Geen veroordeling meer

De apostel Paulus zegt het zo mooi in zijn brief aan de Romeinen: “Zo is er nu dan geen veroordeling voor hen, die in Christus zijn”. Geen veroordeling meer. Het is een zinnetje waar je gemakkelijk overheen leest, zodat de woorden niet echt doordringen. Maar wat betekent het eigenlijk als je vrij bent van elke vorm van veroordeling? Als er helemaal geen oordeel meer op je leven rust?

Tijdens een receptie zat ik aan tafel met mijn collega’s. De nieuwe CEO stelde zich voor; ondanks de galmende akoestiek nam ze het woord. Haar lichaamshouding was krachtig en weloverwogen, haar verhaal ademde zowel visie als verbinding. Deze vrouw besefte duidelijk waar ze mee bezig was. Ze begreep dat ze onpopulaire maatregelen zou moeten nemen, en dat mensen haar zowel zouden liefhebben als haten. “Mijn deur staat altijd voor jullie open”, zei ze.

Engeltje en duiveltje

Mensen als deze CEO staan bloot aan dezelfde dynamieken als iedereen. Ze kennen succesmomenten maar ook teleurstellingen. En voordat hun leven een succesverhaal wordt, hebben ze al vele malen hun neus gestoten.

Succesvolle mensen kennen dezelfde innerlijke dialoog als ieder ander. Je herkent het vast wel: dat spreekwoordelijke engeltje op je ene schouder, het duiveltje op de andere – je innerlijke criticus. Het engeltje spreekt positieve woorden en helpt je sterker te worden en te groeien. Het duiveltje daarentegen, zit altijd klaar om je aan je fouten te herinneren. Om je te vertellen dat je niet goed genoeg bent, en dat je je maar beter geen illusies kunt maken, omdat het met jou toch nooit iets zal worden.

Het geheim van succesvolle mensen is dat ze geleerd hebben om naar de constructieve boodschappen te luisteren.

Intussen deed het duiveltje zijn best om me in te prenten dat ik nooit zo zou worden als deze vrouw. Vandaag had het zijn dag niet. Terwijl een straal zonlicht door de ramen viel, werd ik bevangen door een inzicht. Mensen zijn vaak hun eigen ergste vijanden. We luisteren naar dat negatieve stemmetje, we nemen het aan als de waarheid, en als we dat maar vaak genoeg doen, gaan we vanzelf geloven dat we een mislukking zijn.

Instagram-norm

“U geschiede naar uw geloof”, zegt Jezus in de Bijbel. Als we niet oppassen, weerspiegelt ons leven de leugens die we over onszelf zijn gaan geloven. Dan gaan we letterlijk gebukt onder het oordeel van onszelf of anderen, en wordt het negatieve verhaal een selffulfilling prophecy.

Ook vandaag gaan talloze mensen gebukt onder veroordeling. Misschien hebben anderen ons ingeprent dat we niet goed genoeg zijn, misschien maak je het jezelf keer op keer wijs. We trainen en diëten wat af om aan de Instagram-norm te kunnen voldoen. En niet zelden projecteren we onze normen ook op anderen. Dan vellen we een keihard oordeel over onze naaste, of we maken onszelf klein uit angst voor wat anderen van ons zullen vinden.

Kleine en grote steekjes

Toch zijn er maar weinig dingen zeker in het leven, en één daarvan is dat je fouten zult maken. Als onvolmaakte mensen schieten we allemaal tekort, maar juist daardoor gaf Christus zich over in Zijn onmetelijke liefde voor de mensheid. Opdat er geen oordeel meer zou zijn. Opdat elk obstakel tussen ons en God zou worden weggenomen. Opdat wij, onvolmaakte mensen, zouden kunnen worden aangenomen als kinderen van een God die pure en volmaakte Liefde is.

“Zo is er nu dan geen veroordeling voor wie in Christus zijn”, zegt de Bijbel.

Wat doen al die kleine en grote steekjes die wij laten vallen, er eigenlijk toe in het perspectief van de eeuwigheid? Daar in die drukke menigte, besefte ik dat al die kleine dingetjes waar wij soms zo zwaar aan tillen, niet onoverkomelijk zijn. Ook jouw en mijn leven kan een succes zijn, maar we moeten ons er wel in oefenen om naar de juiste stemmetjes te luisteren.

Goed dat jij er bent

Als je dit leest, weet dat God je oneindig lief heeft. Zelfs al zou je duizend keer je sleutels vergeten, een deuk in de dure auto van de buurman rijden of altijd te laat komen. Zelfs al heb je een kromme neus, kromme benen of zeg je steevast de verkeerde dingen. Zelfs al ben je koppig en geef je niet gemakkelijk je fouten toe. Voor wie in Christus is, is er geen veroordeling meer. Het is simpelweg goed dat jij er bent!

Foto door Min An op Pexels.com

Iedereen onder de regenboogvlag

COLUMN

Antwerpen stond het afgelopen weekend in het teken van de Pride. Aan overheidsgebouwen, boven straten, op zebrapaden: overal prijkten de bonte kleuren van de regenboog. ‘Ga met ons op zoek naar Queertopia!’, luidde de slogan van de vijftiende editie. Centrale vraag was hoe de ideale lhbti+-wereld er binnen vijftien jaar uit zal zien. Een week eerder vierde Amsterdam de Pride.

Dat holebi’s in Noordwest-Europa in alle vrijheid zichzelf mogen zijn, is goed nieuws in een wereld waarin miljoenen anderen riskeren om te worden vervolgd of gedood wegens hun seksuele geaardheid. Maar hoe billijk is de regenboogvlag als staatsideologie? In het Bijbelboek Genesis 9 belooft God aan Noach dat Hij de regenboog zal instellen als teken van het eeuwigdurende verbond tussen God en alle levende wezens op aarde. Een teken van inclusiviteit dus.

Discriminatie

Als je de regenboog aan de gevel van overheidsgebouwen ziet hangen, zou je dus verwachten dat iedereen mag meedoen. Hoera, een bonte samenleving waarin iedereen zichzelf mag zijn. De lhbti+-gemeenschap maakt zich terecht sterk voor dat recht. Maar wie zwaait de vlag voor de talloze mensen die om andere redenen buiten de boot vallen?

Vorig jaar kregen 1,6 miljoen inwoners van Nederland te maken met discriminatie, meldt de Veiligheidsmonitor. Van de Marokkaanse mensen voelt maar liefst 35 procent zich geregeld gediscrimineerd; bij mensen van Nederlands-Caribische afkomst is dat 33 procent. De meest genoemde gronden voor discriminatie zijn nationaliteit en ras of huidskleur, gevolg door geslacht, leeftijd, godsdienst of seksuele oriëntatie. Van de mensen met een Nederlandse achtergrond zegt 8 procent weleens te worden gediscrimineerd.

Wat opvalt aan foto’s van de Gay Parade, is dat witte mensen de boventoon voeren. Maar waar zijn al die anderen wiens rechten nog altijd dagelijks worden geschonden? Voor die mensen is er geen Pride; de kleuren van de regenboogvlag vertegenwoordigen genders, maar niet hun verhalen. Ook vandaag vinden in België en in Nederland veel woningzoekenden geen huurwoning omdat ze een exotische achternaam hebben. En op 25 juli werden in Brussel 160 alleenstaande mannelijke asielzoekers geweigerd wegens ‘geen plaats’, terwijl gezinnen voorrang kregen. Hoe ideologisch neutraal is een overheid die de ene groep uitlicht, maar de rechten van anderen verwaarloost?

Nacht van de Kerken

De Antwerpse Nacht van de Kerken viel dit jaar samen met de Antwerp Pride. In de protestantse kerk stonden voor alle bezoekers de warme koffie en cake klaar. Toch hing er geen regenboogvlag. Een samenleving kan pas werkelijk met trots haar kleuren vieren als iedereen mee mag doen. Als veelkleurigheid betekent dat er voor iedereen een plekje is waar je in volle vrijheid jezelf mag zijn. Voor holebi’s, maar ook voor Mohammed, voor Margreet in haar rolstoel, voor Jeanne met autisme, voor de 220.000 kinderen die opgroeien in armoede.

Laat in dat geval de vlag maar wapperen.

Foto door Norma Mortenson op Pexels.com

Deze column verscheen op 17 augustus 2022 in het Nederlands Dagblad.

Een ongemakkelijke Boodschap

Wie gelooft er niet graag in mooie dromen? Maar sommige Bijbelteksten kunnen je een ronduit ongemakkelijk gevoel geven. Wat te doen als het Verhaal waarin Jezus en de profeten ons oproepen te geloven, snijdt en schuurt? Een overdenking naar aanleiding van Jeremia 23:23-29 en Lucas 12:49-56.

Wat heb je de afgelopen nacht gedroomd? Misschien kun je je alles nog levendig herinneren, of misschien is de droom vervlogen. In de tijd van de Bijbelse profeet Jeremia werd er grote waarde gehecht aan dromen. “Een droom! Ik heb een droom gehad!”, riepen de valse profeten. Met succes lieten ze zich raadplegen door het volk. Maar de profeet Jeremia waarschuwt voor hun praktijken. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dan is dat meestal ook zo.

Sommige dromen zijn bedrog

Jeremia is niet de enige. In het Mattheüsevangelie waarschuwt ook Jezus voor de valse profeten. “Aan de vruchten herkent men de boom”, stelt Hij. En de vruchten die deze boodschappers voortbrengen, zijn wrang. Ze spiegelen de mensen grote dromen voor, maar wie erop vertrouwt, raakt alleen maar verder van God verwijderd.

Niet elke droom is betrouwbaar. Dromen komen in vele gedaanten:

  • Wensdenken. Mensen die zich groter voordoen dan ze zijn, of die graag in luchtkastelen geloven, doen aan wishful thinking.
  • Psychologische processen. Dromen kunnen een afspiegeling zijn van wat zich in ons onderbewustzijn afspeelt, zoals psychiater Sigmund Freud aantoonde.
  • Mijmeringen. Soms dromen we wat weg. Mijmeren helpt om tijdelijk even aan de grillige werkelijkheid te ontsnappen.
  • Manipulatie. Droombeelden kunnen manipulatief zijn. De profeten roepen: “Een droom! Ik heb een droom gehad!”, maar intussen verkondigen ze hun eigen verzinsels.

Profetische dromen

Toch ontkent Jeremia niet dat dromen wel degelijk profetisch kunnen zijn; boodschappen van God. Maar om het verschil te weten, moet je ze wel eerst toetsen. De profeet geeft een duidelijke richtlijn mee.

Een profeet die droomt, vertelt niet meer dan een droom, maar wie mijn woorden kent, geeft mijn woorden betrouwbaar weer. Wat heeft stro met graan gemeen? – spreekt de HEER. Is mijn woord niet als een vuur, als een hamer die een rots verbrijzelt? – spreekt de HEER.

Jeremia 32:28-29

Ziedaar het grote verschil tussen de valse profeten en de ware profeten. De eerste verkondigen hun eigen verzinsels, terwijl de laatste hun dromen toetsen aan Gods woorden. Jeremia vergelijkt de valse profetieën met stro, en de betrouwbare met koren. Stro is dor en droog en levert niets op; koren is in staat zich te verspreiden, te vermeerderen en leven voort te brengen. Gods woorden zijn vruchtbaar en missen hun impact niet. Ze zijn verterend en louterend als een vuur, en in staat alles te overwinnen wat aards is, zelfs dat wat het meest stevig en ondoordringbaar lijkt (vgl. Hebreeën 4:12).

Foto door Pixabay op Pexels.com

God van dichtbij én van ver

Krachtige materie dus. Zijn we ons eigenlijk wel bewust van de kracht van Gods woorden in ons leven? Hoe vaak lopen we niet op tegen muren? Tegen mensen, structuren of situaties die we niet kunnen veranderen? En wanneer zwoegen we niet om dingen op eigen kracht voor elkaar te krijgen? Of we voelen ons verantwoordelijk voor dingen die we eigenlijk zouden mogen overdragen.

Soms lijkt het misschien alsof God zich alleen met grote zaken bezighoudt, en alsof we voor de kleine dingen zelf verantwoordelijk zijn. Maar met vier vragen zet de profeet Jeremia ons aan het denken.

“Ben Ik alleen een God van dichtbij? zegt de Heer. Ben Ik niet ook een God van ver weg? Zou iemand zich zó ver van Mij kunnen verbergen dat Ik hem niet zou zien? zegt de Heer. Ik ben toch overal in de hemel en overal op de aarde? zegt de Heer.”

Jeremia 23:23-24

Een heerser die alleen dichtbij is, ziet de details van je werk of leven, maar het totaalplaatje ontgaat hem. Een heerser die alleen van ver regeert, overziet het geheel, maar wat je vandaag gaat doen laat hem koud. De Eeuwige openbaart zich in Jeremia als een God van dichtbij én van ver. “Ben Ik niet overal, vervul Ik niet de hemel en de aarde?” God is zowel geïnteresseerd in de details van ons leven als in the big picture.  

Als God overal is, als Zijn kracht hemel en aarde vervult en Hij alle leven in stand houdt en alle planeten op hun plek, dan is er simpelweg niets dat voor Hem verborgen kan blijven. Zelfs de overleggingen van ons hart zijn Hem bekend.

Juist daarom ziet Hij wat er in het hart is van de valse profeten. Juist daarom is Hij in staat hun verborgen motieven te ontmaskeren. Die profeten vertellen de mensen wat ze graag willen horen en geloven, maar intussen doen ze hen met hun verzinsels Gods naam vergeten.

Gods Vuur

Wie van ons hoort er niet graag goed nieuws? Zeker in tijden van klimaatverandering, coronacrisis en dreigende oorlogen is een opbeurend woord wel zo fijn. Dat verklaart ook waarom de feel-good-profeten zo geliefd zijn. Ze vertellen wat de mensen graag willen horen. Maar in het Lucasevangelie gooit Jezus het over een totaal andere boeg.

“Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou Ik graag willen dat het al brandde!”, zegt Jezus tegen zijn leerlingen en de menigte. Met dat “vuur” verduidelijkt Jezus enerzijds dat Hij gekomen is om op aarde Gods licht te ontsteken, dat de duisternis verlicht en dat al het verborgene onthult. Anderzijds verwijst het vuur ook naar een belofte van Jezus aan de vooravond van Zijn dood. Jezus beloofde toen dat God zijn heilige Geest naar de aarde zou sturen om de gelovigen krachtig bij te staan. Met Pinksteren gaat die belofte in vervulling. De heilige Geest wordt afgebeeld als “vurige tongen” die neerdaalden op de hoofden van de apostelen. Aangestoken door dat vuur van God, begonnen ze Hem te prijzen en in vreemde talen te spreken.

Tot zover het goede nieuws. Want Jezus zegt ook dat Hij in hevige spanning verkeert omwille van een doop die Hij moet ondergaan, en dat Hij liever zou willen dat het achter de rug was. Er zal geen water maar bloed vloeien; Jezus beseft dat Hij zal moeten lijden aan het kruis. Niet bepaald zalvende woorden van rust en vrede! Maar ook voor de mensen heeft Hij geen goed nieuws: “Meent niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen maar het zwaard” (Matt. 10, 34-39, zie ook Lucas 12:52-53).

Foto door Mehmet Turgut Kirkgoz op Pexels.com

Haaks op de wereld

Wat is dat, preekt Jezus hier geweld? Roept Hij op tot verdeeldheid? Nee, Jezus’ woorden zijn veeleer een waarschuwing: “Wéét wat je te wachten staat, dit is de realiteit”. De aard van de godsdienst die Jezus brengt, is zuiver, vredelievend en liefdevol; maar dat maakt ook dat die boodschap haaks staat op deze wereld. Het wandelen in de voetsporen van Jezus kan enerzijds een diepe vreugde geven die al het aardse te boven gaat. Anderzijds is het geen feel-good-religion. Het evangelie is ook confronterend. Het snijdt en het schuurt. De zuiverheid die Jezus voorstaat is zo vaak strijdig met de trots en de begeerten van mensen.

In tijden van kerkverlating en secularisatie voelt dat soms ongemakkelijk. Wat moet je vandaag nog met zo’n boodschap? Wie leeft er graag in onmin met zijn familie? Wie wordt er graag verworpen of vervolgd? Maar waar naar de kerk gaan vroeger de norm was, behoor je als gelovige in Noordwest-Europa nu tot een minderheid. De tijd is gekomen dat ook wij, als zeggen in God te geloven, iets uit te leggen hebben. En “andersheid” roept soms heftige reacties op.

Geen vrede maar het zwaard

Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.”

Mattheüs 10:34

Die ongemakkelijke woorden van Jezus zijn voor miljoenen christenen wereldwijd de dagelijkse realiteit. Soms zelfs letterlijk. In Afghanistan bijvoorbeeld, waar duizenden christenen executie vrezen onder het regime van de Taliban. Dit jaar voert dat land voor het eerst de Ranglijst Christenvervolging 2022 aan. Nummer twee op de ranglijst is het Noord-Korea van Kim Jong-un, die geen “andere goden” naast zich duldt, laat staan boven zich. Daarna volgen respectievelijk Somalië, Libië en Jemen. In al die landen betalen christenen een hoge prijs voor hun geloof.

Die ongemakkelijke realiteit roept een vraag op. Wat hebben wij vandaag, in het comfortabele westen, over voor ons geloof? Welke prijs zijn we bereid te betalen? Of bewaren we ons geloof liever voor achter de voordeur, om buiten toch maar zo normaal mogelijk te lijken?

Ruim tien jaar geleden werkte ik bij Vluchtelingenwerk in Utrecht. Een collega vroeg me: “Kelly, ben jij eigenlijk wel een moderne meid?” Haar vraag maakte duidelijk hoe ze christenen zag: als conservatieve mensen die niet meer van deze tijd zijn. Ook media maken nogal eens een karikatuur van de kerk. Als wij een geheim maken van ons geloof, dan zullen we de wereld nooit het tegendeel kunnen bewijzen. We zullen onze medemensen nooit de kracht, de sprankeling van ons geloof kunnen tonen. En dat terwijl psychiaters als Dirk De Wachter de noodklok luiden over de zingevingscrisis waaronder veel mensen vandaag gebukt gaan.

Weersvoorspellingen

Jezus is in zijn rede niet mild voor de menigte. Als die mensen de wolken zien opkomen in het westen, weten ze precies dat er regen op komst is. En wanneer de wind uit het zuiden komt, bereiden ze zich voor op hitte. Die tekenen kunnen ze feilloos duiden. Maar Jezus is niet onder de indruk van hun kennis: “Huichelaars, het uiterlijke aanzien van de aarde en de lucht weten jullie te onderzoeken, maar hoe komt het dan dat jullie deze speciale tijd niet weten te onderzoeken?”

De materiële wereld duiden is voor deze mensen geen enkel probleem. Maar de geestelijke tekenen, daar gaan ze aan voorbij. Vandaag zouden we misschien zeggen dat sommige mensen nu eenmaal geen religie-gen hebben, of teveel kennis hebben opgedaan om nog langer in spirituele zaken te geloven. Maar nee, Jezus is onverbiddelijk. Huichelaars! Blijkbaar is er hier sprake van informatie die bewust wordt genegeerd.

Foto door Pixabay op Pexels.com

Ontkenning

“Als ik niet geloof dat het coronavirus bestaat”, vroeg een vrouw me eens, “kan ik er dan ook niet ziek van worden?” Ontkenning grenst soms aan wishful-thinking. Het is dan een copingmechanisme; een manier van omgaan met een ongemakkelijke en grillige werkelijkheid. Zowel de valse profeten als de toehoorders van Jezus leven in ontkenning. “Als ik ervoor kies om niet in God te geloven, of om sommige domeinen van mijn leven voor Hem af te schermen, dan hoef ik ook geen rekenschap aan Hem af te leggen”, houden ze zichzelf voor.

Een illusie, als we de Bijbel mogen geloven.

“Wie zou zich voor Mij kunnen verbergen? Vervul Ik niet hemel en aarde?” klinken vandaag onverminderd de woorden in Jeremia. Voor wie graag verstoppertje met God speelt, zijn die woorden onheilspellend. Een tegendraads verhaal dat maar al te vaak strijdig is met de dromen waar we graag zelf zo in geloven. En wie van ons speelt er niet graag eens verstoppertje met God? Zijn er in ons leven geen domeinen die we liever voor onszelf houden?

God wil ons vuur zijn

Maar dat is wat de Bijbel zo verwonderlijk maakt: juist in die ongemakkelijke boodschap ligt het goede nieuws.

Diezelfde God, die alles omvat en alles ziet, ziet ook de noden en zorgen van ons hart aan. Hij ziet ons echt, ten diepste zoals wij zijn. Voorbij de maskers die we proberen op te houden. Die God wil ons Vuur zijn. Een vuur dat verwarmt en dat in ons een passie doet ontspringen. Een vlam die ons leven vernieuwt, verlicht en loutert. God wil het koren op de akker van ons leven zijn, dat alles vruchtbaar maakt, dat zich vermeerdert en verspreidt met de wind. Hij wil de hamer zijn in onze handen die de rots vermorzelt; onze kracht die ons in staat stelt om zelfs de hardste en schijnbaar onmogelijke situaties te overwinnen.

De God die hemel en aarde vervult, wil ook jouw en mijn hart vervullen. Hij is niet te ver weg om nabij te kunnen zijn.

Wie die uitnodiging aanneemt en ernaar leeft – voor hem of haar mag die ongemakkelijke boodschap die zo vaak haaks staat op de wereld, tot een kracht zijn. Psalm 46 belooft:

“God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. Daarom vrezen wij niet, als wankelt de aarde en storten de bergen in het diepst van de zee. (..) De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob.”

Psalm 46:2-3,8

Sommige dromen zijn bedrog, maar Gods beloften houden tot in eeuwigheid stand. Amen.

Foto door Oleksandr Pidvalnyi op Pexels.com

Dit is de tekst van de preek die op 14 augustus 2022 door drs. Kelly Keasberry werd gehouden in de Protestantse Gemeente van Axel (Zeeuws-Vlaanderen).

Waarom je op tijd je zegeningen moet tellen

Tevredenheid is een deugd. In de Hebreeënbrief klinkt de wijze raad: “Laat u niet door het geld in beslag nemen. Wees tevreden met wat u hebt, want God heeft gezegd: ‘Ik zal altijd voor u zorgen, Ik zal u nooit in de steek laten’. Tevreden zijn met wat je hebt: het is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een anekdote.

Toen we in ons huidige huis kwamen wonen – een groot oud pand dat volledig opgeknapt moest worden – inventariseerden mijn vier zoons de kamers. De derde koos voor zichzelf een mooie kamer uit op de tweede verdieping. Voor de jongste bleef een kamertje op de eerste verdieping over. “Als jongste heb ik altijd de kleinste kamer”, beklaagde hij zich. En inderdaad, als er iemand de mooiste kamer van het huis had, dan was het zoon nummer drie wel.

Zacht tapijt

Maar het ging zoals het vaker gaat. De kamer die in het begin zo mooi en ruim had geleken, verloor gaandeweg zijn glans. Er zaten plinten los, de deur bleek toch wat gammel, de posters die hij aan de muur had bevestigd, lieten hun sporen na. Ook de wifi haperde net iets te vaak. “Wat als ik nu eens de zolderkamer neem?”, stelde zoonlief op een dag voor.

De zolderkamer leek hem ideaal. De dakramen aan weerszijden boden een prachtig uitzicht, aan de ene kant over de straat en aan de andere kant over de tuin. Op de vloer lag een zacht tapijt en de kamer was goed geïsoleerd, zodat hij zijn muziek luid kon zetten. Zo gezegd, zo gedaan. Zoonlief verhuisde zijn spullen naar de zolder, en de oude kamer kwam leeg te staan.

Foto door ArtHouse Studio op Pexels.com

Kelderkamer

Maar de geschiedenis herhaalde zich. De zolderkamer die aanvankelijk zo comfortabel en sfeervol had geleken, verloor zijn glans. “Het is er te heet”, klaagde mijn zoon, “onder dat schuine dak blijft de warmte veel te lang hangen”. Ook beklaagde hij zich over de drie trappen die hij moest beklimmen voordat hij eindelijk boven was. En de wifi was er zo mogelijk nóg slechter.

Op een dag floepte er een whatsappje binnen op mijn telefoon. Mijn echtgenoot liet weten dat het bed van zoonlief zojuist naar de kelder was verhuisd. Wat bleek: in mijn afwezigheid had hij met zijn jongste broer een deal gesloten. Hij zou de kelderkamer nemen, en de jongste zou de zolder krijgen. Die had daar vanzelfsprekend wel oren naar, en bood aan om mee te helpen.

“Weet je het wel zeker?”, appte ik, “is dat nu wel zo’n goed idee?” Zoonlief veegde al mijn bezwaren resoluut van tafel. De kelderkamer had alles om perfect te zijn. Stel je voor: zoveel privacy, zoveel mogelijkheden om er iets moois van te maken. Er zou een muurtje komen, een chill-bankje, een eigen deur en hij zou twee compartimenten inrichten. Nog diezelfde dag begon hij te schilderen, te timmeren en in te richten.

Schimmel

Maar voor zover de kelderruimte al glans had gehad, was die snel verdampt. Het beddengoed werd vochtig, de plank aan de muur trok krom. Op de kleding van zoonlief begonnen zich kleine zwarte spikkels af te tekenen: schimmel. Hij kreeg last van een verkoudheid die maar niet over wilde gaan, en bovendien wilde de kelder maar niet gezellig wilde worden, wat hij ook probeerde. “Je kunt hier niet in de herfst en de winter blijven”, waarschuwde ik.

Gaandeweg begon hem iets te dagen. Die kamer op de tweede etage was toch eigenlijk een prachtige kamer geweest. Maar teruggaan was geen optie meer, want er woonde nu een studente. En de zolderkamer – bij nader inzien een comfortabele en warme plek – was ingenomen door de jongste broer, die weigerde zijn stek prijs te geven.

Tevredenheid

In België en Nederland mopperen we wat af; klagen heeft iets van een nationale hobby. Van negatieve recensies op Tripadvisor tot de politiek, hun partner, de jeugd van tegenwoordig of het weer. Slechts weinigen realiseren zich hoe goed ze het eigenlijk hebben. Vaak beseffen we dat pas achteraf, als we het goede hebben prijsgegeven.

Het verhaal van mijn zoon symboliseert hoe diep ontevredenheid je kan brengen. De overtuiging dat het gras elders altijd groener is, bracht mijn zoon van de meest riante kamer van het huis tot in een vochtige en zompige kelder. Tot mijn opluchting slaapt hij nu in de voormalige kamer van zijn jongste broer, hoewel die intussen onder de nok van de dak zijn zegeningen telt.

Gelukkig is de mens die tevreden is met wat hij heeft.

Laat je inspireren door deze 13 Bijbelteksten over tevredenheid!

Foto door Eren Li op Pexels.com