het oordeel van onszelf of anderen, en wordt het negatieve verhaal een selffulfilling prophecy.

Ook vandaag gaan talloze mensen gebukt onder veroordeling. Misschien hebben anderen ons ingeprent dat we niet goed genoeg zijn, misschien maak je het jezelf keer op keer wijs. We trainen en diëten wat af om aan de Instagram-norm te kunnen voldoen. En niet zelden projecteren we onze normen ook op anderen. Dan vellen we een keihard oordeel over onze naaste, of we maken onszelf klein uit angst voor wat anderen van ons zullen vinden.

Kleine en grote steekjes

Toch zijn er maar weinig dingen zeker in het leven, en één daarvan is dat je fouten zult maken. Als onvolmaakte mensen schieten we allemaal tekort, maar juist daardoor gaf Christus zich over in Zijn onmetelijke liefde voor de mensheid. Opdat er geen oordeel meer zou zijn. Opdat elk obstakel tussen ons en God zou worden weggenomen. Opdat wij, onvolmaakte mensen, zouden kunnen worden aangenomen als kinderen van een God die pure en volmaakte Liefde is.

“Zo is er nu dan geen veroordeling voor wie in Christus zijn”, zegt de Bijbel.

Wat doen al die kleine en grote steekjes die wij laten vallen, er eigenlijk toe in het perspectief van de eeuwigheid? Daar in die drukke menigte, besefte ik dat al die kleine dingetjes waar wij soms zo zwaar aan tillen, niet onoverkomelijk zijn. Ook jouw en mijn leven kan een succes zijn, maar we moeten ons er wel in oefenen om naar de juiste stemmetjes te luisteren.

Goed dat jij er bent

Als je dit leest, weet dat God je oneindig lief heeft. Zelfs al zou je duizend keer je sleutels vergeten, een deuk in de dure auto van de buurman rijden of altijd te laat komen. Zelfs al heb je een kromme neus, kromme benen of zeg je steevast de verkeerde dingen. Zelfs al ben je koppig en geef je niet gemakkelijk je fouten toe. Voor wie in Christus is, is er geen veroordeling meer. Het is simpelweg goed dat jij er bent!

Foto door Min An op Pexels.com

Waarom laat God het toe?

In de zomer lijkt de drempel naar de medemens altijd wat lager. Als je met mensen in gesprek raakt, krijg je mooie en minder mooie verhalen te horen. Zo vertelde een vrouw onlangs over een jongetje van zes jaar, bij wie een gezwel was geconstateerd. Kwaadaardig en uitgezaaid. En de vrouw stelde de welbekende vraag: “Waaraan moest een kind, dat zo onschuldig ter wereld kwam, dit verdienen? Wat heeft hij fout gedaan?”

Als gelovige maakt die vraag dat ik me altijd een beetje ongemakkelijk voel. Het is alsof niet alleen God, maar ook jijzelf ter verantwoording wordt geroepen. Want hoe kun je geloven in een God die zoiets toelaat? Hoe kun je geloven in een God die oorlogen mensenlevens laat verwoesten, die toelaat dat kinderen in Jemen de hongerdood sterven?

Knoop in je maag

Soms hoor ik ook de achterliggende vraag: “Als die God van jou zo goed is, waarom grijpt Hij niet in?” Een ongemakkelijke vraag. Waarom bestaan er kwade krachten, zoals ziekte, lijden en dood, die het menselijk welzijn ondermijnen? Waarom in vredesnaam, als God almachtig en liefde is? Waarom moet de wereld dan lijden? Zelf heb ik me dat ook vaak afgevraagd. Laten we eerlijk zijn: geloven is niet altijd een happy clappy business. Soms doe je het met een knoop in je maag. Of met tranen in je ogen.

Foto door Zdenek Rosenthaler op Pexels.com

Eva en de slang

Waarom laat God het allemaal toe? Laten we even teruggaan naar het begin. Naar het Bijbelboek Genesis welteverstaan.

Het christendom kent het verhaal van de zondeval, waarin de slang Eva verleidt om van de verboden vrucht te eten. En waarin de vrouw haar man vervolgens een vrucht aanbiedt. Door toedoen van de slang en de vrouw vervalt de wereld tot zonde. Sindsdien zou de mens belast zijn met de neiging tot zondigen, “erfzonde” genaamd.

Maar er is nog een andere uitleg. Rabbi Manis Friedman, een chassidische rabbijn, legt het zo uit. God zegt tegen Adam en Eva: “Jullie moeten niet eten van de vrucht van de boom in het midden van de tuin, en je moet die niet aanraken, want anders zul je sterven”. Maar waarom doet God dat? Welke Vader zet er nu een boom met mooie vruchten in het paradijs neer, op een pontificale plek, waarvan de kinderen vervolgens niet mogen eten? Als een testcase? En dat op een plaats waar toch nog geen zonde of verkeerde keuzes zouden kunnen bestaan? Merkwaardig.

Volgens Manis Friedman had God een ander plan met de boom, en voelde Eva dat haarfijn aan. Ze zei tegen Adam: “Om ons te beschermen waarschuwt God dat we niet van die boom moeten eten, maar mijn intuïtie zegt me dat God eigenlijk iets anders wil. Hij verlangt ernaar ons kennis te geven van goed en kwaad, maar omdat de consequenties groot zijn, wil Hij dat niet van ons vragen.” En de man en de vrouw sluiten een compromis: ze zullen allebei – eerst Eva, dan Adam – van de vrucht eten.

Foto door Kristina Paukshtite op Pexels.com

Kennis van goed en kwaad

Waar de algemene christelijke uitleg het nastreven van kennis van goed en kwaad tot zonde herleidt, is het chassidische jodendom daar positiever over. Het verlangen van Adam en Eva om aan God gelijk te zijn (waar de slang aan appelleerde) heeft betrekking op hun ontwikkelingsniveau. Adam en Eva begrijpen dat het essentieel is om te leren kiezen tussen goed en kwaad.

Het Paradijsverhaal kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Welke de juiste is, daarover is het laatste woord nog niet gezegd. Maar de uitleg van Manis Friedman zegt wel iets over het belang van de vrije wil voor Gods essentie.

‘Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.’

1 Johannes 4:7–8

God is liefde, zegt de apostel Johannes. Maar hoe is het om Liefde te zijn, als er geen relatie van wederkerigheid is? Liefde op zichzelf genomen, is niets. De liefde heeft altijd iets of iemand nodig om lief te hebben; en om zelf te worden liefgehad. Anders blijft ze eenzaam en opgesloten in zichzelf.

Liefde veronderstelt vrije wil

Dat klinkt misschien filosofisch, maar voor mensen werkt het niet anders. Denk je maar eens iemand in die je dierbaar is: een geliefde, een familielid, een vriend. Wat als die persoon zou zijn gehardwired om van je te houden? In Japan worden robots ontwikkeld met liefde als programma. Slimme algoritmes maken dat robothuisdieren en -partners in staat zijn liefde te ontvangen en te beantwoorden. Maar hoe oprecht is dat? Deze robots zijn ontworpen om ons de illusie en ervaring van liefde te bieden, maar die komt voort uit data en algoritmes. Niet uit een menselijk hart.

Foto door Tara Winstead op Pexels.com

De liefde die God in gedachten had toen Hij de mens vormgaf, is een liefde die onlosmakelijk verbonden is met de vrije wil. Je kunt pas werkelijk oprecht liefhebben als je ook anders kunt kiezen. Dan is elk commitment er een van vrije keuze. Maar in het paradijs kon de mens niet kiezen, mensen waren gehardwired om het perfecte plaatje te leven. In zo’n wereld blijft de vrije wil een lege huls. Het eten van de vrucht in het Paradijsverhaal bracht de mens naar een lager, aards niveau, waar goed en kwaad, leven en dood, ziekte en gezondheid voor een vastgestelde tijd naast elkaar bestaan. Dat is de realiteit waarmee we vandaag te dealen hebben.

Eerlijke wereld argument

Mensen die vragen: “Waarom laat God het toe?”, doen dat met de beste bedoelingen, maar ze gaan uit van het eerlijke-wereld-argument. Van een wereld die goede mensen het goede geeft, en kwade mensen het kwade. Maar Jezus aan het kruis, en de vele miljoenen mensen die door de eeuwen heen stierven om hun mening, visie of idealen, bewijzen dat het grootste kwaad vaak de meest nobele mensen treft.

Nee, de wereld is niet eerlijk.

Betekent dat dat God niet aanwezig is? Dat Hij zich van ons heeft afgewend, of misschien zelfs helemaal niet bestaat? Een profetie van Jesaja vertelt een ander verhaal.

“Al vragen ze niet naar Mij, toch laat Ik me raadplegen, en al zoeken ze Me niet, toch laat Ik me vinden. Al roept dit volk Mijn naam niet aan, toch antwoord Ik: ‘Hier ben Ik, hier ben Ik. Heel de dag sta Ik met uitgestoken handen tegenover een opstandig volk dat op de verkeerde weg is en zijn eigen ingevingen volgt.”

Jesaja 65:1-2

Spreekt er uit die tekst geen enorm verlangen om de kloof tussen God en mens te herstellen? Heel de dag sta ik met uitgestoken handen. God is betrokken! Maar tegelijk grijpt Hij niet in in de vrije wil van de mens.

Vandaar dat Hij op ons wacht, met ingehouden adem. Zwijgend in zijn liefde, hopend dat de mensen aan wie Hij deze planeet heeft toevertrouwd, zijn uitgestoken arm zullen aannemen. En intussen verheugt God zich over elke mens die in woord, daad en gebed het goede kiest.

God heeft zo oneindig veel geduld met ons.

Toch staat geduld niet gelijk aan passiviteit. Want als we werkelijk ons hart openen, kunnen we de uitgestoken arm herkennen. Die handreiking kan komen in de vorm van inspiratie tijdens een wandeling, van een toevallig woord, een plotseling inzicht, een teken. Op sommige momenten komt de hemel even heel dichtbij.

Foto door Pixabay op Pexels.com

“Zie ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.”

Openbaring 3:20

Toen de profeet Jesaja geroepen werd, antwoordde hij met de woorden: “Hineni, hier ben ik!” Vele jaren later herhaalde hij dat nog eens. Het is ook wat Abraham zei toen God hem riep: ”Hineni, hier ben ik!” Het zijn de woorden van een gelovig mens die zich laat vinden; van een liefde die antwoordt, van een hand die de uitgestoken arm aanneemt.

Werkwoord

Geloven is een werkwoord. Maar soms leggen we iets teveel de nadruk op dat werk. Het is verleidelijk om altijd maar bezig te zijn voor de kerk, en intussen de essentie van geloven uit het oog te verliezen. In een wereld waarin het kwade het vaak voor het zeggen heeft, leven we soms met onze voet op het gaspedaal in een poging de wereld te redden. En het werk is nooit af, er is altijd meer werk te doen. Al je inspanningen lijken druppels op een gloeiende plaat. Wat kan het dan makkelijk zijn om ontmoedigd te raken. Om je af te vragen: waar doe ik het allemaal voor?

Als je op zo’n punt staat, dan is het tijd om weer terug te keren naar de essentie. God vraagt in Jesaja niets anders van de mensen dan dat ze zijn liefde beantwoorden. Dat ze alle ramen en deuren van hun hart wijd openzetten en zich laten vinden door de machtige hand die hen vormgaf, draagt en omvat.

Als wij rouwen om de wereld; als we kwaad zijn om het onrecht dat onschuldigen wordt aangedaan, dan mogen we weten dat we niet alleen staan. Onze hemelse Vader rouwt met ons mee. Juist daarom strekt Hij elke dag Zijn armen naar ons uit.

Gods handen en voeten op aarde, dat zijn wij.

Foto door lilartsy op Pexels.com

Deze tekst is gebaseerd op de preek van 19 juni 2022 in protestantse kerk Kapel De Olijftak in Brasschaat.

De schoonheidsgeheimen van Audrey Hepburn

Tijdens haar leven kreeg de beroemde actrice Audrey Hepburn (1939-1993) herhaaldelijk de vraag naar haar schoonheidsgeheim. Ze schreef er een tekst over, die op haar begrafenis werd voorgelezen. Dit is de wijsheid die Audrey Hepburn de wereld naliet.

Om aantrekkelijke lippen te krijgen: spreek zoete woorden.

Voor een mooie blik: zoek naar de goede kant van mensen.

Voor een slank figuur: deel je eten met de hongerigen.

Voor mooi haar: laat een kind er eenmaal per dag met de vingers doorheen gaan.

Zo krijg je een mooie houding: loop rechtop, wetend dat je nooit alleen bent, want degenen die van je houden begeleiden je.

Mensen – meer dan objecten – hebben behoefte aan herstel, koestering, bemoediging, waardering en redding; geef nooit iemand op.

Onthoud dat als je een hand nodig hebt, je er twee zult vinden, aan het uiteinde van elke arm één. Bij het ouder worden zul je ontdekken waarom je twee handen hebt gekregen: één om jezelf te helpen, de tweede om anderen te helpen.

De schoonheid van een vrouw schuilt niet in de kleren die ze draagt, in haar gezicht of in haar haarstijl. De schoonheid van een vrouw wordt zichtbaar in haar ogen, want dat is de deur die opengaat naar haar hart, de bron van haar liefde. De schoonheid van een vrouw schuilt niet in haar make-up, maar de ware schoonheid in een vrouw wordt weerspiegeld in haar ziel. Het is de tederheid waarmee ze liefde geeft, de uitdrukking van haar diepste passie.

De schoonheid van een vrouw groeit door de jaren heen.